Stukje lezen… op een vol terras.

Jaaaaa, daar is er dan weer eens eentje. Niet omdat er geen inspiratie was, maar de warme deken van COVID vond het noodzakelijk mij een derde keer te bezoeken, bezieken is het eigenlijk. Daar dacht ik dus makkelijk overheen te stappen, dat doen er zo veel. Maar mijn lichaampje dacht toe neem ook nog even een griepje mee. Toen was het over en uit. Al twee jaar loop ik te kwakkelen en maar door te ploeteren, negerend mijn leverwaarde, energie en algehele gezondheid. Mijn geest wil zoveel, ik vul alle gaten voor alles en iedereen. Leven in regie noemen ze dat, maar als het hoofd niet meer luisteren wil, kiest het lichaam wel voor je.

Toegegeven, ik ben nogal eigenwijs en los het zelf wel op. Ik heb niemand nodig, want de afgelopen tijd heb ik zo’n beetje mijn hele sociale leven buiten de deur gezet. Alle prachtige festivals en feestjes, helaas deze man houd het max twee uur vol. Overleven, maar ook zonder al het leuke van het leven blijf ik staan. Al maanden slaap ik niet, uren in de nacht wakker. Mijn ritme totaal weg , geen lucht, geen energie, geen interesse en bovenal niet willen accepteren dat dit mijn werkelijkheid is geworden.

Ik heb nu fysiotherapie, speciaal voor COVID kneusjes. Het was een heldere uitleg, die schudde mij wakker. Leven met long COVID syndroom, ja zo heet dat nu. Wie hier mee moet leren leven heeft 60% van zijn dagelijkse energie nodig om te kunnen leven. Dan heb ik het over, opstaan, douchen, eten koken, je huis netjes houden, langer op je benen staan, zitten in de stoel en dan nog daarboven op dealen met alle prikkels die je hoofd krijgt te verwerken. Zet dat maar eens uit! Maar een “gewoon” persoon heeft al 50% nodig van zijn/haar/hen energie. Ik rij dus vrolijk op 110% door mijn leven. Daarboven op geef ik graag extra gas, tuurlijk los ik alles op. Alle gaten vul ik in, alle werkzaamheden ik doe er een tandje bij. Hoppa 140% gaat toch goed, zei hij met piepende longen, krakende spieren en benen als zijnde electric geladen deeltjes die vrolijk de horlepiep aan het dansen zijn in mijn aderen/spieren waarvan ik het bestaan niet had. Hoe houd ik dan energie over om nog leuke dingen van het leven te omarmen? Niet thuis te komen uit je werk en als een dood vogeltje op de bank te zitten! Een harde werkelijkheid nestelt zich in mij gevoel. Maar aan de buitenkant, zie je niets, was het maar een gebroken been, dan wist ik hoelang nog, ik met een breinaald moest proberen onder het gips de jeuk weg te halen.

Het nare is, nu ik het weet, ik mijzelf zo schaam, had ik maar echt op de rem getrapt, niet totaal mijzelf voorbij ben blijven lopen. “Hoe gaat het met je?” Ik sta nog en loop daar en door, maar in werkelijkheid brandde mijn kaars op. Kijk mij eens stoer doen. Het is zo verdikkeme lastig hè, als ik denk over wie ons/mij is ontvallen, zij hebben het niet gehaald, ik moest wel dubbel alles doen, voor hen leven.

…………………………………………………………

Hallo, jij daar. Zie ik je nu aan het sporten, opnieuw leren te vertrouwen op je lichaam. Sporten verre van dat, ik beweeg 20 minuten om vervolgens 4 uur rust te moeten nemen. Alles kost moeite en tijd. Stofzuigen 110 m2, 45 rust, dweilen erna, weer een uur verder met rusten. De hond uitlaten, recht door lopen gaat goed, wie is die oude man daar met zijn hond. 20 min wandelen 50 rust. Mijn activiteiten dagboek, laat mij zien dan ik rond het middag uur eigenlijk al op 100% zit. Hallo middag, daar zit ik dan, te zitten. Mijn hoofd kan niks meer opnemen, soms probeer ik een boek, maar halverwege de bladzijde waar gaat het over. Ik worstel mij er door heen. De tv staat aan, maar weer komt het niet echt binnen. Ik heb echt moeite om te onthouden waar het allemaal omgaat. Bewegende beelden, prikkels. Ik moet ook koken, das staand, vergeet de helft van de ingrediënten erin te doen. Ik noem dat er een boot snel gaat, kijk daar en wijs naar de lucht. “Boot, boot! Nee dat is een vliegtuig.” In mijn hoofd gaat nu het juiste vakje open inderdaad vliegtuig, de verklaring in mijn hoofd berust zich in de kleur van helder blauw water, maar het was de lucht.

Dat ik zin heb om dit te tikken is omdat ik op een plateau ben. Ik ga niet achteruit, maar ben stabiel. Langzaam valt mijn doek, wordt ik eigenaar van mijn lijf, mijn lijf zoals het is. Mijn hoofd begint mee te werken en soms werken ze al samen. Niet jinxen ( is dit een woord?). De nieuwe wereld, mijn werkelijkheid. Ik kan er nog moeilijk aan. Daar mag mijn coach dan weer fijn mee aan de slag. De slag van WalterLow.

Van de week voelde ik mijzelf best ok en dacht ik kijk eens in de mailbox van het werk. Dat had ik beter niet kunnen doen, deze prikkels gaven mij zoveel hoofdpijn. Mijn huidige ik, nee, die schreeuwt nee. Niet meer doen jongen, pas als je klaar bent!

Dat schuldig voelen, omdat ik ook iets moet onderzoeken en ondernemen wat tegelijkertijd energie vraagt en ook moet opleveren. Lopen naar een terras, de aandacht krijgen van het personeel er eindelijk kunnen bestellen, iets vinden van hoe dit gaat. Daar zit ik dan, tijdens het lopen bekeek ik twee keer langer in een etalage, het was niet omdat ik iets leuks zag, maar met mijzelf verstoppertje spelen, ik vond het te ver, te veel moeite, kost energie. Jezelf ertoe zetten, telkens berekenen, als ik dit doe, hoeveel energie en hoeveel tijd opladen gaat kosten. Maar goed ik zat op terras, het was mooi weer, zocht een plekje onder de schaduw van de boom. Het is een fijne plek, de plantage bij Artis. Spelende kinderen, gek doen in de waterfontein. Kijkende naar al de andere mensen op terras. Ik spot look a like Joan Collins, genietend van een glas witte wijn en diep in een boek. Joan Collins, actrice uit Dynastie. De waterbak uit de kleuterschool, in gedachten ben ik even kind. Ik kijk even naar mijn man en hondenkind, dit is waarom ik door ga, om hen! Even later blijft mijn blik hangen op een andere jongedame, ook zij zit in een boek, alleen aan een tafeltje. Te lezen zich niet bewust van hun kijker en al het andere om zich heen. Twee Joans, willekeurige dames, afzonderlijk van elkaar en toch zo gelijk. Het ontroerd mij eigenlijk, het lukken van afsluiten.

Joan, zich niet bewust van haar ongenodigde gasten aan tafel, de kauw en ik.
De jongere Joan. Verdiept in een boek.

Vanuit hun rust en stilte, stuitert er een bal, mijn hondje reageert meteen, de riem lag losjes op mijn schoot. Met een ruk, daar ging ze. De kindjes wilde spelen met mijn hond. Mijn arm droeg het niet, ze zit vast kan niet spelen. Ik gun de kinderen nog even een keer en kijk om mij heen waar hun ouders zijn. Mijn gezicht zei boekdelen, haal alstublieft uw kinderen weg bij mijn hond. Dikke …, ik moet nog terug naar huis, rustig start ik, kleine diesel. Thuis is de koek op, maar daar zat ik mooi weer even op een vol terras alsof er niets mis was. Heel even…maar.