De hemel is rijk..

De hemel is rijk

Mijn oomzegger Dennis

Maar in mijn hart is al jaren een lege kamer. Van de week sprak er iemand over de dood, die leven in de dop doofde.

Je wilt zo graag dat het nooit gebeurde, je de wereld stil kon laten staan. De wijzers op de klok gewoon terug draaien. Even heel even!

Ik denk…en voel je, nog altijd!

Met de beste intenties, geef ik je kleur. Ruik niet langer je geur. Je helm en pet en Coca Cola rood met vissennet. Je berustende ogen, je tere woorden, rijkdom en wijsheid.

Je brommer, ik weet niet meer. Hoe je lachen kon, je broertjes bij mij weg hield, ze pas later met mij mochten spelen. Geheimen dingen deelden. Samen kattenkwaad. Een packed gesloten. Jij weet alles van mij, je gaf mij dat beetje kracht. Ik was voorbereid op een dood, maar niet de jouwe. Onwerkelijk hoe je leven eindigde en het mijne juist begon.

Ik lees op dit moment de roman van Herman Koch, Finse dagen. Waarop ik op pagina 111 een stukje lees. 1+1=2. De tekst komt anders bij mij binnen.

“Het had ook andersom kunnen gaan. Ik had op mijn zeventiende kunnen sterven.” In een flits kom ik bij mij eigen leegte, het gevoelige antwoord van mijn geweten, hoe zou het zijn geweest als ik het zou zijn geweest? “In plaats van dat ik ontroostbaar was geweest, zou ik hieraan toe kunnen voegen, maar zo was het niet. Ik was weliswaar verdrietig, mijn wereld stortte in, maar ik was niet ontroostbaar. Zo hebt ik het altijd gevoeld.”

“Ook later, toen ik mijn eerste relatie verbrak, of toen mijn vader stierf, voelde ik dat er vooral doorgeleefd moest worden. Anders geleefd, dat wel. Sommige dingen waren voorgoed veranderd. Het leven stortte niet in, het maakte alleen de zoveelste scherpe bocht.”

Zo gaat het stuk nog even verder, ook over de dood van zijn moeder, waardoor hij een tijd opnieuw in het middelpunt komt te staan. En zo was het voor mij ook, Of het zo moest zijn, voor mij voor jou.

Ik heb zo aan het idee moeten wennen. Ik beleefde alles net even anders. Net zoals je donor zijn, je bent postuum nog blijven geven. De snee in je hals, toen ik gedwongen moest kijken in de kist. Nee, het beeld houd nooit op mijn allerbeste maatje.

Herman Koch, woorden raken mij. Het hield niet op, het werd inderdaad een ander verhaal. Dit verhaal zou inderdaad anders kunnen beginnen:’ Op de drempel van de dood…is de hemel nu te rijk…‘

De dagjes uit en je mocht mee, je was mijn grote kleine bewonderaar. Samen bouwen en afbreken, markten van plamobil en Lego steen. Vechten, welke kont naast mijn moeder op haar stoel mocht zitten. Je zat er vaak, maar ik won, je leerde snel en kroop dan naast mijn vader. Daar zat je onder zijn arm. De sterkt kant van je opa. Ik zag het wel, maar daar zitten voelde als tweede plek. Hoe makkelijk mijn vader je binnen liet, hoe moeizaam ik maar tot hem kon komen. Mijn vader, de beste man, hoe zijn ogen opgloeide daar was zijn kleine man.

Ik was jaloers op je, hij wel. Je onbevangenheid had hem gevangen. Je aandacht was puur voor ieder, daar de mijne al vroeg leerde alles te berekenen. Stap voor stap te plannen om te blijven staan. Nu pas, begrijp ik zo wie je echt was. 16 jaren, niet voor niets geleefd.

Samen, jij en ik en jij later met Sas. Ik weet niet meer…wie ze was. Ze moet ook het onwijs moeilijk hebben gehad. Hoe ze nieuwe liefde heeft gevonden, moest haast voelen als bedrog.

Bij jou brak alles in twee, strijd om niets en was het allemaal niet waard. Niets maar dan ook niets daarna was ooit hetzelfde meer.

Schuilen met je broertjes, een paarse regenjas.

Wat is…leegte in mijn hart. Ik troost mijzelf, ik heb het beloofd. Toch heeft het verdriet een plaats gevonden. Het ongeluk nam alles weg. Maar toch blijf je bij mij in mijn gedachten. Verbonden deels in mijn pijn, maar voor eeuwig zal je dat mooie jeugdige, drift koppige hart’s vriendje blijven zijn..

Heel even ben en was je weer in mijn gedachten heel dichtbij. Het verdriet om je niet meer hier, bij ons zijn.

De pijn is nu… Verwondering…het gemis nog altijd groots. Ik lach juist als ik aan je denk, de tranen vloeien niet meer. In mijn hart is een kamer leeg, welke behoord aan jou.

Dag maatje van mij, de hemel is rijk.