Tatada ta ta ta da

Wie voor de buis in de jaren tachtig zat, zou hierin de leader kunnen halen van een mega grote tv serie, een Amerikaans soap spektakel. Er waren er meer.

Ik heb het over Dynasty, fantastisch is was het. Er is nu ook een serie op Netflix. Maar goed mijn intro gaat over iets heel anders.

Mijn vent heeft een nieuwe wagen aangeschaft zo’n elektrische. Fijne hoge instap, daar heb ik dan weer profijt van. Het was vorige week dan ook een mooi feest. Een mooie glimmende nieuwe wagen. Maar lang hadden wij er dus geen plezier van want na een aantal dagen, nog geen week. Dacht de nieuwe wagen, die wij de naam het beest hebben gegeven, doe het lekker zelf. Hij wilde niet aan.

Dus wat heen en weer gedoe en nu is het wachten op een onderdeel, 2 weken! Tja… leuk… maar dan hebben wij geen wagen.

Dus werd zijn verzoek ingewilligd en er zou vervolgens vervangend vervoer komen. Een wattem… nooit van gehoord. Er rijden er maar of nog maar 74 rond in Nederland.

Ta ta da, ta da ta da…. Ta da

Wat een bak zeg. Dynasty neus en lekkere sound met een klein kontje. Met fauteuils. De minibar heb ik nog niet ontdekt, maar rijd als een zonnetje. In China weten ze denk ik wel waar wij nu rijden, dus knipoog ik af en toe. En als een Royal betaamt, wuif ik natuurlijk ook. Maar wie ziet mij, achter geblindeerde ramen. Hoop niet dat wij aan de kant worden gezet, op verdenking van drugssmokkel. Want het is wel een mega pooierbak waar Hugh Hef jaloers op zou zijn geweest.

Even een plaatje… kunt u ook even ‘genieten’ euh lachen.

Stukje lezen… op een vol terras.

Jaaaaa, daar is er dan weer eens eentje. Niet omdat er geen inspiratie was, maar de warme deken van COVID vond het noodzakelijk mij een derde keer te bezoeken, bezieken is het eigenlijk. Daar dacht ik dus makkelijk overheen te stappen, dat doen er zo veel. Maar mijn lichaampje dacht toe neem ook nog even een griepje mee. Toen was het over en uit. Al twee jaar loop ik te kwakkelen en maar door te ploeteren, negerend mijn leverwaarde, energie en algehele gezondheid. Mijn geest wil zoveel, ik vul alle gaten voor alles en iedereen. Leven in regie noemen ze dat, maar als het hoofd niet meer luisteren wil, kiest het lichaam wel voor je.

Toegegeven, ik ben nogal eigenwijs en los het zelf wel op. Ik heb niemand nodig, want de afgelopen tijd heb ik zo’n beetje mijn hele sociale leven buiten de deur gezet. Alle prachtige festivals en feestjes, helaas deze man houd het max twee uur vol. Overleven, maar ook zonder al het leuke van het leven blijf ik staan. Al maanden slaap ik niet, uren in de nacht wakker. Mijn ritme totaal weg , geen lucht, geen energie, geen interesse en bovenal niet willen accepteren dat dit mijn werkelijkheid is geworden.

Ik heb nu fysiotherapie, speciaal voor COVID kneusjes. Het was een heldere uitleg, die schudde mij wakker. Leven met long COVID syndroom, ja zo heet dat nu. Wie hier mee moet leren leven heeft 60% van zijn dagelijkse energie nodig om te kunnen leven. Dan heb ik het over, opstaan, douchen, eten koken, je huis netjes houden, langer op je benen staan, zitten in de stoel en dan nog daarboven op dealen met alle prikkels die je hoofd krijgt te verwerken. Zet dat maar eens uit! Maar een “gewoon” persoon heeft al 50% nodig van zijn/haar/hen energie. Ik rij dus vrolijk op 110% door mijn leven. Daarboven op geef ik graag extra gas, tuurlijk los ik alles op. Alle gaten vul ik in, alle werkzaamheden ik doe er een tandje bij. Hoppa 140% gaat toch goed, zei hij met piepende longen, krakende spieren en benen als zijnde electric geladen deeltjes die vrolijk de horlepiep aan het dansen zijn in mijn aderen/spieren waarvan ik het bestaan niet had. Hoe houd ik dan energie over om nog leuke dingen van het leven te omarmen? Niet thuis te komen uit je werk en als een dood vogeltje op de bank te zitten! Een harde werkelijkheid nestelt zich in mij gevoel. Maar aan de buitenkant, zie je niets, was het maar een gebroken been, dan wist ik hoelang nog, ik met een breinaald moest proberen onder het gips de jeuk weg te halen.

Het nare is, nu ik het weet, ik mijzelf zo schaam, had ik maar echt op de rem getrapt, niet totaal mijzelf voorbij ben blijven lopen. “Hoe gaat het met je?” Ik sta nog en loop daar en door, maar in werkelijkheid brandde mijn kaars op. Kijk mij eens stoer doen. Het is zo verdikkeme lastig hè, als ik denk over wie ons/mij is ontvallen, zij hebben het niet gehaald, ik moest wel dubbel alles doen, voor hen leven.

…………………………………………………………

Hallo, jij daar. Zie ik je nu aan het sporten, opnieuw leren te vertrouwen op je lichaam. Sporten verre van dat, ik beweeg 20 minuten om vervolgens 4 uur rust te moeten nemen. Alles kost moeite en tijd. Stofzuigen 110 m2, 45 rust, dweilen erna, weer een uur verder met rusten. De hond uitlaten, recht door lopen gaat goed, wie is die oude man daar met zijn hond. 20 min wandelen 50 rust. Mijn activiteiten dagboek, laat mij zien dan ik rond het middag uur eigenlijk al op 100% zit. Hallo middag, daar zit ik dan, te zitten. Mijn hoofd kan niks meer opnemen, soms probeer ik een boek, maar halverwege de bladzijde waar gaat het over. Ik worstel mij er door heen. De tv staat aan, maar weer komt het niet echt binnen. Ik heb echt moeite om te onthouden waar het allemaal omgaat. Bewegende beelden, prikkels. Ik moet ook koken, das staand, vergeet de helft van de ingrediënten erin te doen. Ik noem dat er een boot snel gaat, kijk daar en wijs naar de lucht. “Boot, boot! Nee dat is een vliegtuig.” In mijn hoofd gaat nu het juiste vakje open inderdaad vliegtuig, de verklaring in mijn hoofd berust zich in de kleur van helder blauw water, maar het was de lucht.

Dat ik zin heb om dit te tikken is omdat ik op een plateau ben. Ik ga niet achteruit, maar ben stabiel. Langzaam valt mijn doek, wordt ik eigenaar van mijn lijf, mijn lijf zoals het is. Mijn hoofd begint mee te werken en soms werken ze al samen. Niet jinxen ( is dit een woord?). De nieuwe wereld, mijn werkelijkheid. Ik kan er nog moeilijk aan. Daar mag mijn coach dan weer fijn mee aan de slag. De slag van WalterLow.

Van de week voelde ik mijzelf best ok en dacht ik kijk eens in de mailbox van het werk. Dat had ik beter niet kunnen doen, deze prikkels gaven mij zoveel hoofdpijn. Mijn huidige ik, nee, die schreeuwt nee. Niet meer doen jongen, pas als je klaar bent!

Dat schuldig voelen, omdat ik ook iets moet onderzoeken en ondernemen wat tegelijkertijd energie vraagt en ook moet opleveren. Lopen naar een terras, de aandacht krijgen van het personeel er eindelijk kunnen bestellen, iets vinden van hoe dit gaat. Daar zit ik dan, tijdens het lopen bekeek ik twee keer langer in een etalage, het was niet omdat ik iets leuks zag, maar met mijzelf verstoppertje spelen, ik vond het te ver, te veel moeite, kost energie. Jezelf ertoe zetten, telkens berekenen, als ik dit doe, hoeveel energie en hoeveel tijd opladen gaat kosten. Maar goed ik zat op terras, het was mooi weer, zocht een plekje onder de schaduw van de boom. Het is een fijne plek, de plantage bij Artis. Spelende kinderen, gek doen in de waterfontein. Kijkende naar al de andere mensen op terras. Ik spot look a like Joan Collins, genietend van een glas witte wijn en diep in een boek. Joan Collins, actrice uit Dynastie. De waterbak uit de kleuterschool, in gedachten ben ik even kind. Ik kijk even naar mijn man en hondenkind, dit is waarom ik door ga, om hen! Even later blijft mijn blik hangen op een andere jongedame, ook zij zit in een boek, alleen aan een tafeltje. Te lezen zich niet bewust van hun kijker en al het andere om zich heen. Twee Joans, willekeurige dames, afzonderlijk van elkaar en toch zo gelijk. Het ontroerd mij eigenlijk, het lukken van afsluiten.

Joan, zich niet bewust van haar ongenodigde gasten aan tafel, de kauw en ik.
De jongere Joan. Verdiept in een boek.

Vanuit hun rust en stilte, stuitert er een bal, mijn hondje reageert meteen, de riem lag losjes op mijn schoot. Met een ruk, daar ging ze. De kindjes wilde spelen met mijn hond. Mijn arm droeg het niet, ze zit vast kan niet spelen. Ik gun de kinderen nog even een keer en kijk om mij heen waar hun ouders zijn. Mijn gezicht zei boekdelen, haal alstublieft uw kinderen weg bij mijn hond. Dikke …, ik moet nog terug naar huis, rustig start ik, kleine diesel. Thuis is de koek op, maar daar zat ik mooi weer even op een vol terras alsof er niets mis was. Heel even…maar.

Dansend as


Wat kon het leven je toch honderdtachtig graden laten draaien. Van de ene op de andere dag met beide benen op de grond laten belanden. Het was eigenlijk nog nooit gebeurd dat hij, Johan zich niet staande kon houden, hij was immers de oudste van het gezin. Na het overleden van hun ouders ging ieder hun eigen weg. De brief die hij schreef, die de definitieve breuk veroorzaakte had zijn uitwerking zeker gehad. Het oudelijk huis was eigenlijk altijd al leeg geweest. Goed het was maar een gevoel. Gevoelens, ja daar was zijn jongste broer, Floris goed in geweest. Alles altijd willen ervaren, voelen en beleven. Gadverdamme, wat had hij daar toch een hekel aan gehad. Altijd dat eeuwige kiezen voor de kant van zijn moeder, zorgen voor zijn vader. Nou, de dood heeft erop gescheten! Natuurlijk kreeg hij ook zijn deel, de dood van zijn zoon, de ruzie tussen zijn andere zoons. Zijn vrouw kapot geraakt aan de drank. Maar hè, na bijna veertig jaar stond zijn huwelijk nog steeds. Zie je wel dat het kan! Dan was er nog die andere slapjanus, Frans met zijn aanstellerige wijf. Altijd wat met die twee, uithuiszettingen, openbaar dronkenschap, nietsnut die juist toch echt het zorgen kind thuis was. 

Floris, de altijd maar meer willende, alles ervaren. Binnenstappen in nieuwe werelden. Leven met beide handen pakken. Al vroeg kon je merken dat hij anders was. Speelde niet met de anderen in de buurt, maar ging op ontdekkingstocht. Alles behalve thuis te moeten zijn om te zorgen. Schuldig ja dat voelde Johan zich soms nog wel, voor de jaren dat hij afstand nam van zijn ouders en zijn veel jongere broertje aan zijn lot over te laten. Het moest best zwaar zijn geweest voor hem, zo dacht hij. Op dit vlak had hij bewondering voor zijn kleine jongste broertje. Het is nu te laat. Opnieuw gedwongen in de leidende rol moest hij contact opnemen met Frans. Het was een moeizaam telefoon gesprek geweest. Hij had moeten troosten en gerust stellen en dingen toegezegd waar hij nu al spijt van had. Hij hoorde zichzelf toezeggen, “ja, zijn laatste reis, wij samen gaan in zijn voetsporen.” En zo kwam het dat de broers, Johan en Frans na ruim acht jaar elkaar niet gezien of gesproken te hebben elkaar troffen op Schiphol met bestemming het Andes gebergte. 

Frans babbelde honderd uit, wilde de verloren jaren vullen met alle ellende die zijn miezerige leven had gevuld. ‘Houd toch eens je mond!’ ‘Laat het heel duidelijk zijn, dat wij maar een doel hebben en deze wens in vervulling laten gaan zoals omschreven in zijn brief.’ Nu, een half jaar geleden, kwam er een bericht van een notaris uit Amsterdam. Er waren verder geen nabestaanden, wat er moest gebeuren met hem en zijn bezit. Floris had een goed leven, hij had het stukke beter gedaan. Aan de vele foto’s aan de wanden voltrok een leven van reizen. Hij had zijn bedrijf goed verkocht, dat hadden de broers wel gelezen. Ze waren niet welkom geweest op zijn bruiloft, hadden zijn appartement ook nooit van binnen gezien. Hij bleek gescheiden, maar kende zijn partner niet. Verbonden aan elkaar door een bloedband en nu zadelde hij hen op met zijn nalatenschap. 

Het was een heftig leven, hun jeugd was verloren. Echt liefde nee, ieder had dit kennelijk gezocht buiten het ouderlijk huis. De lange vliegreis zorgde ervoor dat Johan en Frans wel met elkaar moesten praten, gevoelige onderwerpen werden vermeden. Het voordeel was zeker dat hun beide vrouwen niet mee mochten en waren op deze reis. Het was Floris zijn nadrukkelijke wens geweest. Wilde ze aanspraak maken op zijn vermogen zouden ze samen dit moeten ondernemen. De verzegelde brief van de notaris, het verhaal en de instructie, het klonk als een jongensboek.

Frans zei natuurlijk meteen ja, zijn schulden zouden afbetaald kunnen worden en een gratis reis. Hij hield zo van reizen, maar ja zijn vrouw was immers altijd net ziek of zwak en misselijk. Hij wist nog hoeveel pijn het deed toen hij zijn motor moest verkopen. Zijn gevoel van vrijheid. Diep van binnen wist hij hoe zijn vrouw hem leegzoog, als het ware zijn ziel ontnam. Ze waren beide aan de drank gegaan, zijn vrouw voor de pijn en hij om zijn gevoel uit te schakelen. Daar was ook deels de ruzie tussen de twee oudste broers door ontstaan. Gooi daar bovenop de manipulatie om geld bovenop en klaar was de snelkookpan die de breuk veroorzaakte. Tussen hun in zat Floris, altijd neutraal, begrip tonende en met respect.Frans wist dat hij zijn jongste broertje in de steek had gelaten, maar de ruggengraat niet had om dat toe te geven. Nee, zelfs niet aan grote broer Johan. 

Losgekomen was de sores van elke dag was de vliegreis ten einde gekomen en ontstond er een soort van verbond tussen de broers. ‘Hoewel wij bij leven nog nooit echt die connectie echt hadden, is er wel de bloedband’ sprak Johan. ‘Vanuit deze band, moeten wij deze reis maken en verder.’ Het klonk bijna plechtig, net datgene wat Johan zo heerlijk vond. “Handelen naar eer en geweten.” Hoe trots hij nu was om deze expeditie te leiden, de laatste wens van Floris uitvoeren en beleven. 

Floris had maar een doel gehad in zijn leven. Genieten van zoveel mogelijk zaken. Hij had zijn beide ouders de verzorging gegeven die nodig was. Hun afscheid van het leven was eigenlijk de kroon op zijn leven geweest. Vanaf dat moment was hij vrij geweest om te gaan en staan waar hij wilde. Hij had het leven gegrepen en wilde romances beleeft. Toch miste hij de familieband, die hoe slecht het ook was. Het leven was relatief, waarom toch altijd die strijd onderling. Hij wist het van de zoete wraak van liefde, het bitter van haat. Ja, zelfs hoe afgunst mensen kan breken en tot wanhoop kon drijven. Hij had het zelfs immers ervaren en ook toegepast, wat dat betreft was hij geen haar beter geweest dan anderen. Kleine Floris, de benjamin van het gezin. Hij schoot in de lach, hoe dan ook zal ik ons opnieuw verbinden. Uit eer en degrootste wens beide ouders! Dan maar postuum. Ik verbind ze waar hun zwakke plek ligt en in de gedachte dat er geld te halen valt. Wat zou hij graag hun gezichten zien, zien hoe de band van broers opnieuw ontstaat daar boven in het Andesgebergte. Het dak van de wereld waar lucht en aarde elkaar raken. Het zal geen gemakkelijke opgave voor hen zijn. De adem zal hen deels worden ontnomen. Zo begon hij aan zijn brief.

Beste broers,

Ik ben niet meer, “wie bij leven niet naar mij omkijkt, komt bij mijn dood niet achter mijn kist” sprak onze vader vroeger uit. Het klopt heren, jullie zijn te laat, ik ben inmiddels al gecremeerd. Noem het een dolletje van mijn kant! Ik zorgde voor pa en moe, tot ver na hun overlijden. In die gedachte denk ik dan nu ook aan jullie twee. Ik gun jullie een erfenis. Echter geef ik die alleen prijs op mijn voorwaarde. Jullie gaan samen nog een keer een reis maken om te ervaren hoe ik leefde en stond in het leven. 

Was getekend in volle verstand en gulheid. Jullie kleine broer Floris. 

Zo begonnen de heren aan de beklimming, genoten van het uitzicht en de gids vertelde hen wie hun broertje was en wat hij betekende voor vele mensen in hun leven. Hoewel het een zware onderneming was, besefte ze hoe bijzonder hun broertje moest zijn geweest. Ze gaven het alleen niet toe aan elkaar, hun trots zat daarvoor in de weg. 

Na drie volle dagen bergbeklimmen en afzien, verdwenen de wolken en genoten ze van de vele vergezichten. De gids gaf een teken, dit was de plek. Uit zijn rugzak haalde hij een prachtig bewerkte zilveren doos met rode lakzegel en zette deze op de rotsen. Heren bij deze doos hoort een tweede brief.

Beste heren, fantasie is mij niet vreemd zoals jullie wellicht nog weten. Bedankt dat jullie met mij mee zijn gegaan op mijn ultieme reis. Ik hoop dat jullie nu zien hoe belangrijk het hebben van een band is. Zie het als een kans! Ik weet het ging jullie om de erfenis, het geld. In dit doosje bevind jullie deel daarvan. Maak het voorzichtig open Johan, jij bent daar vast beter in dan Frans, gezien zijn trillende drank vingers. 

“Laat het vluchtig zijn”

Ps: geniet van het uitzicht zoals ik dat jaren geleden heb mogen ervaren.

Eindelijk kwamen ze er achter wat de erfenis was en vooral hoeveel. Frans knikte naar Johan, maak open man. Toen de zegel verbrak sprong de doos open. De wind pakte de inhoud plots op, een wolk van grijs as dansende nog even voor hun neuzen. De doos was leeg of toch niet? Er stond iets op de bodem geschreven. 

Dag jongens er is geen geld, je hebt zojuist de rijkdom laten vervliegen. Alles is op en bedankt voor het aanvaarden van mijn schulden. Zo zie je maar weer hoe geld jullie opnieuw verbind.

Ps: geniet nog even van het uitzicht, deze reis hebben jullie uit eigen zak betaald. Jullie broertje.

Verslagen kijken de twee broers elkaar aan. Heel even vinden ze elkaar in hun gevoel. Tja, zoete wraak betaald zich vaak later uit.

Retour Berlin

Afbeelding

Daar gingen wij in alle vroegte van de dag, alles zoals wij dachten meegenomen voor een leuke reis naar Berlijn. Mijn tweede bezoek aan deze wereldse stad. In de auto hadden wij het over wat wij allemaal zouden gaan beleven. Onze hond mocht dit keer ook mee, tot onze ontsteltenis waren wij haar riem vergeten, hoe moet dat nu in een vreemde stad en waar vind je een dierenwinkel, laat staan hoe je een dierenspeciaal zaak noemt in het Duits, een handdoek gebruikte wij op de tussenstops als riem. Uiteindelijk vonden wij deze winkel en waren weer blij. Hoe verder wij Duitsland in reden veranderde het landschap en erg lag sneeuw, SNEEUW! Hallo, het is voorjaar, wij willen op terras zitten in Berlijn.

 

Na een dolle rit, zo lekker op de autobahn met 170 kilometer per uur, kwamen wij aan in Berlijn, wat een heerlijk stad is dat toch. Van te voren plannen gemaakt en merendeel is bij plannen gebleven. Dat heet geloof ik voorpret. Het was Pasen, dus besloten wij rustig aan te doen, eerst een beetje bijslapen en een hapje te gaan eten. Vroeg naar bed om een heerlijke dag vol winkel plezier te plannen. Nu is goede vrijdag een nationale vrije dag, wisten wij veel, dus het shoppen werd verplaatst.

 

Dan maar de geschiedenis in duiken, omdat wij de vorige keer de meeste toeristische trekpleisters al bezochten gingen wij met tips “of de road”. Het sneeuwde maar voelde toch niet als koud. Wij hebben de oostmuur gelopen, toch blijft het indrukwekkend een stad verdeeld te zien in twee delen. Veel sporen zijn al niet meer zichtbaar, maar wie goed zoekt komt juweeltjes tegen, een protest dorp, herdenkingssteentjes en monumentjes. Wie gevoelig is voor sfeer, voelt het verleden.

 

Ik kijk eens omhoog naar het gebouw waar ik voorsta, het trappenhuis licht en helder, vier verdiepingen omhoog. Op de stoep lees ik de gedenksteentjes, hier woonde joodse mensen, afgevoerd en vermoord in Auswitch. Hoe anders had deze wijk eruit gezien als deze mensen gewoon lekker vrij hun leven hadden kunnen leiden. Genietend van hun kinderen, die speelde op straat. Opa’s en Oma’s die tevreden op het stoepje naar hun kleinkinderen konden kijken.

 

Voelt eigenlijk wel zwaar kan ik je zeggen. In mijn zijn groeit langzaam het gevoel dat Berlijn haar ziel veranderd is met de jaren. Oost en West worden langzaam weer een Berlijn, toch blijft nog zichtbaar hoe zwaar het leven toen moest zijn geweest. De glanzende nieuwe jas, blijkt een glazen te zijn. Het verleden lees je van de gezichten, een oude dame steekt de straat over, ik zou willen vragen hoe was het voor u? Was deze vrouw de joden goed gezind of deed ze net of ze niets zag. Ik besluit door te gaan, ten slotte kwamen voor de gezelligheid van deze mooie stad.

 

Het leuke van Berlijn is naar mijn bescheiden mening de twee gezichten. Het opgepoetste westen en de underground van Oost Berlijn. Die avond gaan wij naar een underground feest, in een omgebouwde energie centrale was een dancefeest. Gelukkig hadden wij via via de kaarten kunnen regelen, de rij is werkelijk lang, de VIP ingang zat aan de zijkant, toch bekruipt mij weer dat oorlogsgevoel, het scheiden van mensen in rangen en standen. De ijzeren deur geeft toegang naar een donkere gang, aan het einde komen wij weer buiten te staan, een kleine binnenplaats, zouden de joodse mensen het ook zo hebben ervaren, toen ze de bunker in gingen met de gedachte dat ze mochten douchen en er nooit meer uit zouden komen.

 

Ik schut de gedachte van mij af, de garderobe heeft een uiterste precisie en weldra staan wij in een immense ruimte, gevuld met dansende mensen. De uitdossingen schitteren je tegemoet. Ze hadden niets te veel gezegd, dit is het feest. De avond laat ons verleiden deel te nemen, met het leeg lopen van de club komt het besef van tijd terug en besluiten naar ons appartement terug te gaan. Het daglicht laat ons weten, wees welkom het gaat een mooie dag worden, zachtjes begint het weer te sneeuwen en wij volgen de voetsporen naar de uitgang.

 

Na een laat ontbijt, bij een alleraardigst restaurantje, gaan wij dan toch eindelijk shoppen, ik kan je zeggen daar dacht heel Berlijn ook zo over, druk dat het was. Geen tafeltjes te krijgen voor een late lunch. Dus sjokte wij heerlijk naar ons appartement. Omdat het Pasen is, waren de winkels ook gesloten en besloten gezellig thuis iets te eten. De nacht nam opnieuw bezit van ons en de zondag kreeg opnieuw een laat ontbijt. Hoort u mij klagen?  Deze zondag gingen wij heerlijk lopen in het park de zon verwarmde ons, langs oude wijken en waanden ons Berliners. Bezochten een heuse paasmarkt en waagde ons aan de curryworsten, je mag Berlijn niet uit zonder! Morgen 2de paasdag moesten wij helaas naar huis, hoe graag waren wij nog weken daar gebleven

 

Berlijn is een belevenis, raad het iedereen aan, vooral de twee gezichten.

 

Ik zeg dan ook retour Berlijn, tot snel