Hoog bezoek

Dat is feitelijk niet juist, maar gezien mijn stand, die van de arbeidersklasse, deed ik precies wat deze dame altijd had gewenst. De moeder van het volk zijn! Ik vereerde haar met een bezoek. Ze heeft er zelf geen weet van, maar uit alle hoeken, gaatjes, magazijnen en paleizen zijn haar bezittingen tot openbaar goed verklaard.

Ik heb het natuurlijk over niemand minder dan….

Zoooooo…jjjjjuisssssssst.

Precies onze koningin werd princes en gaf haar gouden appel, de scepter door aan haar oudste dochter. Princes Juul.

Ik ben niet echt Koninklijk gezind, maar dat maakt hen niet onbemind. Ik begrijp het instituut. In de nieuwe kerk, een eeuw Juul. Wij waren wel even benieuwd en wilde graag eens zien, horen en vooral veel lezen wat onze vorst zoal gedaan had, om zo onderdeel te blijven van het volk. Deels van onze belastingcenten.

Spreekt geheel voor zich.

Toch heeft deze vrouw iets, waardoor ik haar erg graag mocht. Een beetje wereldvreemd, onnozel en helaas ook een slachtoffer. Die man van haar, komt maar mondjes in beeld, maar goed ook. Ik ben niet zo blij met dit figuur. De leider van de Binnenlandse strijdkrachten en ondertussen gewoon overal zijn Duits lidwoord insteken.

Van de site van de Nieuwe Kerk in Amsterdam valt het volgende te lezen:

In een spectaculaire paleissetting reis je terug in de tijd en zie je Juliana volwassen worden, van jong prinsesje tot standvastig vorstin, in de roerige wereld van de 20stee eeuw. Haar leven, persoonlijkheid en idealen worden gespiegeld aan deze bijzondere eeuw. Aan de hand van meer dan 400 objecten leer je de vorstin en de veelbewogen eeuw kennen. Bewonder bijvoorbeeld de beroemde Kroningscalèche, de koningsblauwe inhuldigingsjapon of waan je in een glamorous staatsbanket met een compleet gedekte dinertafel.

Je zal er je hoofd door verliezen!
Een bontje…was toch heel gewoon?

Mijn grootmoeder droeg er ook een, in Doorn. In 1945, droeg een buurvrouw deze nadat in de razzia het huis werd leeggeroofd. Toch was het gewoon mode, niets bijzonders. Het paleis op de achtergrond, ook in de tuin heb ik gelopen. Daar woonde ze. Mooi ding.

Opmerkelijk samen met de Ex duistere keizer. Ze was niet bepaald gesteld op dit verre familie lid. Doorn, ook hier was ik te gast.
Een vorstelijk huwelijk, 1937. In Doorn stond een herdenkingsboom voor het huwelijk.

Uit de krant uit de oorlog valt te lezen, dat onverlaten ene G.P deze uit strijd deze omhaakt. Na de oorlog, ontdekking…de G.P. Blijkt mijn grootvader. De wereld is klein, ik zeg het je.

Toch is ze mijn koningin, als ik in haar ogen kijk, ik zie steeds het juiste. Een hart dat groot is voor ieder. Toegankelijk en kordaat. De nagebouwde settings, ik heb ze op teevee gezien. Alles klopt, mooie details.

De vorst , by Willink

Papi waarom ben je eigenlijk met mij getrouwd? Zinnen woorden die voor altijd in mijn gehoor liggen.

Zo juissssttt…de kerk is stil…kan ook eraan liggen dat de gemiddelde leeftijd van de bezoekers boven de mijne ligt.

Het was mij een genoegen even in uw wereld te stappen. Ik hoop dat het even duurt, dat wij er weer een overzicht tentoonstelling krijgen maar dan van uw dochter. Onze tweede vorstin.

Negen

Het negende, zonder. De laatste tijd mag ik ontvangen, verval ik steeds opnieuw, de verdomde rouw.

De negende zonder, zo zonder jou. Je weet pas wat je kracht was, als je het kwijt bent.

Negen jaren, toch dien ik je nog. Mijn zoektocht brengt mij langs graven, bewust en onbewust.

Negen, donkere en mindere dagen, de talloze vragen. Zoek niet het zal je vinden.

Zonder, maar met kracht, vind ik moed. Ik hoef niet meer te strijden, te boksen tegen draken en demonen.

Ik staar naar lege bladen, geen tekening, geen letter. Enkel een wereld van zoveel leegte. Wrok, haat, de helse pijn, wantrouwen, een sprankje liefde.

Negen jaren van opnieuw je zien, ontdekken waar je pijn zat, je geeft met veel moeite je pad, je listige pad.

Ik ben je nog altijd trouw, zo ook nu midden in de nacht, het moment dat je niet meer strijden kon. Ik denk nog aan de maan, toen bijna perfect rond.

Je oordeel, ik voel hem. Je bent boos, eindeloos boos. Beschadigd diep van binnen gaf je deze bittere vruchten door.

Zal ook deze ondraaglijke last, ooit van mijn schouders af zijn? De nacht ervoor, ik waak, je einde opnieuw nabij. Vechten, vechten tegen beter weten in. Onbewust kwam je daar, haast voor een eerste maal. Je strijder ontmoet zijn meester.

Zij die ons verlaat, hoeft niet meer te strijden, maar het eens zijn met de verlossing van leven voor het eeuwige.

Je wens was tot as, nooit meer tot een graf. Waar kou en kille grond je langzaam zou verteren. Je wens om geen graf, begrijp ik zo. Het is dan definitief en dat ontbreekt jouw. Je nam de weg van eeuwig willen dwalen, op je weg louter pijn en onverlaat. Uitgewist alsof je wist, het zal nooit rusten.

Je zoekt mij, je bent nog niet klaar. Ergens heb je mij gevonden in het moment van overgaan. In de nacht maak je mij wakker, mijn keel knijp je dicht, kuchende sputter ik tegen. Nee, mam!

Je overgaan, de negende. Het staat voor geboorte, maar jij dient de dood. Het getal 9 is een symbool van finaliteit of volledigheid. Jezus Christus, de zoon van God, precies op de 9 stierfdituur van de dag waarop hij aan het kruis werd gekruisigd. En was een symbool van de finaliteit van Zijn doel op aarde. Je weet het, je had een bijbel.

Waarom komt er God, ineens steeds in mijn gedachte. Woorden, waarden, zal ik zoeken in troost? Ook zonder bijbel, ken ik grotendeels hoe je hem inzette, ten goede en zeker in het kwaad. Dat waar je hoop zocht, je bedrogen werd. Ze weten het, jij wist het. Ik kijk voorbij en ontmoet je kleinste meisje zijn. Ik knik, mam het is goed.

Vandaag nu negen jaren, mocht je niet meer in je lijf huizen. Je laat je niet rusten, ik moest je eeuwig jong houden toch? Het is tijd voor de finale, jou einde elk jaar beleef ik het samen met jou in de nacht. In deze nacht. Laat mij los, ga in vrede. Rust zacht daar aan de andere kant. Ik moet nog wel even, tenminste dat is mijn streven. Laat mij los uit die ellendige tijd, waarin ik steeds lijk te zweven.

Een voetstuk, nee dat nooit meer. Ik dien alleen mijzelf. Ik ben in vrede in de donkere nacht. Los van oordeel.

Het getal tien dient zich aan, zonder jou.

Nummer 10 is het symbool van positieve houding en optimisme. Je moet optimistisch zijn over de veranderingen die in je leven zullen komen. Je moet ook geloven dat je het juiste doet. Je aanmoedigen om je eigen instincten en intuïtie te volgen.

Mijn engel, zo zittende op mijn linkerschouder. De rol die mag je dragen, maar laat mij slapen op deze bijzondere dagen. Dag moe, ga door de poort. Ik red het wel.

Wolkenbomen

Vandaag zag ik deze prachtige foto. Helaas stond er niet bij wie deze heeft gemaakt. Maar als iemand het weet, dan zet ik zijn/haar/hen naam er graag onder.

Fotograaf voor alsnog onbekend.

Wolken en bomen, ze gaan zo mooi samen. De kracht spat van de plaat. De foto nam mij mee naar Sitges. Daar staat mijn eigen wolkenboom. Wolken, als dromen, bomen die gewoon staan in het decor door mensen geschapen. Elke keer als ik langs mijn boom kom, en dat doe ik al jaren, neem ik een foto.

Mijn wel edele boom, bied schaduw op een verder lege boulevard waar op een zomerse dag, het natuurlijk licht zo mooi gefilterd wordt. Een wandelaar rust, de boom kust de horizon, kijkend over zee. Ooit is hij hier neergezet zijn stam nu zo oud en hol. Een ijzeren ring zorgt dat zijn zware kroon niet verder buigen zal. Ik volg zijn wollige oude pruik, ik beeld mij in dat hij fleurt met een jongere dame. Ze is rank en slank en staat iets verder op de boulevard. Ook haar neem ik vaak op de foto al jaren lang.

Hij staat daar zo mooi te stralen, mensen lopen langs, op mijn foto’s mogen geen mensen. Ze verstoren mijn beeld. Ik wacht mijn momenten zorgvuldig af. Klik klik en vervolg mijn route op de boulevard.

Al is het weer onstuimig en ruw, zijn kruin blijft mooi in de wind. In de avond kleurt hij zacht paars, de maan strijkt s’nachts een gouden glans. Hij en ik kennen elkaar, hij weet ik heb zijn respect. Hij en ik zien elkaar, begrijpen onze tol, hij en ik, hij zag mij tranen, begreep haast mijn verdriet.

Hoe een foto, van een wolkenboom, mijn gedragen gevoelens weer mee neemt op de wind. Blaas de wolken, zie zijn hout. Ik kan niet wachten om weer hem te zien.

Mijn Sitges wolkenboom.
Mevrouw wolkenboom staat iets verder met haar ranke lijf van bast.
In de nacht, als dieven, gouden maan.
De zon, gaat onder. De laatste stralen.
Goedemorgen, zo vroeg dit jaar in het voorjaar.

Dit jaar waren wij in Sitges al vroeg in het voorjaar. Hij lijkt mij aan te kijken, wat doe je nu al hier en knippert met zijn knoestige ogen. Sommige zaken veranderen niet en glimlachte breed.

Ontdaan van alle franje, zelfs het weer is guur en grauw.

Voordat iemand gaat denken, de schrijver knuffelt met bomen. Niets is minder waar. De liefde voor bomen, zit in Berk en Eik, ingegeven door mijn vader. Wie mijn reis door zijn jeugd heeft gelezen en gezien in de “groeten uit…“, wandel ik zo graag een stukje op met de bomen. Snuif mijn neus graag vol met dennengeur. Ik luister vol bewondering naar de wind die de bladeren laat zwaaien. Hun machtige takken reikende hoog boven mij uit.

Nog even kleuren bladeren in alle kleuren oranje/bruin en geel. Om los te laten, de werkelijkheid komt weer in zicht. De takken kronen, wat ben ik toch gek op bomen.

De leegte…

Maar eens zal de dag komen, zoals op deze foto. Je takken werden te zwaar, je staat niet meer daar. Je kroon, te zwaar om te dragen, gespleten haaks op hoe je stond. De dames van Fem Vert, laden je op hun autootje. Je laatste reis gaat langs haar, je koningin. Heel even heel dicht bij elkaar. Toch in mijn hoofd ben je voor altijd daar. Tot ook mijn tijd is gekomen en ik van ouderdom, zomaar op een bankje nooit meer op sta. Hoe mooi zou het zijn, op het bankje aan zee, kijkend naar de plek waar jij ooit stond.