Zij

Mag ik jouw wat vragen, zomaar voor een uitleg,

Ik weet, ik mag het niet vragen, mezelf daartoe niet verlagen,

maar ik zit zo met die vragen waar ik nog steeds geen antwoord op weet.

De vragen zijn altijd in mijn gedachten, komen tekens weer voorbij,

misschien zal er ooit een tijd komen dat mijn vragen mijzelf verlagen, TOCH.

Dus mag ik jou vragen wat je voelt, als het branden in je hart,

mag het niet vragen, het spijt mij wat ik zei.

Ik wilde je niet remmen, niet tegen houden voor het rode licht,

ik wil zo graag ruimte geven aan het gevoel.

Met tegenzin, doe ik het toch maar niet.

Gewoon zijn

Soms denk je, wie ben ik en waar sta ik voor.

Gaat je hart sneller kloppen en weet je hier doe ik het voor.

Moeilijke keuzes komen af en aan en dan te kiezen ergens voor te gaan staan.

Best lastig, soms denk je het te weten en draait je wereld honderd tachtig graden.

Staat alles op zijn kop maar voelt het toch goed, zo is het juist dat je ontdekt wat je altijd wist.

Ik ben ik, gewoon mijzelf, ik koos het niet het koos mij.

Zien

Opluchting zien en zijn in het licht.

Genieten van zoveel kleine dingen om je heen.

Zoekend komen naar een einde,

je voelt weer heel, ook al bekruipt je de angst.

Zolang was zoeken een doen op zich,

op de drempel, nog even vasthouden aan dit veilige oude gevoel.

Geniet van de wandeling er naar toe,

Geef steun op jouw nieuwe “oude” weg.

Keuzes maken

De een weet het al precies.

De ander zoekt en zoekt.

Iedereen heeft een bestemming.

Alleen de route er naar toe onbekend.

Vaak is niet het einddoel je bestemming.

Maar het nemen van de weg er naar toe.

Op het moment dat je weet…ik ben er.

Blijkt het te zijn voorbij.

Het ware leven en het was goed.

Kennis maken

Hallo, wie ben jij?

Wat ga je doen?

Voel je de open ruimte,

kom dichterbij dan!

Hallo, wie ben jij?

Waar ga jij naar toe?

Voelt het fijn in mijn ruimte,

wat fijn dat je bij mij bent!

Wat gaan wij doen,

nu wij opnieuw, echt samen zijn.

Samen

Heel alleen doe ik mijn eerste stap,

kijk hoe ver ik gaan kan.

Zoek steeds weer die onmogelijke grens,

de grens van mijn angst in mij.

Is er zoiets dat helpt tegen de pijn van het samen maar toch alleen zijn.

Leegte in inhoud,

een glas half vol of toch leeg.

Delen, op weg, zoekend naar een spoor,

waarom zorg ik er dan voor…, dood spoor.

Een wordt twee, maar twee geen drie of meer…., dood spoor.

Samen maar toch alleen het spoor gaat door!

Alles

Eens hoorde ik iemand zeggen,

als de klanken van weleer.

Er klonk een wrange ondertoon,

het was om alles, om werkelijk alles.

Niets of iemand kon daar iets aan veranderen.

Alles is alles, maar ook een heleboel niets,

iets is iets maar echt toch ook niets.

Leegte is dus alles maar ook gevuld,

maar is dat alles gelijk of ongelijk,

onzeker of toch zeker!

Je kunt het niet bevatten, begrijpen al helemaal niet.

Wat is het iets dat je niet ziet, maar toch altijd aanwezig is.

Is het alles of toch echt niets?

Genieten

Zien, doet pas geloven als je er daadwerkelijk bovenop zit,

anders stop je het weg, ver weg, uit het zicht,

Niet in geloven, het kan niet waar zijn, ik geloof het niet.

HET geloof ik.

In mij zegt het: geniet, voor je het weet ben je zelf een NIET.

Kijkende in de spiegel zie het beeld,

het beeld van wat je had willen ontwijken kijkt nu terug.

Opeens dan zie je het, je leeft in het veld van het geniet.

Gemiste kansen spoken langs je heen,

genieten, nee zeker niet!

Onrust

Tekens weer ervaren, momenten van spijt,

die knagende gevoelens van het waarom.

Vele lopen door de straten verborgen is het leed,

niet zichtbaar aan de oppervlakte waant zich een gevoel, zomaar opeens dan sta je stil.

Dagelijkse gewoonte doorbroken, een geluid, iets in je zicht, je smaak of de situatie,

opeens dan sta je weer, daar waar je niet meer wilde zijn.

Een gevoel van onbehagen, een gedachte aan toen,

je vraagt je af waarom ik, telkens weer die momenten te moeten herleven.

je geschiedenis als beelden in de tuin.