De heks van Texel

Texelse volksverhalen leven nog door.

“Akkes-Kil”

“Akkes-Kil was een echte heks en ze woonde in het dorpje de Waal op Texel. Ze was niet zo goedaardig zegt men. Ze wachtte lang niet altijd tot het avond was voor ze te voorschijn kwam om haar nare streken uit te halen, hoewel ze zich in het nachtelijk donker, als de wind de takken van de bomen deed kreunen, wel op haar best voelde. Ze had de gewoonte om over haar onderdeurtje te hangen, zo’n groen half deurtje met zo’n mooie koperen klink eraan. Dat deurtje en die klink zagen er onschuldig genoeg uit, maar als je Akkes-Kil zag, wist je meteen dat iets loos was.

Ze stond daar zoals heksen wel vaker doen, haar armen over elkaar en haar scherpe neus vooruitgestoken. Ze had een paar ogen boven die enorme neus die je niet gewoon aankeken, nee, die keken dwars door je heen.

Naast haar zaten altijd twee witte katten op het randje van de onderdeur, elk aan een zijde. Die katten hadden ogen om bang van te worden en ze zetten kromme ruggen en dikke staarten om van te griezelen. Wanneer er dan per ongeluk iemand langskwam, begon Akkes-Kil haar kunsten te vertonen. Ze keek de ongelukkige scherp aan met haar heksenogen en als hij zo bang was dat zijn benen trilden, begon ze hem te bekogelen met de loden gewichten van haar klok. Van die grote gewichten zoals ze aan een staande Friese klok hingen, dus dat kwam hard aan. Nee Akkes-Kil was beslist een hele slechte heks.”

Het is de waargebeurde en mysterieuze geschiedenis van ‘De Heks van Texel en haar omgeving. In het vrijwel vergeten verhaal wil de woedende bevolking de heks op de brandstapel gooien.

Akkes Kil heette eigenlijk Cornelisje Pieters List (1804-1886). Zij was de weduwe van timmerman Augustijn Dirksz Dijksen (1805-1841). ‘Kil’ is een Texelse afkorting van ‘Cornelisje’ en ‘Akke’ van ‘Augustijn’. Zij was ‘Kil van Akke’ of ‘Akkes Kil’. Maar een heks gaat jaren zo niet eeuwen mee en had reeds al eens eerder met het dekselse Texel volkje gedeald.

Zo was er de Sommeltjesberg

Men zegt dat het in lang vervlogen dagen heeft gespookt op Texel. Dat er geheimzinnige dingen gebeurden, staat in ieder geval vast. Want de Sommeltjesberg bijvoorbeeld, is een heel geheimzinnige heuvel.
Hij bestaat niet meer, hij is lang geleden afgegraven en het volkje was verdwenen wat er woonde.

Of het verhaal van de Engelse steen, wat heeft ze daarom gelachen toen zij hen zag graven.

Op de Hoge Berg van Texel lag vroeger een reusachtige steen. Een hele zware, ruwe steen. Tegenwoordig ligt hij er niet meer, hij is allang verdwenen, maar in die tijd lag hij er nog.
Zo’n steen lijkt een gewoon natuurverschijnsel. Want in de Hoge Berg liggen wel meer grote stenen, de gletsjers hebben ze lang geleden meegebracht.
Maar deze steen was anders. Het was een steen van kolossale afmetingen. De Texelaars noemden hem de Engelse steen. Men sprak vol huivering en ontzag over deze steen.
En dat kwam niet alleen doordat hij naast het galgenveldje lag, hoewel dat natuurlijk ook wel meehielp. Er was een andere reden voor.
Het mysterieuze van de steen zat hem in zijn afmetingen. Want wat je op de Hoge Berg zag was slechts de kop van de steen. Het punt was: waar was het andere eind van de steen?
Men had geprobeerd het te vinden door diep rondom de steen te graven, maar men kon het eind niet vinden. En dat was natuurlijk ook onmogelijk, want de steen reikte, onder zee door, heel tot in Engeland.
En daarom noemde men hem de Engelse steen.

Maar de arme weduwe wilde eigenlijk helemaal niets dan alleen gelaten te worden. Maar dat deden de bewoners niet. Wegwezen allemaal en ze had een goede worp. Ze was diepgelovig, alleen bezoek van de dominee kon ze wel hebben. Maar het dorp wilde maar één ding, weg met de oude heks.

Ze dacht nachten na, hoe kan ik nu een baken zijn. De bron van en voor leven en voorspoed. Daar waar iedereen naar op kijkt. Dat je van heinde en verre kunt aanschouwen? Maar telkens stoorde de dorpsbewoners haar in haar gedachten! Ik wil rust.

Na een aantal nachten, haar huisje was leeg, weg de poezen met hun rode ogen en dikke staarten. De deuropening bleef leeg. Het dorp haalde diep adem, gelukkig ze is verdwenen. Maar als de ruis in de boom toppen gaat, sluiten mensen nog steeds hun luiken. Je kunt nooit weten!

Het verhaal verteld niet hoe het met haar afgelopen is maar ik denk dat ze hen te slim af is geweest en ik zag vandaag een van haar staaltjes. Zou ze dan toch een heks zijn geweest?

Heksen bestaan al eeuwen, zo ook het geloof. Dat was hier al eeuwen eerder. Het baken is een kerk, al reeds van verre te zien. Ze huis er, in haar kat. En als het kwaad geschiedenis schrijft hoor je haar klokken.

“Listig als een kat, dat zal ik zijn, opnieuw zal ik verdwijnen zoals ik dat eerder deed.”

Eerst veranderde ze haar katten in schapen, zo zou Texel haar faam blijven behouden. Wol zal hen voorspoed brengen.

Voor haar zelf bedacht ze, hoog en droog, zal ik voorlopig leven als een oude kat. Wonend in haar eigen klokkentoren. De oude kat laat zich nog zelden zien, maar ik spotte twee rode ogen. Vanuit Den-Helder, met helder weer zie je de witte klokkentoren reeds. Het baken van voorspoed en leven. Met de pont over komt deze steeds dichterbij.

Wie tegen het licht in kijkt in de verte, spot daar een zittende kat. Maar kom je dichterbij wordt de kat een pracht van een wit kerkje, keurig rechtop met witte pootjes in het gras.

De poes met witte pootjes, kaarsrecht in het gras

Tegenwoordig ligt de kerk aan de rand van Den Hoorn, maar vroeger vormde deze het middelpunt van het dorp. In de afgelopen eeuwen, door de teloorgang van het loodswezen, zijn echter veel woningen vanwege leegstand gesloopt. Maar daar had ze natuurlijk ook een rol in. Zo had ze nu zicht op haar poezen schapen. Weg met de bewoners, alleen de dappere bleven. Niemand weet het nog precies, maar wat als…

Hoe listig, maar alleen voor wie het zien wil. Ik zie knipperende rode stipjes in de toren en op hetzelfde moment strijkt er een oude poes opeens aan mijn voeten. Miauw, ik ken jou, miauw ga maar gauw voort, voort voordat iemand het hoort.

Ik knik nog naar de toren, de kat is verdwijnen en in de weide staan allemaal witte schaapjes om het hardst te blèren. Tessel op zijn best!

2 thoughts on “De heks van Texel

Plaats een reactie