Gewoon zijn

Soms denk je, wie ben ik en waar sta ik voor.

Gaat je hart sneller kloppen en weet je hier doe ik het voor.

Moeilijke keuzes komen af en aan en dan te kiezen ergens voor te gaan staan.

Best lastig, soms denk je het te weten en draait je wereld honderd tachtig graden.

Staat alles op zijn kop maar voelt het toch goed, zo is het juist dat je ontdekt wat je altijd wist.

Ik ben ik, gewoon mijzelf, ik koos het niet het koos mij.

Aan den poort

Met koningsdag waagde ik mij even op de grachten in Amsterdam. Ik wist natuurlijk dat ik overladen zou worden met prikkels. De rust van dagen ervoor en die van erna, zorgen ervoor dat ik langzaam weer bij trek.

Maar ik was er, stukjes oranje zee en de stevige arm van mijn vent om mij door de massa te loodsen. Natuurlijk ben ik mijzelf ervan bewust dat het eigenlijk snel te veel kan worden. Het lijf gaat gewoon snel op slot. Een paar uurtjes en verschillende stops en rust momenten ingebouwd en dan huiswaarts met de tram. Ik redde het net.

Maar naast zuur hoort ook het zoet. En zo af en toe richtte ik mijn blik naar beneden en dan weer omhoog. Afsluiten voor waar ik in stond. Zo zette ik minder zintuigen in. Maar daar keek ik omhoog, een feest voor mijn ogen. Gek maar dat was mijn oude toekomst en heden gevangen in één in gevelstenen. Dat zijn wij zei ik.

Heh! Wat bedoel je? Kijk daar, t’heren in logement en de twee witte leeuwen wees ik omhoog. Hij zag het nu ook. Beide lachen wij, blij dat iets mij blijer maakt. De reden dat wij hier lopen is natuurlijk ook voor hem, toch zijn kingsday te beleven. Oh, hij mag ook alleen lekker de boemel op, maar hij wil het niet. We worden ook ouder natuurlijk. Thuis maar eerst voor de buis. Kijken naar de viering, koffie en een bittertje met de oranje TP.

Voor dit gedoe van covid was het onze intentie een Bed&Suites te beginnen in Spanje. Maar deze droom kwam tot stilstand.

Dos Leones Blancos zal het helaas nooit een logement gaan worden. Maar boven deze poort, kwam het allemaal samen. Een neefje dat bij ons woont, heeft tijdelijk een onderkomen gevonden bij ons in Amsterdam voor de periode van zijn stage. En ik natuurlijk een paar extra handen voor extra hulp. Het Heeren logement.

Thuis gekomen zat ik naar de kingsday foto’s te kijken die ik had geschoten en daar was ik de poort al weer vergeten.

Wat vreemd dat ik deze niet kon plaatsen. Mijn trouwe vriendje google met O.Z. s’ Heerenlogement | Amsterdamse grachtenhuizen bracht het antwoord. Maar de lap tekst was mij effe te veel om op te nemen. Bewaren tot nu van schrijven. Baby stapjes.

Wat blijkt hoor de poort helemaal niet aan de gracht te staan. Zo luide…een Chique gelegenheid.

Het Oudezijds Heeren-Logement, gelegen aan de Grimburgwal, is een, door de stad in 1647 gebouwd logement en bedoeld als een onderkomen voor aanzienlijke gasten die de stad bezoeken.

Met de sloop voor de uitbreiding van het gasthuis, waar later een veilinghuis was gevestigd, nam de veilingmeester de poort mee naar de grachten rond 1874.

Wat een prachtig pand was het, het logement, met het kenmerkende bruggetje naar de poort.

Mijn cirkel is rond. De twee witte leeuwen, het heren logement in mijn Amsterdam. XXX.

Familie deken

Zo klein als je bent, je ervaart het al!

Het is er speciaal voor jou,

aandacht in overvloed als ware het een warme deken.

Er zijn momenten dat dit je goed doet,

het lot speelt ermee, daagt je uit het zonder te doen, laten je denken ik ga zonder verder.

Er komen testen op je pad, sommige zwaar als molenstenen.

Hoe je ook juist kiest en gaat,

of  gewoon dat je stil staat, alles gaat door.

Opnieuw mag je het ervaren en staat altijd klaar.

Heel even ervaar je weer zoals het was de eerste keer.

De warmte die er altijd was,

ook al koos je ervoor de deken niet te dragen.

—————————————————

Vandaag voor mijn Va, hij zou 97 zijn geworden. Al 21 jaar van mijn leven is hij er niet meer als persoon bij. Zijn ogen, vol lichtjes, ik weet ze nog. Zo houd ik hem dichtbij mij, voor altijd. Familie die heb je, zijn in zijn zijn, maakt mij tot mijn mijn.

Een ode aan een diamanten huwelijk

Afgelopen maandag waren mijn schoonouders 60 jaar getrouwd. Niet elk koppel bereikt deze speciale mijlpaal, dus dit jubileum wordt belichaamd door de zeldzaamste en duurste van alle edelstenen, even onverwoestbaar en eeuwigdurend als hun liefde.

De laatste jaren moesten ze helaas uit elkaar gaan wonen. De zorg voor moeders kon vader niet meer dragen. Ongetwijfeld een van de moeilijkste wegen. Maar tja, als je al beide in de tachtig hebt mogen worden, dan start er een heel andere fase. Je raakt mensen kwijt, gewoontes veranderen niet echt meer. Maar het grappige met houden van, gaat onverminderd door. Hoe moeder vroeger voor iedereen zorgde, doet vader dat nu voor haar. Elke dag gaat hij naar de overkant, het verzorgingshuis. Wat een geluk dat het ons gelukt is om haar daar te laten plaatsen.

Vaak is ze er even niet, dan is ze in haar jeugd aan het wandelen. Niet altijd herkend ze ons, maar als je er even bent, dat komt ze weer terug. Ze vraagt hoe het met je is, onderzoekt of er wel koek in haar kamer is voor bij de koffie. Maar geen idee meer, dat ze het zo bijzonder vind dat wij in haar stekje koffie hebben neergezet. Ze herkend vaak niet waar ze is, wat moet ik hier nu? Dan wijzen wij op foto’s, daar staan wij allemaal op. Vreemd hoor dat er hier foto’s hangen van jullie. Waar blijft mijn man, waar is hij nu weer.

Vader, de beste man. Kookt zo af en toe een eitje en neemt dat mee in een washandje. Of er komt weer een kind aanwaaien en neemt patatjes voor haar mee. Ze kan zo heerlijk zitten smullen ervan. Hij red zich, hulp in huis, doet zelf nog boodschappen en deels de was. Koken is nooit zijn hobby geweest, maar de hare, maar tafeltje dekje brengt hem zijn maaltijden. Het zit allemaal in de details. Bij koffie hoort koek, na koffie komt een drankje met wat snaai. Iedereen kreeg wat hij of zij lekker vond. Zo krijgt moeder tegenwoordig een advocaat met slagroom, je moet haar toch eens zien. Als wij haar haar gang laten gaan, gaat haar ranke wijsvinger in het glaasje. Likkepotten.

Vaak halen wij haar op, doen we koffie bij vader. Nou dat wil ze wel en als wij dan met de rolstoel de straat oversteken, zegt ze steevast, wat moet ik hier? Daar woont je man. Je hebt het mooi voor elkaar, ze herkend haar eigen oude meubels niet. Daar zitten ze dan naast elkaar, bewust zet ik de stoel naast die van vader.

Daar gaan de handjes, in elkaar. Daar zie ik, die onvoorwaardelijke liefde, het is er. Liefdevol, een plankje als tafel, eerst de taart en dan de koffie. Er wordt strak op haar gelet. Hij vult haar aan, als ze er niet uit komt, hij vertelt waar zij luistert. Jaren ging het andersom. Wat een koningspaar. Allebei zoals wij dat noemen Pak1 aan, op zijn best. Het was een eer om deze voor ze te mogen uitzoeken, alles picobello.

Maar wie goed kijkt ziet onbaatzuchtige tevredenheid. Liefde voor later, dat is nu. Wat pril begon, staat nu gegoten in beton.

Wij koesteren de liefde volle momenten dat zal je vast begrijpen. De ondeugd in hun ogen, de rijke verhalen over weet je nog?

De burgemeester kwam, een brief van de koning. Vele bloemen en kaarten. Het bescheiden feest, een receptie, waar moeder af en toe haar lekkere humor liet horen. Ze is er zo handig in geworden, omzeilend, maar ze komt er mee weg. Ik zie de berusting, de kleine pretoogjes bij vader, zijn mond lachend. Ze hebben het gered, ze hebben de kroon, waarschijnlijk als enige van hun grote families.

60 jaar gehuwd en bijna 65 jaar samen. Tot over 5 jaar zei de burgemeester. Met 65 ben ik er weer. Daar houd ik je aan zei moeder. En vaders hoofd zakte een beetje, hij weet wat wij weten, dat ze langzaamaan steeds verder weg komt te staan, bij wie zijn vrouw ooit was, de echtgenote, de moeder, de oma en natuurlijk mijn lieve schoonmoeders. Het is erg, het sloopt. Maar goed, wij maken nieuwe herinneringen, alsof het niet zo is. Want ons vader, die moet door, voor de liefde.

Je kunt wel raden, hoe gek ik ben op mijn schoonouders. Mijn tweede thuis, dus doe ik wat ik altijd doe, grapjes maken, dingen regelen, gek doen met moeder en vader. Ze weten het, die gekke Walt. Of ik de 60 jaar huwelijk ga halen, ik zou het niet kunnen zeggen. Maar dat ik goed voorbeeld heb mogen hebben aan mijn eigen ouders 53 jaar samen en nu dan de kroon van 60 van mijn schoonouders.

Leven het bruisende paar.

Met de burgemeester

De wereld in shots

Tja, iedereen reist de wereld, de planeet kent bijna geen geheimen meer. Toch raast er van alles rond. Neem nu de wijze waarop mensen foto’s nemen. Selfies, gebouwen, steden, straten. Ik denk dat er miljoenen foto’s hetzelfde zijn geschoten. Opgesloten in albums over vele jaren. Ik doe er ook aan mee die ene iconische foto na t schieten. Zo denk je origineel te zijn.

De wereld in sepia, zo was het van avond in Griekenland. Nee, ik was daar niet, maar de beelden kwamen tot mij.

Zo delen vrienden en bekenden ook hun reizen met mij, hun foto’s zorgen ervoor dat ik kijk naar de wereld in stukjes. Ik ben niet jaloers, maar geniet echt. Ook een deel is dankbaar, dat ik niet er heen hoef. Het is mooi dat delen. Dit keer op gewoon de NOS. Sahara zand en de gekleurde luchten, de wereld in oude foto’s, sepia.

Is het niet prachtig, foto van EPA

De verborgen waarheid, de balkon scène

Op een van de eerste vluchten arriveerde wij voor de verandering eens op tijd. Waar de meeste nog de slaap uit de ogen wrijven, waren wij al klaar wakker. Omdat wij dit keer alleen handbagage met ons mee hadden, liepen wij vlot langs alle wachtende bij de bagageband. Er scherp op te letten dat wij geen bekenden zouden tegengekomen. Ons bezoek, had niets meer met dit alles van doen. Ook wisten wij de weg, geen zin om in die transfer bus te stappen als sardientjes. Rondjes door de plaatsten, weten dat als je twee stops eerder uit stapt, een straatje door loopt je nog voor de bus er is bij het complex staat. Dus hup een taxi in, toen was het nog echt, wie het eerst aan de incheck staat heeft een beter appartement. Deze ochtend ook voor ons geen bekende bij de receptie en worden vriendelijk gevraagd plaats te nemen. Onze voorkeuren zijn genoteerd maar het inchecken is pas rond het middaguur. Ons appartement bevind zich in de hoek, daar wil meestal niemand in, maar het voldoet. De gordijnen zijn geopend, wat inhoud dat deze niet in gebruik is. Maar goed, ik ga zo nog wel even en wij gaan lekker op de rand zitten van het zwembad. Wat heerlijk, verkoeling maar ook al van een aangename temperatuur, omringd onze voeten en kuiten.

Het is gedaan met de ochtend rust, de transferbus met de andere nieuw arrivals komen ook zitten en liggen aan het zwembad in afwachting van het gereed maken van hun appartementen. Wat een gekakel, er hangt nu al een soort opwinding tussen de gebouwen. Vakantie, feesten en hier en daar rust. Precies dat waar ik of nu moet ik wij zeggen jaren geleden ook verliefd op werden. Mooie herinneringen, ja dat was een top tijd.

De huidige bewoners worden ook wakker en het complex komt tot leven, balkon deuren zwieren open, mensen ontbijten op hun tijdelijk terras, handdoeken worden opgevouwen, lucht bedden krijg een extra beetje lucht, het is een ware klucht om naar te kijken. Op elk balkon gebeurd er wel iets.

Een geliefde bezigheid van ons is er een spel van te maken, wie zijn die verschillende mensen, wat zouden ze doen, wat zou het leven zijn wat ze thuis leiden. Hoe leuk is het om dit juist te gaan invullen, lekker bezig zijn met het leven van een ander neemt zo heerlijk even je eigen gevoel en werkelijke reden weg waarom wij hier moeten zijn.

Neem nu die man daar linksboven, met die iets wat vollere vrouw, ze moet trouwens wel zijn tweede vrouw zijn gezien het leeftijdsverschil. De bevestiging volgt even later op het balkon ernaast, twee grotere kinderen van de leeftijd van “mama”. Op een hoog staat een gordijn een stukje open te ver open, gezegd moet worden dat op vakanties vastgeroeste liefdes soms weer tot leven komen, de liefde bloeit er rijkelijk.

Op vier hoog, een stel dat net terug komt uit het doorlopen nachtleven, nog even een sigaret, haar, make-up en kleding lijken zelfs van deze afstand als dweil gediend te hebben na het feest. Dit type zijn er veel van, in hele anderen tijden waren wij ook zo’n stel.

Als ik terug moest naar Nederland, had ik minstens een week extra vakantie nodig om bij te trekken. De dag is hier nacht en de nacht de dag. Wij zijn nog steeds actief, maar redden het niet meer en daarbij heeft de liefde voor het eiland het van ons gewonnen.

Er komt iemand naar van de receptie naar mij toe, wilt u mij volgen, maar natuurlijk antwoord ik. Zoals verwacht is ons appartement al gereed, of ik het zeker weet. Ja, ik weet deze kamer is nog origineel, een tijdscapsule en je staat in de jaren 70. Ik vind juist de zo authentieke details leuk, het donker groene keukentje, de knal oranje spreien en gordijnen. De tegeltjes in mozaïek op de vloer. Maar alles is keurig en schoon en ligt aan het einde van de gang. Maar heeft de grootste buitenruimte. De houten bak zetten wij altijd buiten, het is ook een bed. In alle rust kan je er heerlijk op zonnen. Want, tot aan de bijna zonsondergang is het er zonnig. De andere gasten, ik zie ze wel denken, vast bekende, maar ze moeten nog wachten.

Tijd voor een dutje en dommelen even weg, zo belanden wij wel sneller in het ritme van dit prachtige eiland.

Het is gebruikelijk om dit hier te doen, wij besloten om het heerlijk toe te laten en gaan naar ons zeg maar eigen appartement, natuurlijk laait bij ons ook de passie weer op en na een passievol liefdesspel dutten wij heerlijk in, in elkaar armen.

De laatste maanden was het druk, het leven had ons in een greep, van opening naar gala, van feestje naar etentje, kortom alles maar om er maar niet aan te hoeven denken. Nu wij hier weer terug zijn, ondervinden wij weer een stukje rust, die lang verdiende rust.

We slapen een gat in de dag, dat hadden wij dus nodig, maar in de benen. Douchen en daarbij helpen wij elkaar. Iets van oud sentiment komt boven, dit zouden we vaker weer moeten doen. Wat is de kleur voor vanavond? Haha, tja zo ging dat iedereen in dezelfde kleur. Vloeit mooi in elkaar over. Doe maar beige wit. Hoezo saai, is makkelijk en staat je altijd goed Chrissie zeg ik met een vette knipoog.

Wij besluiten eens een rondje te doen, op zoek naar bestaande en nieuwe restaurantjes, langs de boulevard zitten er genoeg. De Haagse eigenaar van de tapas tent, weet gek genoeg dat hij zijn tactieken niet op ons hoeft uit te proberen, hij groet ons zelfs vriendelijk, net alsof wij hier gister nog liepen. Wij kiezen voor een vis restaurant, waar wij al jaren komen, met zicht op de boulevard met die nieuwe verlichte souvenirs en sieraden standjes en de mooie baai. De eigenaresse herkent ons onmiddellijk en komt bij ons aan tafel zitten, wat heerlijk om jullie te zien vrienden en praat honderd uit, andere gasten vinden het wat minder merken wij, ze roept haar man, kijk wie er zijn, Tobias en Chris, de kinderen helpen mee in de bediening, god wat zijn ze volwassen geworden in die paar jaar. Twee jaar jongens, het voelt als gister, twee jaar waarom zo lang weg geweest, mijn taal gevoel moet weer een beetje groeien, ik leg mijn hand op haar arm, het waarom komt later, nu eerst heerlijk bij jullie eten.

Maar weten ze al dat jullie er zijn? Nee, dat weten ze nog niet, wij zijn hier euh anoniem, natuurlijk een vreemde gedachte als je al meer dan negentien jaar het eiland bezoekt zo’n vier keer per jaar.

Wij eten inderdaad als vanouds heerlijk, het oude gevoel is weer terug, wij genieten van de door de maan verlichte baai, mensen slenteren heen en weer over de boulevard, zien en gezien worden daar gaat het om. Maar dan een schreeuw, nee het is niet waar, jullie zijn er weer en dat vertellen jullie niet, mooi is dat! En dan ook eerst bij een ander gaan eten, weet Patrick al dat jullie er zijn? Nee, Monique rustig aan, dit kan echt niet, maar wacht komt goed!

Voordat wij iets kunnen zeggen, beent Monique het restaurant weer uit met de telefoon al in de aanslag, wij kijken elkaar aan, wij weten het, weldra weet iedereen het, laat dat maar aan Monique over, altijd de regie, op afstand zien wij haar druk bellen een stuk of vier keer, ja grondig is ze ook nog. daar is ze weer, zo dat komt goed hoor mannen, oh wat heerlijk eindelijk zijn jullie weer bij ons.

Straks gaan jullie gewoon mee, jullie staan al op de gastenlijst. Gewoon mee, waarheen? Zo gaaf, echt man weet je nog die locatie boven in de oude stad, het project, het is klaar, Zona is klaar Tobias! Mijn Zona zeg ik, ja jongen jouw idee is tot leven gekomen.

Vaag had ik wel iets vernomen, ik ben van mijn stuk gebracht, Chris merkt het en geeft mij onder tafel een kneep in mijn hand. Ik houd me groot, maar krijg geen tijd te reageren. Nu wordt duidelijk waarheen die telefoontjes gingen die Monique pleegde. Wij hebben een grotere tafel nodig, van diner voor twee, naar een tafel van 14.

Wat een bont gezelschap, natuurlijk een over en weer, wat twee jaar, ja twee jaar, wat een toeval, nu net dat het opening avond is van Zona, twee jaar echt het voelt als gisteren, wij hebben elkaar zoveel te vertellen. Sorry dat jullie niets van ons hebben gehoord, ach jullie ook niet van ons.

Of wij willen of niet, wij zitten klem, als ratten vast, wat bedoelen ze het allemaal goed. er zit voor ons niets anders op dan ons te laten meevoeren met de avond en de “hernieuwde” kennismaking met oude “vrienden” en nieuwe liefdes, die het in zich hebben snel vrienden te worden.

Hoy es un día especial

Ayer mi vida parecía completamente diferente.

hoy es mi dia favorito

Es fin de semana.

Los padres de mi marido han estado casados ​​durante 66 años.

Mañana es una gran fiesta para nosotros.

Bebo champán, como pasteles. Musica y baile.

Nos encanta bailar, pero no es posible porque mi pie está muy mal.

Probablemente vendrán muchos familiares a los que hace tiempo que no vemos.

Adiós amigos, que tengáis un buen fin de semana.

Mis mejores deseos

👋🏼

De Halte

Kijken in de spiegel van mijn ziel,

zelfreflectie het klinkt als een toverwoord,

Ineens sta ik stil, het ritme van het leven haalt mij in,

de trein in mij raast door, om steeds te stoppen net na elk station.

Ik wil zo graag meerijden, maar alles wat ik zie is mijn eigen reflectie.

Nog net, in de achterkant ervan zie ik een reflectie en via omwegen zal ik groter worden via berg en pas

ik groei, buiten mijzelf, zelfs groter dan ik ooit heb mogen denken.

Op weg ik zie een station en hoor mijn eigen trein al komen.

Ik kijk weer even omlaag, zal ik de trein gaan halen maar nu zie mijn reflectie in een regenplas.

Met bewondering kijk ik naar wat ik nu zie, met verwondering neem ik te lang elk detail tot mij.

Dan hoor ik weer mijn trein en zie hem nog net gaan.

Gemist….Baal ik of ben ik juist blij met de diepe wonden die mijn reflectie mij lieten zien.

Ik voel mij echt en denk wellicht is het volgende station dan wel die voor mij.

Zonder bagage

Het lijf schudde, met enige kracht!
“Ik word geen tachtig”, daar lag ze dan. Zo nu en dan kwam ze weer even bij, de Palliatieve zorg begon haar werk te doen. Haar amper nog achtenveertig kilo wegende lijf vocht als een tijger, ze wilde niet dood. Had ze niet al die jaren zo hard gevochten voor het leven? Glazige ogen keken mij aan, haar blik die ik pas veel later begreep. “Wat deden al die mensen rond haar bed” Ze wist, zodra ik ga breekt de pleuris uit, de spanning was voelbaar. Als vreemde zaten haar zonen, aanhang en kleinkinderen als kraaien rond haar bed. Haar geest dwarrelde weg, haar sterke scherpe geest. Gehaat en toch geliefd.

Had ze eerder aan de bel moeten trekken? Niemand geloofde haar, een schreeuw om aandacht. Op haar gezicht tekende het dodenmasker. De verkeerde diagnose in het ziekenhuis, mevrouw mag weer naar huis. Thuis werd het bar en boos, ze wist het! Ze wilde naar huis, niet sterven in een ziekenhuisbed. Ze haatte werkelijk alles wat ziekenhuis is. Listig weigerde ze haar kleine hapjes brood. “Mam, je moet eten, kijk ik neem er ook een stukje van. Een lach verraadde haar, “zo weer een stukje minder”. Ik wil geen brood, ga weg jij! In haar huisje waren de drie bloedverwanten, draaiende om elkaar heen. Nu ze zo ziek was waren er opeens weer drie. Waar waren ze al die tijd geweest, al die eenzame zondagen. Het stemde haar triest. “Laten jullie mij met rust”

Het was een koude winter geweest, die van 1933. Gelukkig was het nu zomer, negen maanden na de verwekking, ze was de oudste maar een dochter, het eerste kleinkind. Geboren uit families van andere statitude, het mocht niet zo zijn. De verschillen in achtergrond en levensinvulling waren te groot. Het was de liefde die hen verbond. Maar hoe dan ook haar reis begint hier, geboren in de roerige jaren dertig.

Klinkt het gek als ik schrijf dat de oorlog in mij is, in mijn bloed en genen. Mijn geesterlijke gesteldheid. Is het vreemd dit als tweede generatie na de oorlog zou te ervaren? Ik was niet in de deze oorlog, ik ben van ver na deze oorlog. Toch komt deze steeds in mij voorbij, de gedachten beangstigen mij. Dit boek het moet geschreven wellicht raak ik zo dit verhaal kwijt. Waarom ben ik steeds daar, vanuit verschillende invalshoeken, oorlog! Het is oorlog in mij, een oorlog die niet de mijne was, een erfenis die mij er telkens in mee trekt. Als kins ervaarde ik deze als ontkenning, onthouden van het verhaal.

Als volwassenen man vastgehouden in het gevoel van fout te zijn. Mijn fout wel nee, niemands fout. Ik heb een buitengewone intresse voor die oorlog, geen gewone oorlog, die oorlog is ook in mij.

Zonder bagage, is een inleiding tot een hoofdstuk in mijn groots te schrijven verhalen boek. Tot het laatste stof.

Bewust

Hallo, zegt het eerste woord,

een aanhef met zorg gekozen

Ik heb te winnen,

het is mij zo vaak al verteld.

Alles draait om het winnen,

Dromen is voor hen die dom zijn,

toch kies ik om te dromen, dan maar dom.

Ik ontmoet, zie dingen die anderen nooit zien.

Let op ik heb geen oordeel,

weet dat alle delen bij mij zijn en komen.

De rollen die ik altijd heb vervult, zo rijk, ik ben.

Verguld dat ik al zoveel malen groter ben,

zo is het aan mij verhult.