Zien

Opluchting zien en zijn in het licht.

Genieten van zoveel kleine dingen om je heen.

Zoekend komen naar een einde,

je voelt weer heel, ook al bekruipt je de angst.

Zolang was zoeken een doen op zich,

op de drempel, nog even vasthouden aan dit veilige oude gevoel.

Geniet van de wandeling er naar toe,

Geef steun op jouw nieuwe “oude” weg.

Leeg

Kramp…die enorme druk, je vult met gedachten,

zomaar ineens overlopen door het luchtledige.

Even zweven voelt zo goed,

maar dan is er niets, helemaal niets.

Je kunt niets ontlopen, het spreekt je tegen,

vechten heeft geen zin.

Het wint, onmachtig slaat het over je heen,

de kramp die laatste pomp door je aderen heen.

Wetend dat het zo moest zijn,

leeg is oké, er komt dan ruimte vrij.

Familie deken

Zo klein als je bent, je ervaart het al!

Het is er speciaal voor jou,

aandacht in overvloed als ware het een warme deken.

Er zijn momenten dat dit je goed doet,

het lot speelt ermee, daagt je uit het zonder te doen, laten je denken ik ga zonder verder.

Er komen testen op je pad, sommige zwaar als molenstenen.

Hoe je ook juist kiest en gaat,

of  gewoon dat je stil staat, alles gaat door.

Opnieuw mag je het ervaren en staat altijd klaar.

Heel even ervaar je weer zoals het was de eerste keer.

De warmte die er altijd was,

ook al koos je ervoor de deken niet te dragen.

—————————————————

Vandaag voor mijn Va, hij zou 97 zijn geworden. Al 21 jaar van mijn leven is hij er niet meer als persoon bij. Zijn ogen, vol lichtjes, ik weet ze nog. Zo houd ik hem dichtbij mij, voor altijd. Familie die heb je, zijn in zijn zijn, maakt mij tot mijn mijn.

Honderd

Honderd woorden en toch niet weten wat je zeggen moet.

Honderd zegswijze, maar geen is goed.

Honderd manieren om je te laten weten dat ik vandaag aan je denk .

Honderd uitdrukkingen zijn te lezen in mijn gezicht.

Honderd zijn overbodig om te beschrijven wat je nu moet doorstaan.

Ik denk vandaag speciaal  aan jou, een honderd maal.

Een ode aan een diamanten huwelijk

Afgelopen maandag waren mijn schoonouders 60 jaar getrouwd. Niet elk koppel bereikt deze speciale mijlpaal, dus dit jubileum wordt belichaamd door de zeldzaamste en duurste van alle edelstenen, even onverwoestbaar en eeuwigdurend als hun liefde.

De laatste jaren moesten ze helaas uit elkaar gaan wonen. De zorg voor moeders kon vader niet meer dragen. Ongetwijfeld een van de moeilijkste wegen. Maar tja, als je al beide in de tachtig hebt mogen worden, dan start er een heel andere fase. Je raakt mensen kwijt, gewoontes veranderen niet echt meer. Maar het grappige met houden van, gaat onverminderd door. Hoe moeder vroeger voor iedereen zorgde, doet vader dat nu voor haar. Elke dag gaat hij naar de overkant, het verzorgingshuis. Wat een geluk dat het ons gelukt is om haar daar te laten plaatsen.

Vaak is ze er even niet, dan is ze in haar jeugd aan het wandelen. Niet altijd herkend ze ons, maar als je er even bent, dat komt ze weer terug. Ze vraagt hoe het met je is, onderzoekt of er wel koek in haar kamer is voor bij de koffie. Maar geen idee meer, dat ze het zo bijzonder vind dat wij in haar stekje koffie hebben neergezet. Ze herkend vaak niet waar ze is, wat moet ik hier nu? Dan wijzen wij op foto’s, daar staan wij allemaal op. Vreemd hoor dat er hier foto’s hangen van jullie. Waar blijft mijn man, waar is hij nu weer.

Vader, de beste man. Kookt zo af en toe een eitje en neemt dat mee in een washandje. Of er komt weer een kind aanwaaien en neemt patatjes voor haar mee. Ze kan zo heerlijk zitten smullen ervan. Hij red zich, hulp in huis, doet zelf nog boodschappen en deels de was. Koken is nooit zijn hobby geweest, maar de hare, maar tafeltje dekje brengt hem zijn maaltijden. Het zit allemaal in de details. Bij koffie hoort koek, na koffie komt een drankje met wat snaai. Iedereen kreeg wat hij of zij lekker vond. Zo krijgt moeder tegenwoordig een advocaat met slagroom, je moet haar toch eens zien. Als wij haar haar gang laten gaan, gaat haar ranke wijsvinger in het glaasje. Likkepotten.

Vaak halen wij haar op, doen we koffie bij vader. Nou dat wil ze wel en als wij dan met de rolstoel de straat oversteken, zegt ze steevast, wat moet ik hier? Daar woont je man. Je hebt het mooi voor elkaar, ze herkend haar eigen oude meubels niet. Daar zitten ze dan naast elkaar, bewust zet ik de stoel naast die van vader.

Daar gaan de handjes, in elkaar. Daar zie ik, die onvoorwaardelijke liefde, het is er. Liefdevol, een plankje als tafel, eerst de taart en dan de koffie. Er wordt strak op haar gelet. Hij vult haar aan, als ze er niet uit komt, hij vertelt waar zij luistert. Jaren ging het andersom. Wat een koningspaar. Allebei zoals wij dat noemen Pak1 aan, op zijn best. Het was een eer om deze voor ze te mogen uitzoeken, alles picobello.

Maar wie goed kijkt ziet onbaatzuchtige tevredenheid. Liefde voor later, dat is nu. Wat pril begon, staat nu gegoten in beton.

Wij koesteren de liefde volle momenten dat zal je vast begrijpen. De ondeugd in hun ogen, de rijke verhalen over weet je nog?

De burgemeester kwam, een brief van de koning. Vele bloemen en kaarten. Het bescheiden feest, een receptie, waar moeder af en toe haar lekkere humor liet horen. Ze is er zo handig in geworden, omzeilend, maar ze komt er mee weg. Ik zie de berusting, de kleine pretoogjes bij vader, zijn mond lachend. Ze hebben het gered, ze hebben de kroon, waarschijnlijk als enige van hun grote families.

60 jaar gehuwd en bijna 65 jaar samen. Tot over 5 jaar zei de burgemeester. Met 65 ben ik er weer. Daar houd ik je aan zei moeder. En vaders hoofd zakte een beetje, hij weet wat wij weten, dat ze langzaamaan steeds verder weg komt te staan, bij wie zijn vrouw ooit was, de echtgenote, de moeder, de oma en natuurlijk mijn lieve schoonmoeders. Het is erg, het sloopt. Maar goed, wij maken nieuwe herinneringen, alsof het niet zo is. Want ons vader, die moet door, voor de liefde.

Je kunt wel raden, hoe gek ik ben op mijn schoonouders. Mijn tweede thuis, dus doe ik wat ik altijd doe, grapjes maken, dingen regelen, gek doen met moeder en vader. Ze weten het, die gekke Walt. Of ik de 60 jaar huwelijk ga halen, ik zou het niet kunnen zeggen. Maar dat ik goed voorbeeld heb mogen hebben aan mijn eigen ouders 53 jaar samen en nu dan de kroon van 60 van mijn schoonouders.

Leven het bruisende paar.

Met de burgemeester

Hoy es un día especial

Ayer mi vida parecía completamente diferente.

hoy es mi dia favorito

Es fin de semana.

Los padres de mi marido han estado casados ​​durante 66 años.

Mañana es una gran fiesta para nosotros.

Bebo champán, como pasteles. Musica y baile.

Nos encanta bailar, pero no es posible porque mi pie está muy mal.

Probablemente vendrán muchos familiares a los que hace tiempo que no vemos.

Adiós amigos, que tengáis un buen fin de semana.

Mis mejores deseos

👋🏼

Zonder bagage

Het lijf schudde, met enige kracht!
“Ik word geen tachtig”, daar lag ze dan. Zo nu en dan kwam ze weer even bij, de Palliatieve zorg begon haar werk te doen. Haar amper nog achtenveertig kilo wegende lijf vocht als een tijger, ze wilde niet dood. Had ze niet al die jaren zo hard gevochten voor het leven? Glazige ogen keken mij aan, haar blik die ik pas veel later begreep. “Wat deden al die mensen rond haar bed” Ze wist, zodra ik ga breekt de pleuris uit, de spanning was voelbaar. Als vreemde zaten haar zonen, aanhang en kleinkinderen als kraaien rond haar bed. Haar geest dwarrelde weg, haar sterke scherpe geest. Gehaat en toch geliefd.

Had ze eerder aan de bel moeten trekken? Niemand geloofde haar, een schreeuw om aandacht. Op haar gezicht tekende het dodenmasker. De verkeerde diagnose in het ziekenhuis, mevrouw mag weer naar huis. Thuis werd het bar en boos, ze wist het! Ze wilde naar huis, niet sterven in een ziekenhuisbed. Ze haatte werkelijk alles wat ziekenhuis is. Listig weigerde ze haar kleine hapjes brood. “Mam, je moet eten, kijk ik neem er ook een stukje van. Een lach verraadde haar, “zo weer een stukje minder”. Ik wil geen brood, ga weg jij! In haar huisje waren de drie bloedverwanten, draaiende om elkaar heen. Nu ze zo ziek was waren er opeens weer drie. Waar waren ze al die tijd geweest, al die eenzame zondagen. Het stemde haar triest. “Laten jullie mij met rust”

Het was een koude winter geweest, die van 1933. Gelukkig was het nu zomer, negen maanden na de verwekking, ze was de oudste maar een dochter, het eerste kleinkind. Geboren uit families van andere statitude, het mocht niet zo zijn. De verschillen in achtergrond en levensinvulling waren te groot. Het was de liefde die hen verbond. Maar hoe dan ook haar reis begint hier, geboren in de roerige jaren dertig.

Klinkt het gek als ik schrijf dat de oorlog in mij is, in mijn bloed en genen. Mijn geesterlijke gesteldheid. Is het vreemd dit als tweede generatie na de oorlog zou te ervaren? Ik was niet in de deze oorlog, ik ben van ver na deze oorlog. Toch komt deze steeds in mij voorbij, de gedachten beangstigen mij. Dit boek het moet geschreven wellicht raak ik zo dit verhaal kwijt. Waarom ben ik steeds daar, vanuit verschillende invalshoeken, oorlog! Het is oorlog in mij, een oorlog die niet de mijne was, een erfenis die mij er telkens in mee trekt. Als kins ervaarde ik deze als ontkenning, onthouden van het verhaal.

Als volwassenen man vastgehouden in het gevoel van fout te zijn. Mijn fout wel nee, niemands fout. Ik heb een buitengewone intresse voor die oorlog, geen gewone oorlog, die oorlog is ook in mij.

Zonder bagage, is een inleiding tot een hoofdstuk in mijn groots te schrijven verhalen boek. Tot het laatste stof.

De heide kinderen

Verhalen van vroeger, uit lang vervlogen tijden. Zit iemand daarop te wachten? Vast wel, de personen waarover het gaat staan op vergeelde foto’s in oude albums. Soms nog in bezit van de laatst levende, maar meestal liggen deze bij de generaties die erna zijn gekomen. Soms hebben zij geen idee wie er nog op staan. Door ruzies, afzien en afgunst liggen hele generaties met elkaar overhoop. De kinderen zitten er gewoon tussen en bij en zo begint mijn verhaal.

Die ene oude foto, zomaar tussen andere een foto van een grafsteen. Ik lees de naam op de steen, dit is het graf van mijn oma. Of zoals je dat op zijn Fries zegt, Beppe. Mijn roots zijn Fries dit wist ik dan weer wel, maar kan mij er weinig meer van voorstellen. Ze stierf in 1950 en twintig jaar later werd ik pas geboren. Toen ik een kleine jongen was, kwam er wel familie bij ons over de vloer en mijn ouders gingen ook naar Friesland. Ik ben er maar een aantal keer geweest, in dat Friesland. Zodra mijn vader aan de telefoon was, hadden wij meteen door, hij belt met Friesland. De taal was onmiskenbaar, maar deze heb ik dan ook niet meegekregen.

Kijkend naar de foto, schiet mij het verhaal van de steentjes in mijn gedachten. ‘Wij draaide elke dubbeltje om voor elk steentje’. Hoe oud was mijn vader, hij moet begin twintig zijn geweest. Nu was hij wees, zijn vader stierf aan de gevolgen TBC in de oorlog. Wat moet dit eigenlijk een impact hebben gegeven, zo jong al zonder vader en pas veertien jaren oud. Een van de vijftien kinderen, waar hij nummer twaalf in de rij was.

Ik herinner dat er verteld werd dat het graf van beppe Janke achter die van mijn Pake Klaas is geplaatst, maar het waarom is mij niet echt helder. Ik bekijk de foto nogmaals en lees de grafzerk nog eens goed. Daar staat weduwe van mijn Pake Klaas en gehuwd met R.v.d.Wijk. Het staat er echt, mijn beppe is hertrouwd! Wat een vreemde ontdekking.

Rust zacht, laatste rustplaats van mijn beppe

Een paar dagen later, ik laat het eens bezinken, wat weet ik eigenlijk? Wie was eigenlijk de familie van mijn vader? Het gekke is er komen geen antwoorden alleen maar stukjes van geschiedenis. Er werd weinig door mijn vader verteld over vroeger en zijn thuis. Een uitspraak staat bij zo bij: “Wie bij leven niet naar mij omkijkt, komt bij mijn dood niet achter mijn kist”. Dat is precies wat wij dan ook gedaan hebben met zijn crematie. Hij had toen zusters, ja die leefde nog en mochten pas na zijn dood op de hoogte gebracht worden. Warempel ik heb er ook gesproken. Maar mijn vader was het type man gesloten oester, spreken is zilver, zwijgen is goud. Wat niet weet, wat niet deert. En zo waren er veel uitspraken die ingezet werden.

Eigenlijk heeft hij niets aan mij doorgeven, de weinige zaken die ik wel weet zijn een handje vol namen en waar zijn dan de foto’s?

Net een aantal maanden voordat mijn moeder overleed had ik haar nog gevraagd of ze mij kon vertellen wat ze wist van vroeger en mijn vader. De namen kwamen met hier en daar een stukje verhaal, hoewel ik toen ook wel merkte dat ze niet roestig begon te worden, maar bewust stukken leeg liet. Haar zo perfect opgebouwde imago en leven daar zou ze nu ook geen barsten in laten komen. Zo van dit is geweest, laat het maar zo. Precies zoals ze ook deed als het ging over haar familie. Altijd het zwijgen er toe laten doen. De schaamte was gewoon te groot.

Ik had dit toch ergens opgeschreven, ik wist het bijna zeker, waar is die lijst. Nu tien jaar na het overlijden van mijn moeder begeef ik mij wederom tussen haar papieren. Een handje foto’s, gezichten ik herken er wel een aantal. Wat foto’s van beppe en pake en heb nu het gezicht bij het graf. Hoe zou hun leven eigenlijk zijn geweest? Hoe was het leven van mijn vader voordat hij getrouwd was met mijn moeder. Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer vragen er komen. Wat overblijft een rijtje met steekwoorden, oorlog, ziekte, ruzie, armoede en zo gaat het nog even verder. Hoe zit dat nu precies vraag je je misschien nu samen met mij af?

Ik vind het door mij gemaakte lijstje, hierop staan acht namen met een steekwoord van plaats en een event dat heeft plaats gevonden, welke ik met nog drie kan aanvullen. In haar adressen boekje vind ik een aantal namen, geen van de lijst. Zouden dit misschien kinderen zijn van mijn ooms en tantes, tenslotte was het een groot gezin.

Het laat mij niet meer los, te veel vraagtekens en besluit een stamboom te maken. Wie is wie en hoort waarbij, de eerste vraag, wie is de onbekende echtgenoot van mijn beppe Janke. Hier start mijn reis, terug in de voetsporen van mijn vader. De titel komt tijdens het zoeken als snel, mijn vader gaf mij een prachtig boek “Als de heide bloeit” van M.Apperloo. Als ik het nu voor het eerst lees, komt bij mij boven, als je iets wilt weten over vroeger lees dit, dan weet je hoe het was. Al het andere is niet belangrijk jongen! Verdomd hij heeft gelijk en de hoofdpersonen hun namen zijn gelijk aan je pake en beppe. Dus toch denk ik, hij heeft het mij willen laten zien op zijn manier. Papa je was geniaal.

Mijn vader en ik, in de heidetuin.

Uit de foto’s komt ook deze foto. Mijn vader en ik. Verdomd, dit voelde als thuis voor je. Je vertrok voor de liefde en werk naar Driebergen en omgeving, maar nu begrijp ik waarom wij wandelde, fietste langs of naar de tuin en zelfs op Friese doorlopertjes schaatsten in de aangelegde heidetuin. Het decor, waarschijnlijk ook de geur en hoe prachtig het was. Hier liet je mij je thuis zien, leven op de heide, daar waar jij vandaan komt. Je liefde voor vogels en natuur op mij over brengen. Was dit jou manier, niet erover kunnen spreken pa? Dat de waarheid misschien veel te zwaar blijkt om te dragen voor de kleine jongen.

De Titel moet zijn ‘ De Heide Kinderen’, wie zijn jullie daar op de hei vader? Zijn wij dan ook niet de kinderen van de Landarbeiders op de heide in Friesland en welke belevenissen en ontberingen hebben wij ongemerkt met ons meegedragen als de lessen die een ouder aan je doorgeeft.

Hallo va, ik kom eraan en jij wist het! Tegen de lucht zeg ik dan maar, bedankt pa, bedankt!

Avondmaal

Deel genomen en aanschouw.

Ik herken je maar toon geen berouw.

Ik ken jou al, alleen jij weet niet dat ik het zien kan.

Leo tekende het zoals hij het zag, daarover geen beklag

Of het nu een lange of ronde tafel was.

Alles komt terug in nieuwe gedaantes

Generaties na generaties.

Maar ik ken jou, jij spiegelt je aan mij.

Jij bent het die juist groeien mag,

Voor mij is groei er niet meer bij.

Ik zag al in het begin wat ik hier moest gaan doen.

Opnieuw neem ik plaats naast jou.