Reizen door Friesland aan de hand van mijn vader. 9. De stem van mijn vader.

De dandy

De stem van mijn vader, nog even over mijn Va. Toen ik in de pubertijd was, hadden wij eigenlijk nooit ruzie. Over helemaal niets. Ik vond hem maar een slappe drol, hij was gewoon opgegaan in het niets.

Toen ik in dienst moest, als een van de laatste lichtingen zoals later bleek, kwam het niet bij hem op mij helpen te weigeren. Van uitstel kwam immers geen afstal! Mijn grote broer, die werd korstwinner, mijn andere broer vol overgave militair en ze hoopte dat de discipline hem goed zou doen. Daar stond ik in uniform, zo ontzettend ongelukkig te zijn.

Ze probeerde mij niet te laten roken, geld werd geboden, dat is wat ik deed. Geld aannemen, maar hoe konden ze eigenlijk, letterlijk iedereen in mijn familie rookte, als ketters. Het roken, ja dat deed ik pas door mijn tweede vriendje. Net na mijn 18de verjaardag stak ik een sigaret op. Ik was toch al doorrookt. Hoeveel ik kreeg geen idee meer!

Ik mocht eigenlijk alles, als ik maar mee hielp met die verdomde emblemen die ze maakte of mijn zondag op moest offeren aan de knopen machines. Hij zei niets. Moeder sprak, je kunt dit maar je moet dan wel dit en dat doen.

We keken samen teevee, hij keek alles, tenminste het stond aan, avond na avond. Hij zei niets, bromde wat. Afstandsbediening die was er niet, als wij deze niet omzette op een ander kanaal, dan keek hij gewoon dit kanaal uit. Tot aan het test beeld.

Niets was een strijd, hij werd wel eens boos, maar dat had meer betrekking op mijn moeder. Ik mocht als getuige alles aanschouwen. Mijn blik op hem was er al vroeg een van, probeer het maar! Hij deed het niet, zinderde soms van woede. Hij schikte zich, trok zich terug in keuken, hobby schuur of tuin. Dan niet!

Ergens voor gaan, nee, maar overleven en doorgaan. Ambulance, terug naar huis, strijden, staan en weer onderuitgezakt gaan. Het is mijn moeder, ze zat onder zijn huid. Ze beschermde hem, kleedde hem, zorgde dat hij er piekfijn uit bleef zien. Hij stond weer, trots en fier. Maar ze sloopte hem ook door dit alles. Denken hoeft niet, doen wij wel voor je, want je bent er niet!

Zijn trots kon ik voelen, bij kleinkinderen. De keer dat hij kwam kijken bij mijn danswedstrijd. Het zit in zoveel kleine dingen. Hij wilde niet winnen, maar gewoon zijn. Doorgaan, niet opgeven en wat heeft hij een boete kleed gedragen. Ziekte, na ziekte, steeds opnieuw klaar voor afscheid, maar daar was hij weer als een kat met zeven levens. Patronen houden elkaar inderdaad in stand, ongemerkt holde ik ook precies zo uit. Niet hechten, je raakt het kwijt.

Naar de wereld en iedereen !

Mijn moeder maakte mijn Va en ons het niet makkelijk. Ze wilde en moest een soort van winnen. Ze was niet beter, maar wist ook niet beter. Hele avonden ging dit soms door. Va sprak niet, ma zuchtte en steunde. Hij had een stil verzet, precies dat waar ze zelf zo’n vreselijke hekel aan hand. Dood en verzwegen worden. Ik snapt er soms geen bal van, dit kat en muis spel. Ik begreep beide rollen, als het mij te veel werd, vluchtte ik weg naar boven of sprong er bovenop. Steeds meer gewoon mijn moeder. Maar het was mijn thuis, zo ging het vast overal! Ik dacht oprecht zo!

Op de spaarzame momenten, vroeg ik hen wel eens afzonderlijk, waarom maken jullie het elkaar zo moeilijk? Waarom zitten jullie elkaar zo dwars? “Hij zit mij dwars.” Hij meent het goed mam! “Ik meen het beter”. Later als je groot bent! Medelijden had ik voor hem, bijna zielig! Ik had het beste met hen voor, zij ongetwijfeld ook met mij. Hun kunnen was onkunde vaak. Hier nam ik steeds meer de rollen aan. Mijn Va, werd het behoeftige kind, mijn moeder mijn partner. En alles en iedereen werd niets meer in mijn leven. Ik leerde onthechten en doorzien. Als ik wilde ontvangen moest ik manipuleren.

Ik liet mijn Va zien, dat ik beter was, kan en ben. Hij liet mij vaak deze rol nemen. Zo was zijn manier, hectiek je tijd komt wel jongen. Hij liet het achterste van zijn tong maar amper zien. Maar opeens werd alles anders, zij die sterk moest zijn brak, ik maakte keuzes voor hem. Hij stond het allemaal toe.

Eerst de dag besteding. Het is beter zo, daar verhuisde hij voor vast. Ik hoor zijn stem, jongen het is erg, maar het heeft geen zin, het kan niet anders. De laatste keer samen aan tafel, er komt een vreemde dame bij ons aan tafel zitten. Opeens blaft mijn Va haar helemaal af, weg wegwezen jij hond, blijf van mijn plek af. Ik kijk naar Va…de oude dame druipt af, ik krijg hem niet rustig, rot maar op rotjoch. Verbijsterd zit ik, mijn Va, al zijn emotie zit ik dit moment, ik heb hem nooit zo horen uitvallen.

Ik kom wekelijks bij eerst moeder en daarna naar Va in het tehuis. Soms gaat moe mee of zegt ik ben al geweest. Begin oktober bezoek ik hem met haar, wij eten taart in de hal. Ik was eind september jarig, ik haat verjaardagen. Er gaat altijd iets mis en is altijd beladen. We hebben het zo leuk, is het niet gezellig. Nou verjaardagen bij ons, waren een drama.

Maar om hem toch mee te laten leven, doen. Zijn geest is immers niet aangetast. Mijn moeder zegt dat hij netter moet eten, zijn vestje zit onder de slagroom. Hij kijkt naar zijn vestje….en begint te vloeken en tieren in de hal. De woorden snijden dwars door mij en moeder heen. De taart vliegt door de hal, zijn rolstoel wil niet van de stand! Hij wil wel weg, ontsnappen, maar hij kan niet! Hij schelt zo erg, krijsende haast. De onmacht, zijn ogen als vuur. Ik kijk nog eenmaal, hij kent die blik. Zijn woorden voor mij, donder maar op klote joch! Ga maar, laat mij maar achter! Toch had hij ook zoveel humor, getuigen deze foto, toen wij een ijsje gingen eten. Positief ten voeten uit.

Invalide parkeren in de berm.

Iets later overleed hij, hij heeft zijn rust, wij hebben onze rust. Voor altijd klinken zijn woorden. Ik deed wat nodig was, maar hij deed alsof om mij te plezieren. Hij heeft zijn stem voor het laatst geslikt, zich geschikt naar de wens. Zo had hij de controle terug, alles kwijt alleen een bed, een kastje en een prikbord vol kaarten en prul van mensen die aan hem dachten. Maar hij had rust, we vulde alles voor hem in. Weggegooid en weggecijferd.

Ik heb nu geleerd dat ik ook mag vragen hoe het gaat, beter heb leren kijken en benoemen. Ik heb wel spijt, dat ik hem nooit echt heb gevraagd. Ook niet naar zijn gevoel, wat wij voor hem bedachten. Hij hoefde ook niet meer. Hij was leeg.

Toch zou ik zijn lach graag nog eens horen of hoe hij bromde als ik hem weer aan het plagen was. En als hij een grapje maakte, was deze altijd raak. Vooral zijn blik en omhoog krullende mondhoeken. Ik wil hem voelen, maar dat gaat niet meer. Ik heb zijn bril, zijn ogen die keken als een chimpansee in de dierentuin. Gevonden en gevangen in de kooi, zijn gouden kooi. Wat hield ik van je, maar kan het nu pas zeggen. Na al deze jaren heb ik voelen terug, maar daarmee ook de vele pijnen die verlammend werden op mijn hele zijn.

Bij voelen horen tranen en vergeven. Ik kan alleen nog relativeren nu. Het doet pijn Va, ik voel het gemis. Alles is voorbij, maar eens en de zoveel tijd, ben je reuze dichtbij en lijk ik zoveel meer op je dan ik ooit voor mogelijk heb gehouden. Thanks Va, dat grote stukken jou in mij zijn. Ik houd van je, tot aan mijn dood.

2 thoughts on “Reizen door Friesland aan de hand van mijn vader. 9. De stem van mijn vader.

  1. Mijn vader stierf aan MS, slechts 60 jaar oud. Ik vond het vreselijk voor hem, mijn moeder verbleef in hun 2e huis in Spanje, hij hier in Nederland in een verzorgingstehuis. Gelukkig gingen wij als dochters elke dag bij hem op bezoek. Nooit een onvertogen woord of klacht, altijd met humor en keurig gekleed.
    Verzorgd uiterlijk was heel belangrijk voor hem.
    Het spijt me dat ik nu op latere leeftijd en pas besef hoe moeilijk het voor hem geweest moet zijn. Van een druk leven, altijd onderweg en in het buitenland voor zijn werk, naar gebonden zijn aan de verzorging in een verpleeghuis.

Plaats een reactie