Jij

Welke weg bewandel jij.

Behoor jij aan mijn zij?

Voldoe jij aan mijn mij.

Wachten op de verlangde vragen,

de antwoorden komen niet als vanzelf.

Ik zoek naar jouw ware jij,

maar is die er dan ook voor mij, eentje zoals jij.

Samen, mij en jij,

samen smelten tot een harmonie, jij in mij.

Zij

Mag ik jouw wat vragen, zomaar voor een uitleg,

Ik weet, ik mag het niet vragen, mezelf daartoe niet verlagen,

maar ik zit zo met die vragen waar ik nog steeds geen antwoord op weet.

De vragen zijn altijd in mijn gedachten, komen tekens weer voorbij,

misschien zal er ooit een tijd komen dat mijn vragen mijzelf verlagen, TOCH.

Dus mag ik jou vragen wat je voelt, als het branden in je hart,

mag het niet vragen, het spijt mij wat ik zei.

Ik wilde je niet remmen, niet tegen houden voor het rode licht,

ik wil zo graag ruimte geven aan het gevoel.

Met tegenzin, doe ik het toch maar niet.

Zien

Opluchting zien en zijn in het licht.

Genieten van zoveel kleine dingen om je heen.

Zoekend komen naar een einde,

je voelt weer heel, ook al bekruipt je de angst.

Zolang was zoeken een doen op zich,

op de drempel, nog even vasthouden aan dit veilige oude gevoel.

Geniet van de wandeling er naar toe,

Geef steun op jouw nieuwe “oude” weg.

Genieten

Zien, doet pas geloven als je er daadwerkelijk bovenop zit,

anders stop je het weg, ver weg, uit het zicht,

Niet in geloven, het kan niet waar zijn, ik geloof het niet.

HET geloof ik.

In mij zegt het: geniet, voor je het weet ben je zelf een NIET.

Kijkende in de spiegel zie het beeld,

het beeld van wat je had willen ontwijken kijkt nu terug.

Opeens dan zie je het, je leeft in het veld van het geniet.

Gemiste kansen spoken langs je heen,

genieten, nee zeker niet!

Leeg

Kramp…die enorme druk, je vult met gedachten,

zomaar ineens overlopen door het luchtledige.

Even zweven voelt zo goed,

maar dan is er niets, helemaal niets.

Je kunt niets ontlopen, het spreekt je tegen,

vechten heeft geen zin.

Het wint, onmachtig slaat het over je heen,

de kramp die laatste pomp door je aderen heen.

Wetend dat het zo moest zijn,

leeg is oké, er komt dan ruimte vrij.

Een ode aan een diamanten huwelijk

Afgelopen maandag waren mijn schoonouders 60 jaar getrouwd. Niet elk koppel bereikt deze speciale mijlpaal, dus dit jubileum wordt belichaamd door de zeldzaamste en duurste van alle edelstenen, even onverwoestbaar en eeuwigdurend als hun liefde.

De laatste jaren moesten ze helaas uit elkaar gaan wonen. De zorg voor moeders kon vader niet meer dragen. Ongetwijfeld een van de moeilijkste wegen. Maar tja, als je al beide in de tachtig hebt mogen worden, dan start er een heel andere fase. Je raakt mensen kwijt, gewoontes veranderen niet echt meer. Maar het grappige met houden van, gaat onverminderd door. Hoe moeder vroeger voor iedereen zorgde, doet vader dat nu voor haar. Elke dag gaat hij naar de overkant, het verzorgingshuis. Wat een geluk dat het ons gelukt is om haar daar te laten plaatsen.

Vaak is ze er even niet, dan is ze in haar jeugd aan het wandelen. Niet altijd herkend ze ons, maar als je er even bent, dat komt ze weer terug. Ze vraagt hoe het met je is, onderzoekt of er wel koek in haar kamer is voor bij de koffie. Maar geen idee meer, dat ze het zo bijzonder vind dat wij in haar stekje koffie hebben neergezet. Ze herkend vaak niet waar ze is, wat moet ik hier nu? Dan wijzen wij op foto’s, daar staan wij allemaal op. Vreemd hoor dat er hier foto’s hangen van jullie. Waar blijft mijn man, waar is hij nu weer.

Vader, de beste man. Kookt zo af en toe een eitje en neemt dat mee in een washandje. Of er komt weer een kind aanwaaien en neemt patatjes voor haar mee. Ze kan zo heerlijk zitten smullen ervan. Hij red zich, hulp in huis, doet zelf nog boodschappen en deels de was. Koken is nooit zijn hobby geweest, maar de hare, maar tafeltje dekje brengt hem zijn maaltijden. Het zit allemaal in de details. Bij koffie hoort koek, na koffie komt een drankje met wat snaai. Iedereen kreeg wat hij of zij lekker vond. Zo krijgt moeder tegenwoordig een advocaat met slagroom, je moet haar toch eens zien. Als wij haar haar gang laten gaan, gaat haar ranke wijsvinger in het glaasje. Likkepotten.

Vaak halen wij haar op, doen we koffie bij vader. Nou dat wil ze wel en als wij dan met de rolstoel de straat oversteken, zegt ze steevast, wat moet ik hier? Daar woont je man. Je hebt het mooi voor elkaar, ze herkend haar eigen oude meubels niet. Daar zitten ze dan naast elkaar, bewust zet ik de stoel naast die van vader.

Daar gaan de handjes, in elkaar. Daar zie ik, die onvoorwaardelijke liefde, het is er. Liefdevol, een plankje als tafel, eerst de taart en dan de koffie. Er wordt strak op haar gelet. Hij vult haar aan, als ze er niet uit komt, hij vertelt waar zij luistert. Jaren ging het andersom. Wat een koningspaar. Allebei zoals wij dat noemen Pak1 aan, op zijn best. Het was een eer om deze voor ze te mogen uitzoeken, alles picobello.

Maar wie goed kijkt ziet onbaatzuchtige tevredenheid. Liefde voor later, dat is nu. Wat pril begon, staat nu gegoten in beton.

Wij koesteren de liefde volle momenten dat zal je vast begrijpen. De ondeugd in hun ogen, de rijke verhalen over weet je nog?

De burgemeester kwam, een brief van de koning. Vele bloemen en kaarten. Het bescheiden feest, een receptie, waar moeder af en toe haar lekkere humor liet horen. Ze is er zo handig in geworden, omzeilend, maar ze komt er mee weg. Ik zie de berusting, de kleine pretoogjes bij vader, zijn mond lachend. Ze hebben het gered, ze hebben de kroon, waarschijnlijk als enige van hun grote families.

60 jaar gehuwd en bijna 65 jaar samen. Tot over 5 jaar zei de burgemeester. Met 65 ben ik er weer. Daar houd ik je aan zei moeder. En vaders hoofd zakte een beetje, hij weet wat wij weten, dat ze langzaamaan steeds verder weg komt te staan, bij wie zijn vrouw ooit was, de echtgenote, de moeder, de oma en natuurlijk mijn lieve schoonmoeders. Het is erg, het sloopt. Maar goed, wij maken nieuwe herinneringen, alsof het niet zo is. Want ons vader, die moet door, voor de liefde.

Je kunt wel raden, hoe gek ik ben op mijn schoonouders. Mijn tweede thuis, dus doe ik wat ik altijd doe, grapjes maken, dingen regelen, gek doen met moeder en vader. Ze weten het, die gekke Walt. Of ik de 60 jaar huwelijk ga halen, ik zou het niet kunnen zeggen. Maar dat ik goed voorbeeld heb mogen hebben aan mijn eigen ouders 53 jaar samen en nu dan de kroon van 60 van mijn schoonouders.

Leven het bruisende paar.

Met de burgemeester

Tatada ta ta ta da

Wie voor de buis in de jaren tachtig zat, zou hierin de leader kunnen halen van een mega grote tv serie, een Amerikaans soap spektakel. Er waren er meer.

Ik heb het over Dynasty, fantastisch is was het. Er is nu ook een serie op Netflix. Maar goed mijn intro gaat over iets heel anders.

Mijn vent heeft een nieuwe wagen aangeschaft zo’n elektrische. Fijne hoge instap, daar heb ik dan weer profijt van. Het was vorige week dan ook een mooi feest. Een mooie glimmende nieuwe wagen. Maar lang hadden wij er dus geen plezier van want na een aantal dagen, nog geen week. Dacht de nieuwe wagen, die wij de naam het beest hebben gegeven, doe het lekker zelf. Hij wilde niet aan.

Dus wat heen en weer gedoe en nu is het wachten op een onderdeel, 2 weken! Tja… leuk… maar dan hebben wij geen wagen.

Dus werd zijn verzoek ingewilligd en er zou vervolgens vervangend vervoer komen. Een wattem… nooit van gehoord. Er rijden er maar of nog maar 74 rond in Nederland.

Ta ta da, ta da ta da…. Ta da

Wat een bak zeg. Dynasty neus en lekkere sound met een klein kontje. Met fauteuils. De minibar heb ik nog niet ontdekt, maar rijd als een zonnetje. In China weten ze denk ik wel waar wij nu rijden, dus knipoog ik af en toe. En als een Royal betaamt, wuif ik natuurlijk ook. Maar wie ziet mij, achter geblindeerde ramen. Hoop niet dat wij aan de kant worden gezet, op verdenking van drugssmokkel. Want het is wel een mega pooierbak waar Hugh Hef jaloers op zou zijn geweest.

Even een plaatje… kunt u ook even ‘genieten’ euh lachen.

Mijn moeder op de koffie

Daar zat ik toch maar mooi aan mijn eigen koffietafel. Ik had haar oude tas gewoon midden op tafel gezet. De trommel ervoor was voor haar belangrijkste documenten.

Ik had deze spullen een tijdje terug gekregen en vond het tijd om er nu maar eens in te duiken. 10 jaar lang, was haar geur niet bij mij geweest en warempel toen ik de tas opende. De onmiskenbare geur van mijn moeder. Wat is het toch een vreemde gewaarwording.

Ik appte met een vriend, die zo weer op de koffie komt, dat ik weer verder moest, want mijn moeder is op de koffie. Er mag gelachen worden. Zo werkt dat na 10 jaar.

Mijn moeder hield wel van bewaren en er zit inderdaad genoeg in, tot aan een slogan toe van een koffie merk en foto’s, van voor mijn tijd. Een tas vol verhalen, boekjes, trouwboekjes en Eén schuldbekentenis. Ik kan er natuurlijk weer leuk over schrijven.

In haar tas, van het luxe Pra Na Da merk haar laatste restje van een bewogen levensreis. Haar ziekte en de verslagen, berichtjes van familie na haar overlijden en een hand dobbelstenen. Yadzee, ik weet het nog. Het boek gaat dicht en zit gewoon even heerlijk te genieten. Een kaartje van de huisarts, hoe bijzonder hij haar had gevonden, met haar zorgzame karakter en gouden hart. Gek dit, maar goed dat was ze natuurlijk ook. En hoewel ik nu even dichtbij haar ben, komt het besef dat ik niet meer afhankelijk ben van haar mening en wil. Daar waar mijn grootste uitdaging lag, haar verleden heeft een plek gevonden en gekregen en het is gewoon goed.

Mooi hoe dat werkt, bewaren of weggooien, kan ik iemand nog blij maken? Een oud geboortekaartje vind zijn weg terug naar de persoon die erop staat. Hij is zo blij ermee. Deze was verloren gegaan.

Nog eenmaal een worp, ik zit in mijn geboortehuis, aan de hoge tafel. De kamer blauw van de rook. Een prachtige pers als tafelkleed. Mijn moeder aan de overkant, met haar paarse brilletje op het puntje, ze kijkt mij scherp recht aan. Haar mondhoeken krullen op, ze heeft gewonnen nu ze mijn laatste worp ziet! Ja, ja ma. Nog een potje? Nee mam, ik moet weer naar huis.

Hoopvolle berichten

https://nos.nl/artikel/2500764-eerste-stappen-in-onderzoek-naar-gebruik-bestaande-medicatie-tegen-long-covid

Nog even en het is 4 jaar geleden dat ik voor het eerst besmet raakte met covid-19.

Na de laatste besmetting, nu ongeveer 1,5 jaar nam ik ook nog een booster. Veiligheid voor alles. Maar de enorme terugval erna, werd ik langzaamaan beknopt in mijn vrijheid. De vermoeidheid kreeg het label PAM. Vermoeidheid na inspanning, welke soms na een aantal dagen mij als een zoutzak deed veranderen op de bank. Amper in staat nog iets te ondernemen.

Mijn wereldje werd steeds kleiner en kleiner, van integratie was geen sprake meer. Het enige wat hielp was rust, niks doen. Leren pacen. Alle activiteiten terug gebracht naar 20 minuten. Maar leren niksen is een kunst op zich. Je hoofd gaat maar door, je gevoel laat je schamen, afhankelijk zijn van anderen in mijn omgeving.

En laat ik de goede dagen niet vergeten, waarin je denkt dit gaat lekker en je doet een stapje extra. Mis want twee dagen erna, boem, doe het zelf maar. Daar lig ik dan in een stille kamer, soms zelfs nog een zonnebril op. Hopen, bidden, smeken… laat dit snel over zijn.

De hersenmist, niet bij je gedachten kunnen komen, maar zeker weten dat je het weet.

Ik zoek mijn geluk momentjes, maar durf ze haast niet te beleven. Het schuldgevoel is duizendmaal groter.

Mijn grootste wens, de vermoeidheid weg en mijn benen terug zodat ik weer echt kan fietsen, lopen en hopelijk weer hardlopen. ik wil niet klagen, er zijn er die nog veel slechter eruit zijn gekomen.

Het antwoord komt, het artikel van de NOS, onderzoeken die ik volg op verschillende kanalen. Terughoudend zijn om maar elke behandeling te gaan doen, ik wil zekerheid. Kan het nog goed komen of is dit het. Dan pas kan ik echt spreken van acceptatie.

Mensen zien mij, op de goede momenten. Maar niemand zit mij liggend op de vloer, een balletje te gooien voor de hond, omdat het beestje ook een beetje lol mag hebben. Hoe ik na een wandeling van 20 minuten mij moet haasten om op de bank te gaan liggen. Zelfs zitten doet pijn.

Ik houd hoop, doe het op mijn manier. Maar laat het antwoord snel komen. Leven op de rem is geen leven, niet om wie het zelf gaat, maar zeker ook voor je naasten. De wil is er, maar kunnen vaak niet.