Nooit een eigen ingevuld leven.

Het Alkmaarder meer, een speciaal plekje.

Opeens herken ik ook zijn patroon, weer een is aan mij doorgegeven. Het zijne en de hare uitgewist, het mijne gestopt in groei. Weer blijk ik een nieuwe laag te ontmoeten. Inmiddels ben ik voorbij het gevoel van verdriet en vind een nieuwe haven. Hier dopper ik gewoon wat rond.

Het is nog steeds zo bijzonder hoe “de fontein” blijft werken in mijn zijn. Waar ik therapie voor onderging, mij liet wandelen door het land van mijn vader. Ik steeds meer ontdekte waarom ik zo verdomde moe ben van het leven van andermans levens. Steeds opnieuw stond ik op een plek van een ander. Vulde en vervulde ik steeds hun plekjes op. Juist om anderen te laten staan, laten zijn en kracht te hebben gegeven.

De zeemeer mijn

Langzaam kom ik uit bij het jongetje dat er altijd was, veel zag en hoorde. Opgewekt, opgewonden en zeer ontdekkend. Ik werd stiller en op sommige momenten vergat men soms dat ik er was. Ik deed maar was niet meer. Zoveel personen die ontbreken en ontbraken in de levens van de mensen om mij heen. Ik heb geleerd zoveel te geven, precies dat te zien en te dienen. Ik speelde alle rollen, als een groots toneelstuk.

Als er Oscars uitgedeeld zouden worden, voor wat nu zichtbaar is geworden. Zijn al mijn rollen inspiratie geweest. De reis duurt nog even voort, de rollen moet nog steeds worden terug gegeven aan hen die mij voor gingen. Ik kan niet meer boos zijn op hun reizen, fouten en verwensingen. Ik wordt steeds meer klaar voor mijn eigen leven en vooral zijn. Gewoonweg benoemen wie ik ben en als iets mij niet zint uiten. Het is voor een handje vol mensen wel even wennen, maar mijn grens is meteen duidelijk.

Durven te blazen, volg de wind.

Ik sta, besta! Op naar de toekomst, de leegte is ruimte, een prachtig meer. Het was er ook voor mij, na het bos van mijn vader zoek ik het water. Of ik ga zwemmen of een bootje ga pakken? Nog steeds geen doel, voor nu is dobberen al heerlijk.

Plaats een reactie