Pica a day, No23

Iedereen deelt tegenwoordig van alles op internet. Van bloggen tikkers tot insta gram wall of famers. Overal poppenkast. Feestboek en Tik Tok, puilen er van uit. Snelle foto’s vaak onder filters geplaatst. Wat is nu de werkelijkheid?

Maar hoe staat het met de albums, van vroeger? Ze liggen te verstoffen op planken, kijk eens in mij, lijken ze te zeggen. Dus breek ik met deze nieuwe serie een lans, voor al die albums, klein en groot. Voor die ene foto, welke toch niet scherp genoeg bleek om ingeplakt te worden of eigenlijk bewaard is gebleven maar het verhaal niet meer compleet is.

Pica a day, vertelt het verhaal bij een oude foto. Willekeurig toch bewaard! Het allegaartje krijgt dan toch een staartje. Ode aan de vergeelde, vergeten foto. Hier en daar een levendig verzonnen verhaal erbij omdat het je zintuigen prikkelt!Toch!?!

Pica a day,

Rex past op mij.

Wie kent ze niet. Commissaris Rex en Snuf de hond. Als kind was ik dol op de boekjes, maar het boek kwam tot leven toen er bij ons een hond kwam logeren. Dit gebeurde wel vaker, ik meen mij een poedeltje, een dalmatiër en Rex, de herdershond. Rex, was altijd heel voorzichtig met mij. Als hij de opdracht kreeg, pas op het kindje. Dan deed hij dat ook. Iemand kwam dan aan mij. Hij had de opdracht en wie het dan toch probeerde kreeg een grom van probeer het niet.

De oplettende kijker ziet misschien dat het jongetje (ikke) zijn beentje in het gips heeft. Nog net geen loop gips, maar hij is wel van de bank. Ik kon mijzelf zo heerlijk verstoppen in zijn kraag. Beide armpjes strak om hem heen. Hier moet haast wel mijn liefde voor honden zijn ontstaan.

In mijn kindertijd hadden wij zelf geen hond, want dat kon niet echt. Maar logeren wel, zo kwam er de dalmatiër van mijn moeder haar vriendin Nel. Dat werd mijn allerliefste vriendje toen. Als ik later groot ben wilde ik er natuurlijk ook één van de 101. Maar ze werden sneller ziek, dus helaas moest Noortje inslapen. Oh en ik vergeet bijna Cindy, de roodharige teckel van Heleen, mijn overbuur meisje. Die steevast, als iemand de poort open liet staan, bij mijn moeder aangerend kwam en een schoteltje melk kwam slobberen.

Als bij toverslag kwam daar Loeki. Door het noodlottige fatale ongeluk van mijn nichtje Petra, wilde mijn oom Siebe en tante Pietje, graag van het hondje af. Te veel herenigingen aan hun dochter en misschien zou het mijn verdriet kunnen verzachten. Ik was echt ontroostbaar en weet nog heel goed wat dit verlies met mij deed als jongetje van zeven jaar oud. Maar wat een koddig beestje was dat. Een vlinder hondje met van die super zachte flaporen en het beestje kon zelfs een koprol maken en ronddansen op twee pootjes. Alles voor de heerlijke lik koekjes natuurlijk. Maar helaas werd vader ziek en kwam de dokter op bezoek. “Wat doet dit hondje hier, waren mijn ouders soms vergeten dat ik een allergie had?”

Jaren later bleek ik geen allergie te hebben voor dieren maar voor schaafsel. Daar woonde mijn cavia in. Maar Loeki moest weg, wat heb ik gehuild, gesmeekt en mijn vader vervloekt. Zo kreeg ik een konijntje, Blacky, van mijn nicht Fenna. Dit hok stond buiten, dus kon ik er mooi voor zorgen zonder ziek te worden. Maar konijnen leven niet zo heel lang. Dus via vogels, kippen en wat er nog niet rond liep was ik klaar met dieren. Dan niet!

Mijn broer Gerrit bedacht een plan. Hij was inmiddels getrouwd en had een kat. Camiel had een prachtige tekening, een pers. Maar toen belde hij dat ik even langs moest komen, dat hij het waarom later zo uitleggen. Eerst zatten we gewoon te praten, hij zei niets en deed opeens zijn voeten uit elkaar. Daar lag een dotje, een puppy. Zwart met wit gevlekt. Zijn woorden, mijn ogen op stokjes, Walter, dit hondje is ook jouw hondje, maar woont bij ons, zodat je geen last hebt van allergie. Wij noemen hem Byke. Man, man, man. Wat een geluk, ik was niet meer weg te slaan. Elk vrij uurtje haalde ik het beestje op. Samen gingen wij blokjes om, nam ik hem mee naast de fiets. Ik tilde hem/haar dan op. Dat werd een gewoonte, maar kleine hondjes worden groot en zo fietste ik door het dorp, met de inmiddels volwassen Friese Stabij op mijn arm door het dorp. Het moet een koddig gezicht zijn geweest.

Maar mijn broer, eigenwijs als hij kon zijn, deed op een avond de hond niet vast met uitlaten en deze rende pardoes de straat op. Ik was ontroostbaar, heb maanden niet met hem gesproken, zo boos dat ik was. Later kwam er een nieuwe, maar nam mijzelf voor niet te hechten. En een herder, maar die moest mij niet, altijd grommen. Dan niet! Mijn oudste broer had Hoekkie, de rottweiler, die mega grote kop een heel eigen karakter.

Toen ik op mijzelf ging wonen, allergie testen. Klein begonnen met een hamster en kwamen wij achter mijn werkelijke allergie. Daar kwam mijn Josefine op mijn pad, een vondeling poesje. Ze had zoveel zorg nodig, maar bleef eenkennig. Toen ik scheidde, liet ik haar bij mijn ex, dat was beter voor haar (en hem) om in haar eigen vertrouwde omgeving te blijven. Ze is begreep ik uiteindelijk 15 geworden.

De liefde voor dieren, onvoorwaardelijke liefde. Mijn eigen eerste hond, Pascha. Twaalf jaren mocht ze in ons leven zijn. Wij begrepen elkaar, maar ze was echt verzot op mijn man. Snap ik dan ook wel. Pascha, ging altijd mee, was de liefste en de zachtste hond. Je weet het, eens komt het moment dat je afscheid nemen moet, het uitlaten worden steeds kleinere rondjes. Het gaat niet meer, hoe mooi dat je dan je hondje soms mag en kan helpen. Ziek zijn en dan ga je heerlijk slapen om naar de honden kluifjes hemel te gaan.

Tja, dan nu hebben wij ons Katie, die zich steeds meer thuis gaat voelen. Een echte knuffelbeer te zijn, het liefste dicht tegen je aan komt liggen. Ondeugend is en in de acht maanden dat ze nu bij ons is al zoveel liefde geeft. En dat allemaal door altijd logeer hondjes bij ons thuis te hebben gehad. Met recht kun je zeggen, een honden mens.

7 thoughts on “Pica a day, No23

  1. Ik heb genoten van je verhaal. Zoveel lieve trouwe honden hebben je pad gekruist. Pascha en nu Katie. Huisdieren werden destijds al snel als boosdoener aangewezen voor allergische reacties. Gelukkig is dat tegenwoordig minder aan de orde.
    Zelf ben ik opgegroeid met honden, poezen etc. heb tot drie jaar terug altijd een hond en/of kat over de vloer gehad. Sinds 2018 toen mijn trouwe vriend Dexter is gestorven geen huisdieren meer. Wel af en toe logeerhond Aki van de zoon van mijn huidige man over de vloer. Als we straks verhuizen wil ik een kat nemen, inmiddels ben ik hiervoor een charme offensief gestart bij Chris…hij weet altijd wel een bezwaar te vinden voor het nemen van een huisdier. 🙂

  2. Mooi blog. Zelf heb ik een Bordeauxdog gehad tot 2011, bijna elf was hij toen hij stierf. Ben de laatste maanden weer aan het nadenken of ik toch weer een hond wil. Dan een Friese Stabij

      • Eerst ga ik er heel goed over nadenken, het is een hele verantwoording. Voordeel van Corona is dat ik hooguit nog maar 1 dag naar mijn werk hoef ipv 32 uur. Die dag dan met de uitlaatservice en ook wil ik dan laten wennen in een pension. Woon (nog) niet samen, en ik weet dat uitlaten ‘s avonds in de regen niet echt leuk is, hoort er ook bij natuurlijk.

        Ja Ibiza was zo leuk!!

      • Of laten logeren bij liefhebbers, die zijn er ook. Maar in de regen kan het met de hond juist grappig en leuk zijn. Voor je haar wat minder haha

Plaats een reactie