Catharina de Kleine…pup story

Hey, zeg maar Katie hoor, dat bekt, pardon blaft beter. Dat van de kleine maak ik goed. Ze, je weet wel hullie zeggen dat ik grote poten heb en geen klein meisje blijf. Ik vind van mijzelf dat ik al best een grote meid ben hoor.

Ik mocht mee op vakantie, dat hebben we nu nog, je weet het nooit met deze twee gasten en is best wel spannend en leuk te gelijk. Steeds moet ik dan zo’n rijdend hok in, zit je net lekker, stopen ze al weer. Wat nou weer, weer eruit. Wat snuft het hier, ok moet ik leren, bloem,bij. Ze, je weet wel, mijn twee roedel genoten, ik noem ze Snoep en Snap. Die houden dáárvan, vakantie is hard werken hoor.

Warm was het…Effies bijkomen

Zie je Snoep dan komt Snap eraan. Snoep is wel een leuke hoor, daar mag ik alles van uitproberen, hij zit bij mij in de klas op puppy training. En maar roepen en doen, denk wel dat hij al een tijdje niet over is gegaan en is blijven zitten. Maar hij heeft wel erg lekkere snoepjes steeds. Voorlopig houd ik hem te vriend. Je kunt hem ook zo lekker bijten, geeft tie piepjes. Echt lachen.

Snoep en ik, op de boot

Snap, die is al van school, maar gaat regelmatig met mij een blokje om of we gaan met zijn drieën er op uit. Wel leuk, maar je moet echt oppassen voor die gast, die haalt steeds alles uit je bek. Echt joh, denk ik leuk, steen, gras, slak, konijnen keutels, plastic, krab. Hij vist het er weer uit. Nee, met Snap en ik weet ik het nog niet.

Met Snap op de schommel!

Ik mocht dus mee op vakantie en ging na het hok op wielen, met de boot naar Texel. Grappig zo’n plas met zout spul, niet te drinken. Wie verzint nou zo iets, ja Snap zei het nog, maar ja ik wil het zelf ervaren. Zo ben ik, nee, dat snap ik niet ook niet naar poging 5! Haha, ik houd ze voor de gek, hap, hap, hap, hap. Natuurlijk weet ik dat ik steeds in hun stofjes bijt en dan net effe een stukje vel mee neem. Auwie au, haha. Mag niet, weet ik, maar je klinkt zo leuk.

Samen met Snoep, koud zout spul

Zo’n vakantie, best een goede uitvinding. Zo kan ik werken aan mijn zin euh zindelijk worden. Want poep in je hok, nee dat is niet fijn hoor. Snapte ik eerst niet goed. Maar tja, zeewater. Dan moet het eruit. Open het hok nou, ik moet. Je hoor eens, sneller, niet eerst zo’n stofje aan. Blaf…verdikkeme te laat. Nou Snoep en Snap, ruimen jullie het dan maar op ook! Moet je die bleke koppies nou eens zien, slaap dan over dag eens wat meer. Dan heb je s’nachts minder last!

Ik doe het goed op gras, lekker spul is dat. Kauwen aan de ene kant, komt er aan de andere kant als soep uit. Maar model of niet, beeldig.

Als je op vakantie bent, dan maak je foto’s, die twee krijgen er geen genoeg van. Katie, zit, Katie blijf. Zit, lig, pak, vast. En steeds weer dat ding erbij. Geloof dat ik een goed model ben. In de 13 weken dat ik hier rondloop krijgen ze steeds lovende berichten over mij.

Zand in mijn oogjes.

Hoewel ik liever lekker op de bank lig, moet ik ook met allemaal vreemden dealen. Van die vrouwe mensen, hoge piep stemmen, dat ik leuk, sweet, cute en zo ben! Gaap dat weet ik toch, maar dat gegraai steeds in me vacht, houd daar eens mee op zeg. Het zat net goed. Kinderen zijn wel leuk, die doen net zoals ik, toe maar die konijnenkeutel in je mondje. Ja dropjes. Wruff, ik weet al, smaken maar meer.

Zat jij hier? Nou en!

Ik maak ook vrienden hoor, hele roedels lopen er van, ze bleh bleh bleh wel veel, dat doe ik dan terug. Wruff!! Schapen, herten, eenden, slak, paarden, kippen, worm, krab, kwal. Mag ze besnuffelen maar Snap zegt niet eten! Maar goed, Snoep is mee , dus valt er wel wat van de kar, Aardbei, kaas, plakje worst en lik slagroom. Echt joh, overal valt er hier wat te halen.

Ik met bleh, lekker zacht.

Mijn eerste vakantie is geslaagd, gelukkig hebben ze foto’s gemaakt kan ik deze delen met jullie.

Ik met Snoep en Snap.

Ps: plassen doen ze in een apart kamertje, ik vind dat dus vies en pies liever gewoon buiten in het gras! Stelletje smeer poetsen, maar vindt ze wel lief. Niet zeggen tegen ze! Anders mag ik weer iets niet. Hap, blaf, wruff.

De heks van Texel

Texelse volksverhalen leven nog door.

“Akkes-Kil”

“Akkes-Kil was een echte heks en ze woonde in het dorpje de Waal op Texel. Ze was niet zo goedaardig zegt men. Ze wachtte lang niet altijd tot het avond was voor ze te voorschijn kwam om haar nare streken uit te halen, hoewel ze zich in het nachtelijk donker, als de wind de takken van de bomen deed kreunen, wel op haar best voelde. Ze had de gewoonte om over haar onderdeurtje te hangen, zo’n groen half deurtje met zo’n mooie koperen klink eraan. Dat deurtje en die klink zagen er onschuldig genoeg uit, maar als je Akkes-Kil zag, wist je meteen dat iets loos was.

Ze stond daar zoals heksen wel vaker doen, haar armen over elkaar en haar scherpe neus vooruitgestoken. Ze had een paar ogen boven die enorme neus die je niet gewoon aankeken, nee, die keken dwars door je heen.

Naast haar zaten altijd twee witte katten op het randje van de onderdeur, elk aan een zijde. Die katten hadden ogen om bang van te worden en ze zetten kromme ruggen en dikke staarten om van te griezelen. Wanneer er dan per ongeluk iemand langskwam, begon Akkes-Kil haar kunsten te vertonen. Ze keek de ongelukkige scherp aan met haar heksenogen en als hij zo bang was dat zijn benen trilden, begon ze hem te bekogelen met de loden gewichten van haar klok. Van die grote gewichten zoals ze aan een staande Friese klok hingen, dus dat kwam hard aan. Nee Akkes-Kil was beslist een hele slechte heks.”

Het is de waargebeurde en mysterieuze geschiedenis van ‘De Heks van Texel en haar omgeving. In het vrijwel vergeten verhaal wil de woedende bevolking de heks op de brandstapel gooien.

Akkes Kil heette eigenlijk Cornelisje Pieters List (1804-1886). Zij was de weduwe van timmerman Augustijn Dirksz Dijksen (1805-1841). ‘Kil’ is een Texelse afkorting van ‘Cornelisje’ en ‘Akke’ van ‘Augustijn’. Zij was ‘Kil van Akke’ of ‘Akkes Kil’. Maar een heks gaat jaren zo niet eeuwen mee en had reeds al eens eerder met het dekselse Texel volkje gedeald.

Zo was er de Sommeltjesberg

Men zegt dat het in lang vervlogen dagen heeft gespookt op Texel. Dat er geheimzinnige dingen gebeurden, staat in ieder geval vast. Want de Sommeltjesberg bijvoorbeeld, is een heel geheimzinnige heuvel.
Hij bestaat niet meer, hij is lang geleden afgegraven en het volkje was verdwenen wat er woonde.

Of het verhaal van de Engelse steen, wat heeft ze daarom gelachen toen zij hen zag graven.

Op de Hoge Berg van Texel lag vroeger een reusachtige steen. Een hele zware, ruwe steen. Tegenwoordig ligt hij er niet meer, hij is allang verdwenen, maar in die tijd lag hij er nog.
Zo’n steen lijkt een gewoon natuurverschijnsel. Want in de Hoge Berg liggen wel meer grote stenen, de gletsjers hebben ze lang geleden meegebracht.
Maar deze steen was anders. Het was een steen van kolossale afmetingen. De Texelaars noemden hem de Engelse steen. Men sprak vol huivering en ontzag over deze steen.
En dat kwam niet alleen doordat hij naast het galgenveldje lag, hoewel dat natuurlijk ook wel meehielp. Er was een andere reden voor.
Het mysterieuze van de steen zat hem in zijn afmetingen. Want wat je op de Hoge Berg zag was slechts de kop van de steen. Het punt was: waar was het andere eind van de steen?
Men had geprobeerd het te vinden door diep rondom de steen te graven, maar men kon het eind niet vinden. En dat was natuurlijk ook onmogelijk, want de steen reikte, onder zee door, heel tot in Engeland.
En daarom noemde men hem de Engelse steen.

Maar de arme weduwe wilde eigenlijk helemaal niets dan alleen gelaten te worden. Maar dat deden de bewoners niet. Wegwezen allemaal en ze had een goede worp. Ze was diepgelovig, alleen bezoek van de dominee kon ze wel hebben. Maar het dorp wilde maar één ding, weg met de oude heks.

Ze dacht nachten na, hoe kan ik nu een baken zijn. De bron van en voor leven en voorspoed. Daar waar iedereen naar op kijkt. Dat je van heinde en verre kunt aanschouwen? Maar telkens stoorde de dorpsbewoners haar in haar gedachten! Ik wil rust.

Na een aantal nachten, haar huisje was leeg, weg de poezen met hun rode ogen en dikke staarten. De deuropening bleef leeg. Het dorp haalde diep adem, gelukkig ze is verdwenen. Maar als de ruis in de boom toppen gaat, sluiten mensen nog steeds hun luiken. Je kunt nooit weten!

Het verhaal verteld niet hoe het met haar afgelopen is maar ik denk dat ze hen te slim af is geweest en ik zag vandaag een van haar staaltjes. Zou ze dan toch een heks zijn geweest?

Heksen bestaan al eeuwen, zo ook het geloof. Dat was hier al eeuwen eerder. Het baken is een kerk, al reeds van verre te zien. Ze huis er, in haar kat. En als het kwaad geschiedenis schrijft hoor je haar klokken.

“Listig als een kat, dat zal ik zijn, opnieuw zal ik verdwijnen zoals ik dat eerder deed.”

Eerst veranderde ze haar katten in schapen, zo zou Texel haar faam blijven behouden. Wol zal hen voorspoed brengen.

Voor haar zelf bedacht ze, hoog en droog, zal ik voorlopig leven als een oude kat. Wonend in haar eigen klokkentoren. De oude kat laat zich nog zelden zien, maar ik spotte twee rode ogen. Vanuit Den-Helder, met helder weer zie je de witte klokkentoren reeds. Het baken van voorspoed en leven. Met de pont over komt deze steeds dichterbij.

Wie tegen het licht in kijkt in de verte, spot daar een zittende kat. Maar kom je dichterbij wordt de kat een pracht van een wit kerkje, keurig rechtop met witte pootjes in het gras.

De poes met witte pootjes, kaarsrecht in het gras

Tegenwoordig ligt de kerk aan de rand van Den Hoorn, maar vroeger vormde deze het middelpunt van het dorp. In de afgelopen eeuwen, door de teloorgang van het loodswezen, zijn echter veel woningen vanwege leegstand gesloopt. Maar daar had ze natuurlijk ook een rol in. Zo had ze nu zicht op haar poezen schapen. Weg met de bewoners, alleen de dappere bleven. Niemand weet het nog precies, maar wat als…

Hoe listig, maar alleen voor wie het zien wil. Ik zie knipperende rode stipjes in de toren en op hetzelfde moment strijkt er een oude poes opeens aan mijn voeten. Miauw, ik ken jou, miauw ga maar gauw voort, voort voordat iemand het hoort.

Ik knik nog naar de toren, de kat is verdwijnen en in de weide staan allemaal witte schaapjes om het hardst te blèren. Tessel op zijn best!

Boven is beneden…

Boffen, dat is het. Blijven in eugen land. Wat is eigenlijk eigen? Bedoel grenzen. Wat is je persoonlijke space. Ja, afgelopen jaar kreeg je een eigen ander halve meter op de aarde waar je liep. Deze vind ik eigenlijk wel een cadeautje. Overal wijken mensen voor je, voelt bijna Royal. Make way!

Maar goed ik verblijf in eigen land, geen zin om stok in mijn neus vakantie. Nee, ik wil vrij rond dartelen dus kozen wij een eiland. Zo Ibiza, zo’n eiland bohemian. Wij rijden door de velden graan gevuld met papavers. Opium verpakt in fluweel rode bloemen. Provence ten top, ik spot een schilder al haast met zijn ezel in het veld. Vergezichten, langzaam doemen er bergen, “zijn heuvels”, nog even en daar is de grens. Iemand nog een wit bolletje met kleffe oude kaas? Krentenbol dan met gelopen boter? Daar is de péage al, gelukkig hebben wij een vignet.

Bleh bleh

Als schaapjes, wachten, stukje naar voren. De boom opent zich, daar rijden wij de pont op. Pont! Ha, ze zijn helemaal niet in Frankrijk op de route de sol, boot? Eiland hoppen? De bare tocht over zee, daar ik zie het al liggen.

Dat ging best vlotjes, navigatiesysteem kan nu wel uit, een eiland hè. 12 km lang, breed geen idee..zou zeggen bij water omkeren.

Daar kijk een vuurtoren daar moet ik heen. Het rode ding staat erect in het landschap waarvan alles eigenlijk plat is. Aan de hoeveelheid grijs op fiets en afritsbroek te zien prima te doen. Maar het gezelschap wil eerst nog taart, van zo’n echte bakker. Toch handig als een bakker dit motto voert. “Echte bakker”. Ik vraag naar de eclatante, die blijkt mejuffrouw niet te kennen, maar wel kiekjes. Doe mij maar een met sinaasappel, eens kieken of dat wat is.

Kiekjes

Grapje begrijpt mejuf nie. Type blond, short en denk ik te veel in de roomsoezenbeslag gezeten. Holland op haar best. Kwa karakter heel Frans dus. Het voelt al als vakantie.

Maar dan gaan wij eindelijk de vuurtoren, rood en erect in het landschap. Natuurlijk wil ik langs de kleine huisjes. Groot bord, de toren niet bereikbaar via deze weg. Nou! Ik weer er helemaal om heen, zag echt wel dat het wel kon. Maar de meeuwen, krijsen, lekker puh, lekker puh. Ok, ik onderneem mij de wandeling door de duinen. Prachtige instappers van geborsteld suède vullen zich met zand en bedankt.

Waar is Wally? Ik ben in de zandbak. Het gezelschap appt nog, wel foto’s maken van de view boven. Ja…, ik al die trappen omhoog.

Dag, de ingang van het pad, instappers weer leeg gemaakt. oh, kaartje! QR code, tijdslot, covid tijd, het is 11.07, volgende tijdslot 12.15. En mondkapjes verplicht. Geen lift! Zucht!!

Even denk ik terug aan het moment dat ik hier al eens stond. Lagere school, pre alles zeg maar. Omhoog ja daag, geen lift. Levendig komen de beelden terug. In groepjes. Er bekruipt mij een gevoel, nog 5 euro ook. Ik wil food. Het begint op werken te lijken, ik ben ab oerlaup. Nein och bin nicht german. Gewoon Costa Hollandse .

Dag vuure toren, je staat er mooi! Bij de auto gekomen wordt ik natuurlijk hartelijk uitgelachen. Op naar het verblijf dan maar. Ik heb geen schaam me dood gevoel. Chamber-d voor de langzame lezer, zo’n Frans meurend hokje, met waar grootmoeder haar grootmoeder nog dood lag geur. Voor weken nog in de kleding terug te ruiken. Wat een super schapen hok is dit, echt super mooi. Compleet met sauna en zonnehemel. Decadent, nee ja..het is standaard. Dit dorp is ervoor neergezet. Duits, Frans en Hollanders. Ze komen er soms al jaren, met honden, zonder kinderen en met de hele veestapel aan nageslacht. Maar het mag niet… .Hoop stout, fout is soms ook gewoon lekker.

Het is stralend weer, drankje, goed gezelschap. Parasols staan uit. En ik ruik vlees, rood vlees. Iemand kreeft? Oh.fuck…dat ben ik. De komende dagen blijf ik maar in de schaduw.

Goed, wie een beetje snel is heeft het al geraden. Ik ben op Texel, eiland in de zon, genieten van een drankje, de ondergaande zon. Zon, strand, lekker eten, betaalbaar en dichtbij het voelt als vakantie. Oh, wacht dat is het ook. Tessel, nog geen schaap gezien, maar je bent mooi, zo voor een weekje.

Kan iemand even mijn rug in smeren? Ik wil ook een refill! Het gatzie, ik zit in zo’n huisje, moet het zelf doen. Man slaapt, hond die kan nog niet apporten! Zit, lig..en goed gezelschap. Keren, smeren.

Nou, dag, de zon wacht, de schelpen geraapt. Maak er maar een fijne avond van.

Ps: weet iemand een goed snitzel paradise op Texel?

Wat zie ik…

Vandaag eens geen familie verhalen, hoewel er wel familie op het eiland heeft gewoond. Ik ben weekje op vakantie naar Texel. Inmiddels ben ik op Texel. Het is hier heerlijk stil, alleen maar vogels. Ook die die ik al heel lang niet meer gehoord heb.

Een geschoolde ekster bijvoorbeeld en het stikt hier van de Kauwtjes op de kauwberg. En deze leuke rakkers met compleet gezin hobbelen hier vrolijk rond. De fazanten parade. U begrijpt ons viervoetige monster kijkt haar oogjes uit.

Pak, jaag en opvreten…haha nee jagen hoeft niet meer, zitten op de kont en kijken. Ook al leuk. Hadden haar wel even los op het strand. Ook weer een beleving op-zich, zand happen, krabjes pesten, schuimkoppen en die plas zout spul. Nou dat vond mevrouw net effe te veel. Tot aan buikje dat wel.

Maar goed, even doen we geen onderzoek. Chillen, vandaag lekker de bolletjes in de zon.

Zoekt de bal!

Dan heb ik nog een raadseltje, zoek het konijntje, de fazant is al gevonden!

Fijne dag