Wat mijn ogen zien…

Willen mijn handen maken, maar die verdomde Allodynie en FNS die nu al die tijd huizen in wat ooit mijn tempel was. De corpus. Van de week had ik dan weer zo’n moment, de WIA verzekeringsarts. Ik heb voor mijzelf besloten dat ik maar geen details daarover zal gaan noemen en noteren. Maar als ik erover nadenk, en dat moet ik helaas. Heeft dit gesprek zoveel impact op mijn lijf nu, het heeft geen nut in te gaan op de processen, of het gebrek aan kennis.

Ik ben volleerd long covid patiënt met PEM en als gevolg daarvan gaat het lopen moeilijk, zitten en staan. de concentratie van een walnoot. Mijn eigen onderzoeken daarin zie ik geen verbanden meer. Ik blijf in een boek steeds steken op een pagina. Het lezen en schrijven. En zo dan ook lees ik wel eens mijn eigen blogs terug, het staat er, maar gek genoeg denk ik, heb ik dat geschreven?

Ik ben dus nu vaak in het moment, als het stroomt dan ben ik blij. Het zit er nog in, al die verhalen, onderzoeken en zoveel meer, maar ik kan er niet bij. De lades gaan niet open als ik het wil.

Maar goed, ik ben ook die van niet bij de pakken neer gaan zitten, schouders recht, voorzover dat gaat met mijn bolle rug. Ik zoek naar wat wel kan en soms lukt het. Al menige keer zette ik alles klaar maar er kwam niets, geen idee of onderwerp.

Normaal kreeg ik er veel energie door, stukjes tikken en de schilder spulletjes. Heel even ben ik niet die patiënt. Heel even was mijn hoofd leeg, naar maar waar, de klap komt er altijd na. Zo vernederend, ik kan alleen nog maar slapen en als een uitgeblust vaatdoekje liggen. Dat domweg liggen. Gevangen in vrijheid.

De afgelopen nacht was gebroken, elk uur op de klok. De kerktoren slaat, de geluiden uit de stad komen tot mij door het open raam. Niet slapen kunnen, mijn benen, voeten en ook mijn handen of er schrikdraad op is gezet. Dit lijf heeft al tijden ruzie met de regie boven kamer in mijn hoofd. Het hoort erbij, verzet heeft geen zin. Maar zoals je zult begrijpen, niet fijn.

Stukje tikken, man slaapt en snurkt. De hondjes snurken ook lekker erop los. Alles is in rustte behalve juist ik zei de gek. Mijn neefje, die bij ons tijdelijk woont, zijn wekker is gegaan. Ik ken inmiddels zijn ochtend gebruiken ook. Ik besluit te blijven liggen, wachten tot hij naar zijn stage vertrekt, dan begint de nieuwe dag voor mij. Niet opgeladen, dus zal vandaag er weer een van minder zijn.

Maar ik, ben een opgewekt mens, ik wil door. Gister zette ik op tafel mijn schilders spullen. Niet op de ezel naar alles plat. En het kwam, de inspiratie, de kleuren belanden op het doek. Ik voelde de energie stromen maar ook mij sneller verlaten. Met veel rusten ertussen, daar was mijn handtekening en mijn meisje Katie. Het wordt een tweeluik en Rika zal ook vereeuwigd worden. Als mijn ringen weer om mijn vinger passen, dan werken die handen weer en volgt ze hopelijk snel.

Mijn honden meisjes, voor hen is het leven gewoon zo, het komt met de dag. Geen weet van gister of dat het morgen ook weer dag is. Eten, wandeling met baasje, slapen en heel veel knuffelen. Het kan zo simpel zijn. Dus doe ik gewoon met ze mee, simpel leven. Met hier en daar een kloddertje verf.

Katie

Zonder bagage

Het lijf schudde, met enige kracht!
“Ik word geen tachtig”, daar lag ze dan. Zo nu en dan kwam ze weer even bij, de Palliatieve zorg begon haar werk te doen. Haar amper nog achtenveertig kilo wegende lijf vocht als een tijger, ze wilde niet dood. Had ze niet al die jaren zo hard gevochten voor het leven? Glazige ogen keken mij aan, haar blik die ik pas veel later begreep. “Wat deden al die mensen rond haar bed” Ze wist, zodra ik ga breekt de pleuris uit, de spanning was voelbaar. Als vreemde zaten haar zonen, aanhang en kleinkinderen als kraaien rond haar bed. Haar geest dwarrelde weg, haar sterke scherpe geest. Gehaat en toch geliefd.

Had ze eerder aan de bel moeten trekken? Niemand geloofde haar, een schreeuw om aandacht. Op haar gezicht tekende het dodenmasker. De verkeerde diagnose in het ziekenhuis, mevrouw mag weer naar huis. Thuis werd het bar en boos, ze wist het! Ze wilde naar huis, niet sterven in een ziekenhuisbed. Ze haatte werkelijk alles wat ziekenhuis is. Listig weigerde ze haar kleine hapjes brood. “Mam, je moet eten, kijk ik neem er ook een stukje van. Een lach verraadde haar, “zo weer een stukje minder”. Ik wil geen brood, ga weg jij! In haar huisje waren de drie bloedverwanten, draaiende om elkaar heen. Nu ze zo ziek was waren er opeens weer drie. Waar waren ze al die tijd geweest, al die eenzame zondagen. Het stemde haar triest. “Laten jullie mij met rust”

Het was een koude winter geweest, die van 1933. Gelukkig was het nu zomer, negen maanden na de verwekking, ze was de oudste maar een dochter, het eerste kleinkind. Geboren uit families van andere statitude, het mocht niet zo zijn. De verschillen in achtergrond en levensinvulling waren te groot. Het was de liefde die hen verbond. Maar hoe dan ook haar reis begint hier, geboren in de roerige jaren dertig.

Klinkt het gek als ik schrijf dat de oorlog in mij is, in mijn bloed en genen. Mijn geesterlijke gesteldheid. Is het vreemd dit als tweede generatie na de oorlog zou te ervaren? Ik was niet in de deze oorlog, ik ben van ver na deze oorlog. Toch komt deze steeds in mij voorbij, de gedachten beangstigen mij. Dit boek het moet geschreven wellicht raak ik zo dit verhaal kwijt. Waarom ben ik steeds daar, vanuit verschillende invalshoeken, oorlog! Het is oorlog in mij, een oorlog die niet de mijne was, een erfenis die mij er telkens in mee trekt. Als kins ervaarde ik deze als ontkenning, onthouden van het verhaal.

Als volwassenen man vastgehouden in het gevoel van fout te zijn. Mijn fout wel nee, niemands fout. Ik heb een buitengewone intresse voor die oorlog, geen gewone oorlog, die oorlog is ook in mij.

Zonder bagage, is een inleiding tot een hoofdstuk in mijn groots te schrijven verhalen boek. Tot het laatste stof.

De heide kinderen

Verhalen van vroeger, uit lang vervlogen tijden. Zit iemand daarop te wachten? Vast wel, de personen waarover het gaat staan op vergeelde foto’s in oude albums. Soms nog in bezit van de laatst levende, maar meestal liggen deze bij de generaties die erna zijn gekomen. Soms hebben zij geen idee wie er nog op staan. Door ruzies, afzien en afgunst liggen hele generaties met elkaar overhoop. De kinderen zitten er gewoon tussen en bij en zo begint mijn verhaal.

Die ene oude foto, zomaar tussen andere een foto van een grafsteen. Ik lees de naam op de steen, dit is het graf van mijn oma. Of zoals je dat op zijn Fries zegt, Beppe. Mijn roots zijn Fries dit wist ik dan weer wel, maar kan mij er weinig meer van voorstellen. Ze stierf in 1950 en twintig jaar later werd ik pas geboren. Toen ik een kleine jongen was, kwam er wel familie bij ons over de vloer en mijn ouders gingen ook naar Friesland. Ik ben er maar een aantal keer geweest, in dat Friesland. Zodra mijn vader aan de telefoon was, hadden wij meteen door, hij belt met Friesland. De taal was onmiskenbaar, maar deze heb ik dan ook niet meegekregen.

Kijkend naar de foto, schiet mij het verhaal van de steentjes in mijn gedachten. ‘Wij draaide elke dubbeltje om voor elk steentje’. Hoe oud was mijn vader, hij moet begin twintig zijn geweest. Nu was hij wees, zijn vader stierf aan de gevolgen TBC in de oorlog. Wat moet dit eigenlijk een impact hebben gegeven, zo jong al zonder vader en pas veertien jaren oud. Een van de vijftien kinderen, waar hij nummer twaalf in de rij was.

Ik herinner dat er verteld werd dat het graf van beppe Janke achter die van mijn Pake Klaas is geplaatst, maar het waarom is mij niet echt helder. Ik bekijk de foto nogmaals en lees de grafzerk nog eens goed. Daar staat weduwe van mijn Pake Klaas en gehuwd met R.v.d.Wijk. Het staat er echt, mijn beppe is hertrouwd! Wat een vreemde ontdekking.

Rust zacht, laatste rustplaats van mijn beppe

Een paar dagen later, ik laat het eens bezinken, wat weet ik eigenlijk? Wie was eigenlijk de familie van mijn vader? Het gekke is er komen geen antwoorden alleen maar stukjes van geschiedenis. Er werd weinig door mijn vader verteld over vroeger en zijn thuis. Een uitspraak staat bij zo bij: “Wie bij leven niet naar mij omkijkt, komt bij mijn dood niet achter mijn kist”. Dat is precies wat wij dan ook gedaan hebben met zijn crematie. Hij had toen zusters, ja die leefde nog en mochten pas na zijn dood op de hoogte gebracht worden. Warempel ik heb er ook gesproken. Maar mijn vader was het type man gesloten oester, spreken is zilver, zwijgen is goud. Wat niet weet, wat niet deert. En zo waren er veel uitspraken die ingezet werden.

Eigenlijk heeft hij niets aan mij doorgeven, de weinige zaken die ik wel weet zijn een handje vol namen en waar zijn dan de foto’s?

Net een aantal maanden voordat mijn moeder overleed had ik haar nog gevraagd of ze mij kon vertellen wat ze wist van vroeger en mijn vader. De namen kwamen met hier en daar een stukje verhaal, hoewel ik toen ook wel merkte dat ze niet roestig begon te worden, maar bewust stukken leeg liet. Haar zo perfect opgebouwde imago en leven daar zou ze nu ook geen barsten in laten komen. Zo van dit is geweest, laat het maar zo. Precies zoals ze ook deed als het ging over haar familie. Altijd het zwijgen er toe laten doen. De schaamte was gewoon te groot.

Ik had dit toch ergens opgeschreven, ik wist het bijna zeker, waar is die lijst. Nu tien jaar na het overlijden van mijn moeder begeef ik mij wederom tussen haar papieren. Een handje foto’s, gezichten ik herken er wel een aantal. Wat foto’s van beppe en pake en heb nu het gezicht bij het graf. Hoe zou hun leven eigenlijk zijn geweest? Hoe was het leven van mijn vader voordat hij getrouwd was met mijn moeder. Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer vragen er komen. Wat overblijft een rijtje met steekwoorden, oorlog, ziekte, ruzie, armoede en zo gaat het nog even verder. Hoe zit dat nu precies vraag je je misschien nu samen met mij af?

Ik vind het door mij gemaakte lijstje, hierop staan acht namen met een steekwoord van plaats en een event dat heeft plaats gevonden, welke ik met nog drie kan aanvullen. In haar adressen boekje vind ik een aantal namen, geen van de lijst. Zouden dit misschien kinderen zijn van mijn ooms en tantes, tenslotte was het een groot gezin.

Het laat mij niet meer los, te veel vraagtekens en besluit een stamboom te maken. Wie is wie en hoort waarbij, de eerste vraag, wie is de onbekende echtgenoot van mijn beppe Janke. Hier start mijn reis, terug in de voetsporen van mijn vader. De titel komt tijdens het zoeken als snel, mijn vader gaf mij een prachtig boek “Als de heide bloeit” van M.Apperloo. Als ik het nu voor het eerst lees, komt bij mij boven, als je iets wilt weten over vroeger lees dit, dan weet je hoe het was. Al het andere is niet belangrijk jongen! Verdomd hij heeft gelijk en de hoofdpersonen hun namen zijn gelijk aan je pake en beppe. Dus toch denk ik, hij heeft het mij willen laten zien op zijn manier. Papa je was geniaal.

Mijn vader en ik, in de heidetuin.

Uit de foto’s komt ook deze foto. Mijn vader en ik. Verdomd, dit voelde als thuis voor je. Je vertrok voor de liefde en werk naar Driebergen en omgeving, maar nu begrijp ik waarom wij wandelde, fietste langs of naar de tuin en zelfs op Friese doorlopertjes schaatsten in de aangelegde heidetuin. Het decor, waarschijnlijk ook de geur en hoe prachtig het was. Hier liet je mij je thuis zien, leven op de heide, daar waar jij vandaan komt. Je liefde voor vogels en natuur op mij over brengen. Was dit jou manier, niet erover kunnen spreken pa? Dat de waarheid misschien veel te zwaar blijkt om te dragen voor de kleine jongen.

De Titel moet zijn ‘ De Heide Kinderen’, wie zijn jullie daar op de hei vader? Zijn wij dan ook niet de kinderen van de Landarbeiders op de heide in Friesland en welke belevenissen en ontberingen hebben wij ongemerkt met ons meegedragen als de lessen die een ouder aan je doorgeeft.

Hallo va, ik kom eraan en jij wist het! Tegen de lucht zeg ik dan maar, bedankt pa, bedankt!

Today is the day

That my daddy went away. Hè just went in the night. There was no one with HIM.

They call me, i was te last to hear.

Gone in his sleep.

When i drove to the resting home,

They got to him first.

They allready got him dressed.

I looked at them and i ask to be alone.

I can never take back the time,

I was mad at him for bullying my mom.

We did not speak to this day,

Now i could speak, he only was just there.

I made his hair messy,

That What i always did.

I was 33, now i am 53. 20 years have gone.

I so wish i had more time to spend.

Then they moved him in a special room.

Later i went back, Where i not suppost to be.

Arround his head there was a ribbon, to keep his mouth from opening. My dad a easter egg.

Again my dad was made not to speak, forever hold his few words.

Today is that day, i miss you,

Now i only can think of you,

For me that is the closes way.

I would give a miljoen for that one our.

For me just be that kid again holding your big hand.

I miss you my big dad.

Het vlaggetje is ook lekker.

Tja, wat hebben mensen toch met die lapjes stof. Om zichzelf of een land uit te drukken. Dat laatste duid ook meestal op het onder drukken ervan.

Je ziet mensen een uitzonderlijke haat tonen bij het verbranden ervan. Waar je vandaan komt of hoe je je voelt, vloeit maar zelden positief. Dat is alleen aan de houder ervan, zich trots te voelen en verbonden. Maar een ander kijk heel anders naar je vlag moment.

Collectief vlaggen snap ik ook niet helemaal. Dat wat goed is, is in de ander zijn ogen dat juist niet. Niet alle daden zijn helden daden. Neem maar eens Prins Bernard in gedachten, zijn keuzes en zijn leven erna, het kan inderdaad raar lopen. Verlogenen

Zo was er een paar jaren geleden in Utrecht iemand die een Palestijnse vlag voor zijn raam had gehangen, op de stoep is vervolgens een joodse vlag gekalkt.

1) waarom moet je in een ander land vlaggen voor een ander land?

2) wie haalt het in zijn bolleke om er dan voor hetzelfde huis een vlag van een ander land te kalken?

Met nadruk wil ik aangeven dat ik mij niet meng in het conflict dat al jaren aan de gang is. Ook dat de berichtgeving vaak wel eenzijdig overkomt. Het blijft lastig als buitenstaander er een neutrale mening over te vormen.

Greta, werd vergruist toen ze een Palestijnse vlag aan haar balkon hing. Ze wilde aandacht vragen, voor zaken waarin zij ook de andere zijden belichten wilde.

Haar oude huis staat nu te koop btw

Van de week, gruwelijke beelden een ongelofelijk relaas, die zijn weerga niet kende. Brut, ongelofelijk onmenselijk acties. Maar het blijft richel lopen, het dubbeltje valt wellicht al jaren aan de ene kant van het hek. Om zo’n ongelofelijke explosie van geweld te tonen, daar moet wel iets heel groots onder de oppervlakte leven. Het stemt mij erg verdrietig dat er ergens op de wereld al weer een deel in de brand staat.

Ook heb ik al eens geschreven over de LHBTI + vlaggen door de stad, dat schiet ook zo hun doel voorbij. Ja tonen dat je solidair bent, is eigenlijk hetzelfde als een duimpje zetten op FB. Kijk ons een tolerant zijn. Het is niet het tonen maar het doen en uitdragen.

Landen jurk, waar rechten niet gewaarborgd worden.

Waarom toch altijd de nadruk leggen op de verschillen. Niemand wint zo een gevecht, in deze alleen verliezen.

In Amsterdam, wat beticht wordt als Joods, wapperde ook de Joodse vlag, wat zegt dat in feite, je solidariteit tonen aan de een, is de ander provoceren. Getuige de persoon die voor het gemeentehuis de Palestijnse vlag plaatst klopt elk woord wat ik zojuist heb getikt.

Een conflict versterk je alleen met provocatie. Daar komt alleen verwijdering door.

Wij samen zijn een wereld, wij moeten er samen voor zorgen. Wie het licht niet gunt in de ogen van de ander, zal zelf merken dat het licht zal doven.

Wat geeft het als wij anders zijn en denken, wat zou het je kosten om naast elkaar te leven en elkaar te erkennen in elkaars verschillen!

Ja, er zijn door de verschillende volkeren vele oorlogen geweest, maar zijn wij inmiddels ook dommer geworden? De wereld zoals wij deze kennen zal er niet zo lang meer zijn, terzij wij als geheel voor de wereld en elkaar gaan zorgen.

En dat vlaggen uit naam van de natie, stop daar eens mee. Toon berouw, zoek de ruimte om het op te lossen, het conflict kan ook de wereld uit.

Ik wil ook graag dat ene zinnetje kwijt, dat sinds mijn jeugd in mijn hoofd schiet als iemand zegt Hamas…. Het was er jaren niet. Stop en het kan.

Gemeente hijst internationale vredesvlag: ‘Steunbetuiging aan alle onschuldige slachtoffers’

10 oktober 2023, 09.50 uur · Aangepast 10.09 uur · Door AT5

De gemeente heeft vanochtend de internationale vlag voor de vrede gehesen op de Stopera. De vlag hangt als steunbetuiging aan alle onschuldige slachtoffers. Kijk dat was dus na het maken van mijn blog. Invloed jonge 🙂

In de rubriek…Hoe gaat het nu met?

Hoi, wat ontzettend leuk zeg deze rubriek, iemand die weer eens naar je omkijkt en je gewoon met gezonde interesse vraagt hoe het met je gaat.

Vandaag dan maar eens mijzelf in de hoofdrol gooien? Walt jongen, hoe gaat het eigenlijk echt met je? ‘Nee, je mag niet zeggen dat het goed met je gaat om ervan af zijn.’ Ok, ok, het gaat! ‘Das toch ook geen antwoord Walt!’ ‘Je ziet er reuze goed uit!’ Ja, ik zorg wel dat ik nog een beetje krisp aan de buitenkant eruit blijf zien. Tenslotte het oog wil ook wat! Voor iemand in zijn bijna 53ste levensjaar houd ik de boel wel bij. Ok, ik ben wel stukje voller dan voorheen, maar er is zo wel meer om van te houden. En nog een voordeel je rimpels worden minder zwaar met kilootjes meer op de teller. Ik ben ook stukje grijzer ineens en er groeien haren regelmatig uit mijn neus. Die knip ik kort en grijze haren in mijn wenkbrauwen die jas ik er meteen uit met een pincet. ‘Waaalterrrr’ Jaaahaa, ik houd al op.

Ik zit een beetje in de knoop!

Iedereen de Corona monologen gelezen? Mooi dat scheelt uren uitleg en hoef je ook niet onnodig goed bedoeld advies in ontvangst te nemen. Ik heb dus het vervolg hierop genomen een soort abonnement. Eenmaal lid kom je er niet meer vanaf. Ze noemen het Long-Covid. Nou en lang is het al. Ik deed drie keer mee en drie keer won ik de prijzen. De eerste keer hield ik het redelijk vol, rest schade in longen, spieren, benen en geest. Ik dacht nog ik haal de vijftig niet. Maar kijk de wonderen zijn de wereld nog niet uit, ik ben er dus nog. Alleen wie ben ik dan nu geworden? Een zeer lastige vraag, de machine die mijn lichaam zou zijn daar is zand ingestrooid, met grote vrachtwagens vol. Maar Klaas Vaak reed juist telkens mijn deur voorbij. De tweede infectie kwam zomaar maar was gelukkig niet zo heel sterk, mogelijk te danken aan de vaccinaties! Maar met elk vaccin krijg je ook weer virus deeltjes binnen en gaat je lijf harder aan het werk, je immuunsysteem moet het eigenlijk opruimen en je lijf beschermen, maar i.p.v te stoppen slaan de stoppen regelmatig nu door. Het is nu steeds hieper actief. Soort van overgang, idee! De laatste keer covid, toen wilde mijn benen en armen niet meer verder er ontstond daarnaast een soort hersenmist die zijn weerga niet kent. Ken je dat gevoel van een te strakke onderbroek op je huid? Nou en dan trek je eens aan het elastiek ervan, dan laat het los. Dat gevoel op je huid, bij mij vooral mijn benen, dat keer 30. Steek voor de aardigheid effe je vingers in het stopcontact, dat gevoel maar dan 10 keer all over. Iemand die je, goed bedoeld, een schouder klopje geeft, slaat je dus eigenlijk in elkaar. Niet meer kunnen doorlopen, fietsen, dansen en langer dan 6 minuten op een plek kunnen staan. Prikkels prikkels, pijn!

Het is dat ik onthouden heb waar ik al deze motorisch gestoorde dingen heb genoteerd, 98 stuks in totaal. Anders was ik delen geheel kwijt geweest. Wel een voordeel, maar niet als je steeds bedenkt wie heeft het gedaan en er dan achterkomt dat jij het gewoon was. De oven en ik worden geen vriendjes, nieuwe dingen leren vergeet het maar. Luikje open, erin, luikje dicht… waar euh… vaak niet weten, maar toch weten. Dan zijn er nog de prikkels….o.a. geluiden, licht en sommige vrouwen stemmen! Hersenmist noemen ze dat! ME en aanverwante ziektes, voelt zoals Alzheimer. Al het oude komt wel naar boven. Of dan heb ik het nog niet gehad over de pijn prikkels en lam gevoelens in mijn armen en benen. Ja, je ziet mij lopen, bewegen en moeizaam bukken. Soms is staan nog pijnlijker dan zitten en blijft liggen in een bepaalde houding nog de enige optie. Let wel, ogen dicht, koptelefoon op, snaveltje toe. ‘Slaap lekker.’ Nee, persoon de uil, dat mag ik ook niet terzijdes het echt niet anders kan, na activiteiten verplicht 30 min rust. Een activiteit is bijvoorbeeld boodschap halen, koken, hondje uitlaten. Alleen slapen als het echt niet kan!

Langzaam begint spoor 2, das als je al even ziek bent en krijg je een Re-integratie coach, nummer 18 van soort van deskundige waar je alles opnieuw moet uitleggen. Ziek zijn is trouwens voor de rijken der aarde, het geld vliegt er met bakken uit. Ik zal je besparen met alle arts bezoekjes, hulpverleners en instanties die er een plasje over moeten doen. Hoezo tot rust komen! Iedereen is zo begaan en begrijpen dat het allemaal veel is. Maar wel mooi de lijstjes volgen hè!

Het leuke van niet ziek zijn, is dat je gezond overal zonder al te veel na te denken aan kunt mee doen.

Ik moet bij alles al dagen van te voren denken, is het de pijn erna waard. Twee dagen voor een grote actie, zo min mogelijk ondernemen. En als ik geluk heb, een of twee dagen erna extra vermoeiend en in pijn. Niet weten waar je het zoeken moet.

Wie mijn blog heeft gelezen over Milkshake, heeft een stukje gezien van mijn leven pre covid. Dat leven zocht ik op, maar gaat niet meer. Dit was dan ook echt de laatste keer. Zolang er geen antwoord komt op mijn klachten, en de lijst is lang. Lijkt het alsof ik toch veel kan, maar wie goed leest tussen de regels door ziet dat mijn leven al 3 jaar on hold is gezet. Ik heb er de kracht en energie niet meer voor. Natuurlijk test ik mijzelf, wie weet vind ik gewoon het ei van Columbus dat mij zal genezen. Daar horen ook de domme dingen bij, van toch even willen zijn op een festival, feest, verjaardag of diner onder vrienden. En mee doen dan hè, ze zien niet, hoe ik amper thuis kan komen. Dagen lig, in mijn zelf gemaakte cocoon die mijn leven nu is. Ik schrijf nog, zo probeer ik mijzelf op te peppen. Ik schilder wat. Maak kleine soms hele kleine stapjes vooruit maar het blijft allemaal op een trede van de trap. Stabiel noemen ze dat, maar geen herstel. Wat geholpen heeft is de acceptatie van dit alles… berusting eigenlijk. Maar leuk is het zeker niet!

Weg is alles, langzaamaan steeds verder achterop met alles. Ik snap het wel, je ziet mij en denkt huh? Maar wie echt kijkt, weet dat ik gevangen ben in mijn lijf. Hoe mooi ik mijzelf ook steeds presenteer, het is allemaal opsmuk. Einde van de dag, als niemand meer vraagt of kijkt is de tank leeg en dat moment is soms al bij opstaan. Einde dag aan het begin.

Ik ben echt moe van steeds maar moeten op boxen en het gevoel te hebben mijzelf te moeten uitleggen. Ik heb ook natuurlijk een eerste en tweede cirkel mensen om mij heen, hiervan hebben er een aantal het leven gelaten, rouwen heet dat, daar ging ik weer van onderuit. Ik had daar dan weer een therapeut voor nodig gehad. Hoe mijn kinder en jeugd tijd waren? Ik weet het niet meer, ook hiervoor deed ik therapie, want wat ik wel wist, dat was een trauma van hier tot aan Driebergen. Maar dankzij deze therapieën heb ik opnieuw leren voelen en verwerken en de ervaring van rouw door dit hele proces kan ik het nu zelfstandig dragen. Zonder medicatie, het helemaal zelf doen. COVID liet mij op de rem trappen, misschien dan toch een lichtpuntje?

Ook kan niet heen om mijn allessie, zonder hem en zeker ook voor hem ga ik door. Het is voor hem ook onwijs klote en langzaamaan trekt hij zich ook terug in mijn cocoon. Hoe hard ik ook schreeuw dat hij dat niet moet doen en lekker zijn leven moet genieten. Maar het is houden van, in mooie momenten en helaas nu ook in de echt slechtere. Humor helpt, als hij vraagt wanneer het moment is dat ik in de gracht gerold wil worden, is dit het voor portaal van de hulpverlening? Precies dat wat ik niet wilde, patiënt zijn die niet meer zelfstandig voor zichzelf kan zorgen. Nog niet…zeg ik dan plagerig geduld en onkruid enzo meer. Waar blijft die pil van Hedron? Voor als ik echt niet meer wil, maar wel humaan. Ik voel mij, als een lege cocoon, de rups is dood en de vlinder koos het luchtruim maar vergat zijn ziel.

Hoe gaat het nu met je Walt? Nou om eerlijk heel eerlijk zwaar Kut! Maar je moet weer door zie ik, dus zeg ik het gaat! Ok zeg je dan, blij dat ieder weer vrolijk weg kan. Ik snap ze wel, ze weten het gewoon ook niet. Zijn bang om verkeerde dingen te zeggen. Pas goed op jezelf en knap zoals je het doet… Ik kijk ze na, die hoge schouders en denk bij mijzelf eens komt jouw moment, het moment waarin ik nu ben. Misschien denk je nog wel eens terug aan mij, dat was wat hij bedoelde! Dat!

De Apostel Elon…

Gister zag ik een rouw advertentie staan, van het Wereld Natuur Fonds. Weer een diersoort had het loodje gelegd. Ik vond het een geweldige vondst. Vanmorgen vloooog ze noggg. Maar nu is ze dood.

Dwars door haar hart.

Het kleine blauwe vogeltje, waar vele ooit zo mee weg liepen, hun mening formuleerde, en veel mensen de mogelijkheid gaf om te kunnen spreken, waar andere dan weer wat van konden vinden. Ooit zat ik ook erbij, was een echte believer. Het slinkse web, waar ik zelf onderdeel werd van een achter de schermen gespeeld spel. Waar meningen snoeihard konden zijn. Maar nu heeft de nieuwe eigenaar de regels aangepast, het mocht nog grover, juist de personen die nog iets van fatsoen over hadden liepen massaal over naar Mastodon, of zoiets. Ik ben er al een tijdje weg, wat eigenlijk heel fijn was, niet 17.000 volgers tevreden houden met een X aantal tekens.

Rust zacht!

Met een Xantippe, komt er een einde en moet het een nieuw tijd inluiden. Een heraldisch symbool. Het begint deze Dagobert D een beetje naar het hoofd te stijgen. Het andreaskruis dankt zijn naam aan de apostel Andreas, die aan een schuin kruis zou zijn gekruisigd. Volgens de overlevering koos de apostel daar zelf voor. Hij wilde niet sterven als zijn meester Jezus, die aan een traditioneel kruis was gestorven. Het x-vormige andreaskruis kwam hierna symbool te staan voor de apostel.

Foei, jezelf op de hoogte zetten van een apostel. Met jezelf aan een andreaskruis te verbinden. Maar hij heeft ook geluk dat onze Dick Bruna niet meer onder ons is. En ons Nijn een hele lieverd is.

Ze zwijgt

Al met al dus niet echt vernieuwing, gewoon gejat en daar zit gewoon een Musk aan!

De Germanen kenden het symbool overigens ook. Daar stond het voor goddelijke kracht. Het werd onder meer gebruikt als bescherming tegen boze geesten en demonen. Enkeltje Space X dan maar…

Gisteren 29 mrt, op zoek naar Geluk.

Nummer 46

Via een bekende kreeg ik een naam door, als er iemand zou willen praten is dat mijnheer Geluk wel. Het huisnummer wist deze persoon niet meer. Dus reed ik maar gewoon naar de straat toe in Doorn. Want iemand in de 90, die zal toch wel makkelijk te vinden zijn. De eerste deurbel die ik probeerde, speelde een waar orkestje af en kwam er een alleraardigst vrouw persoon aan de deur. De familie Geluk? Maar ze bleek deze niet te zijn, ze wees naar de overkant, of het hoekhuis of die ernaast. Wij spraken nog even over haar collectie tuinkabouters en over haar ziekte zoon, die nu zijn klus maatje in zijn eentje een afdakje stond af te timmeren. Het was alsof zij mij al jaren kon. Ik dankte haar voor het gesprek en vergat vooral niet te benoemen dat ik juist bij haar had aangebeld omdat het er zo gezellig uit zag. Het kost niets en deze mevrouw deed met een zachte duw en brede glimlach haar deur dicht.

Daar stond het, op nummer 46, Geluk. De over buurvrouw had het juist, niet het hoekhuis maar daarnaast. Ik keek even vluchtig door het venster, zag opgezette vogeltjes, een mooie Friese hang klok en meubels die in de jaren 50/60/70 al waren aangeschaft. Er woont hier in ieder geval een ouder persoon. Ik druk op de bel, geen reactie. Dit keer ga ik voor het venster staan en zie achter in de door zon kamer een ouder echtpaar, druk aan het sjorren aan een meubeltje. Maar ook de glinstering van de rand van een gehoorapparaat. Ze hebben de bel vast niet gehoord! Nogmaals druk ik, nu wat langer op de voordeur bel. Achter de ruit in de voordeur, verschijnt een gestalte die amper boven de brievenbus uit komt welke in het middel van de deur zit. Ze rammelt aan de voordeur, op slot. Onwillekeurig moet ik denken aan mijn ouders, daar kwam ook niemand voor om. En de kleine gestalte verwijderd zich weer, om terug te keren met de sleutel.

Goedemiddag mevrouw, bent u mevrouw Geluk vraag ik. Een voorzichtige glimlachen ontsnapt haar vriendelijke gezicht. Maar jongen het staat daar toch op het bordje. Das waar antwoord ik haar, maar kon ook zijn dat u op visite was bij mijnheer geluk. Nou zegt ze daar ben ik al meer dan 60 jaar mee getrouwd. Dan zit ik waarschijnlijk goed en zeg haar dat ik haar man wat wilde vragen, maar het is geen gemakkelijke vraag. Kom er dan maar in, zo op de stoep is dat ook zo wat.

Ik volg haar naar de woonkamer waar mij meteen opvalt dat alles een beetje raar staat. Sorry voor de rommel zegt ze, maar ik wilde de lage zit voor hebben en de hoge zit eettafel achter. Tja dat mag niet van mijn zoon, dat slepen, daar krijgt ik morgen natuurlijk voor op mijn donder. Zo ging het bij ons thuis ook, de winter en zomer opstelling. Ik help een beetje met rechtzetten. Zo kunt u zeggen dat u hulp hebt gehad.

Al die tijd zit haar man op de bank naar mij te kijken. Hij observerend mij en zegt zo is het wel goed, kom zitten. Ik ken jou zegt hij…verbaast kijk ik naar hem. Jij komt uit Driebergen, de Zonstraat. Ik zet mijn breedste glimlach op, dat klopt. Het verbaast mij, hoe helder deze twee personen samen zijn, zo blijkt beide flink in de negentig.

Hij vertelt dat hij een kameraadschap had met mijn oude overburen en dat hij mijn moeder kent die er altijd op de koffie kwam. En dat ze samen het huis hebben gebouwd. Veertig jaar verschillen wij in leeftijd, hoe bijzonder dat hij mij dan herkend. Je vader en moeder, harde werkers zegt hij, genoeg ellende ook, waar ze helemaal geen malle moer om kon doen.

Waarvoor ben je hier vraagt zijn vrouw en leg hen uit. De geschiedenis van mijn familie brengt mij naar u en ik hoop dat gezien uw leeftijd u het verhaal misschien kent en hij knikt instemmend. Ik heb je grootvader ook nog gekend, je grootmoeder ook. Wij woonde om de hoek. Een snelle rekensom, hij is 4 jaar ouder dan mijn moeder. Hij noemt mijn grootmoeder Cien, en daar spreekt liefde uit. Clasina heette ze voluit. En hij je grootvader was geen beroerde man. Het was arremoe in die tijd. Hij kon hard werken en zat ik het grondwerk. Hij was geen kwaaie als sommige in het dorp. Ja, hij koos voor de NSB en later SS, waar Cien het totaal niet mee eens was. Ach arme Cien, die zat tussen wal het het schip. Ze hebben hem omgelegd, wat had dat nou voor zin. Ik heb hem nooit op vuiligheid kunnen betrappen. Heel anders dan zijn vrienden en noemt de namen welke ik al wist. Hij zat ondergedoken jongen en Cien bracht hem soep. Tot op die dag, precies weet ik niet jongen. Dat ze terug werd gestuurd, dat het geen zin meer had.

Ik maak gebruik van de stilte en benoem zijn schuilplaats, ook die ik recent heb gehoord. Ja, bij de moerbei en de kaap, maar hierboven op Hoog Moesbergen hebben ze hem vermoord, want dat is het jongen. Weet je zegt hij, ik mannen gesproken die gevangen zaten in Kamp Amersfoort, die spraken over Gerrit Pitlo, dat was geen beroerde, hij liet voedsel over de hekken gooien. Zag veel zaken door de vingers. Hij heeft daar zich niet schuldig gemaakt aan het doodschieten van gevangenen.

In mij brand er opeens een vuur, alle losse details welke in had zijn ineens aan elkaar geregen door hoe deze man over mijn grootvader spreekt. Hij deserteerde destijds, niet omdat hij laf was, maar te zacht en liet te veel door. Als straf zou hij moeten gaan naar het Oostfront. Daarom dook hij onder jongen.

Weet u, waar hij is misschien, vraag ik voorzichtig en wie de mogelijke daders zijn? Dat is wat ik probeer te achterhalen, voor mijn moeder. Leeft je moeder nog? Nee, schuld ik, ik ben het enige kind dat de oorlog heeft meegekregen. En heb haar beloofd te proberen wat de waarheid is en heel misschien hem terug te vinden. Ik

Vertel hem dat Cien na de oorlog is ook is opgepakt, het doet hem zichtbaar wat. Hij kent zoveel mensen in de dorp, omdat hij meeging als loop jongen met de boodschappen. Ze heeft niets gedaan was geen lid en er flink op tegen, zegt hij. En ik vertel over het kinderkamp waar mijn moeder in zat met haar zus. Mijn moeder en de hare waren vervreemd van elkaar juist daarom ook. Je moeder had een gouden hartje jongen. De razzia in a Doorn zegt hij ik heb het gezien, hoe vrouwen werden kaalgeschoren en waarom nu. De Duitsers waren nog niet zo verkeerd, ze zaten overal ingekwartierd. Hadden discipline, heel anders dan de los bondige Canadezen.

Voor het gesprek wist ik dat zijn familie goed was, maar nu proef ik toch iets heel anders. Zijn buurman was fout maar blijkt ook familie door een stiefvader. Deze man, nog een tiener na de oorlog, laat mij in een familie twee kanten van de oorlog zien. Maar zonder het oordeel. Wat een mooi inzicht.

Ik vraag hem, als hij het wil vertellen, of hij weet heeft van mogelijke daders. En ik benoem de twee namen welke mijn moeder mij genoemd had. Meteen slaat hij aan op de commandant. Dat was geen lieverdje, sadist bijna, veel leed veroorzaakt. Hij moest dan zogenaamd goed zijn. En hij vertelde dat ze aan hem deze vraag als een gesteld was, waar ligt eigenlijk die Pitlo. De verzetsman, was voor familie bezoek en de bijeenkomst oud verzetsstrijders vanuit USA naar Nederland gekomen. Hij heeft het gezegd, hier boven zei hij, kopje kleiner gemaakt. Hij wijst naar het landgoed achter zijn huis. Precies daar waar een van zijn laatste schuilplaatsen is geweest.

Dit is een uit tweede hand bekentenis en hij spreekt over meerdere daders, ook twee broers die erbij betrokken waren. En Jan, vraag ik? Hij gaat op de punt van de bank zitten…dat was een echte kwaaie, geen respect. De zoon van de kolenboer. Wat een raddraaier. Hij is er zeker toe in staat geweest. De namen jongen, het zijn er zoveel en je moet weten dat ik op de grote vaart ging. Dus was amper in Doorn, dat zei ik toen nog tegen je moeder, die antwoorden dan had je geluk.

Hij noemt mij nog zoveel namen en stukjes geschiedenis en zijn vrouw zegt dan ook, hij zou een boek moeten schrijven, hij heeft er nu de tijd voor. Hartelijk lachen wij en ik geef aan graag nog eens op de thee te komen. Wat zijn deze mensen goud, een leven vol herinneringen en gewoontes, maar trouw aan zichzelf. Hun berusting voelt als thuis komen.

Een verscholen hol onder de grond.

Mijn volgende stop is het bos in, wandelen waar hij mogelijk zichzelf schuil hield en ook de dood vond. Iedereen wist dat hij dood was, maar iemand bracht hem thuis of gaf aan waar hij begraven is. Een vermissing die zijn stempel van de ontzegging van rouw, als een sluier over ons heen heeft gelegd.

Een tweede verdieping …

Door en diep in verdriet. Door mijn coaching doorga ik een aantal stappen. Ze noemen het rouw.

Eigen foto, met mijn hond en Spaanse horizon.

Hoe je kunt rouwen, heb ik nooit geleerd. Er is mij juist geleerd niet te focussen op het verlies. Immers hoe je gewaarschuwd was om niet te hechten, voel je ook niet de verbintenis met het rouwen om wie je dierbaar was.

Ik begreep als kind heel goed, om haar te laten zien, dan pas kan je staan, kunnen blijven staan. Je niet onderuit zakt, hoe zwak ik was, de emotionele last wel te nemen en geen uitweg zag. Dat mij medicatie werd voorgeschreven, zogenaamd om mijn rust te bewaren. Mijn gevoel werd uitgeschakeld. Precies dat wat er van mij werd verwacht. Gevoel deel je niet, belachelijk. Als ik nu terug kijk en zie hoe er mij een voorbeeld werd gegeven. Hoe iemand zich herpakt na het ontvangen van zo’n slecht bericht. Er is iemand overleden, verman je, vooral niet laten zien.

De waarheid onder ogen zien, je dwingen te kijken, maar het niet mogen laten zien. Langzaam leerde ik verstoppen en weglopen, dat was de weg naar de bevrijding. De bevestiging dat je er niet over sprak.

Recent, leer ik te rouwen, met heel mijn gevoel. Het mocht toen niet, nu beleef ik het, met alle zware gedachten daarbij. De ontzegging van rouw. Om alles, het omarmen van leegte, zien dat alles is gewist. Daarom schrijf ik, ik wil dat het blijft, het is mijn recht. Maar ook dat is haar gifpijl. Ik kan haar niet verantwoordelijk houden, zeker omdat ik haar patronen nu zie en herken. Ik kan hem niet verantwoordelijk houden voor wat hij niet bracht.

Een maand geleden rouwde ik om mijn grootmoeder, ze was een klein deel van mijn leven daar, toch had ik een band. Ze leefde wel maar ik wist het niet. De band die sterker blijkt te zijn, misschien juist omdat ik onbewust meer over heb genomen van haar vechtlust. Maar de waarheid zorgde ervoor dat ik mijn grootmoeder in een ander dag licht heb mogen zien. Niet door de kleurenwaaiers van haar dochter.

Zojuist keek ik teevee, een serie en er was een moment van rouw. In een keer stond ik weer op de Cordessraat, naar buiten gerend zo het rouwcentrum uit. De rij mensen buiten, ze kwamen voor hem mijn neefje. Ik werd opgevangen door mijn ome Gerrit en zijn vrouw Joke, ik gehuild om mijn neefje, zo jong nog. Een zeldzaam moment van echte rouw. Ik mis hem, nog altijd. De tijd om alles heen, mijn leven startte op hetzelfde moment. Weg van de familie, vooral niet hechten. Wat mij opeens raakt is dat ik altijd zeg, I got away… Mijn familie liet ik met hun rouw, zo geconditioneerd was ik al. In mijn ouderlijk huis, ging alles door, ziektes, leven alles om maar niet te hoeven voelen.

Ik stond alleen in mijn rouw, ze hebben niet gezien hoe ik rouwde, zijn ouders niet, zijn broertjes niet. Mijn broers en hun vrouwen niet. Mijn neven heb ik in de steek gelaten, aan hun lot overgelaten. Ik had ze…zij hadden mij, soort van grote broer, bij opa en oma. En toen was het te laat. Zo af en toe komen mijn neven in beeld, stukjes van hun leven, maar ik vind dat ik er eigenlijk geen claim op mag leggen. Nu pas, voel ik dat ik om hun rouw, het is mij afgenomen met hen te rouwen. Ze zitten in mijn hart, para siempre.

Wat een cadeautjes, onverwachte wending, rouw die ik niet kon delen. Maar ik voel, het basale. Het missen, nooit kan ik de geschiedenis veranderen, alleen voor mijzelf terugleggen. Terugkijkende, met volle verstand, bouw ik nu opnieuw mijn fundatie, de leegte tussen de kolommen van je zijn, ze horen bij mij. Het spijt me, als je dacht, waarom mag ik niet dichtbij je komen. Ik voelde je, weet dat. Het was mijn veilige haven, mijn bootje is inmiddels te water, ik kijk naar mijn nieuwe horizon. Er gaan nog een aantal van momenten van rouw komen, ik mag ze nu voelen ook al doen ze zo verdomde pijn.

Het afscheid nemen, van je veilige havens maakt dat er een nieuw soort angst gevoel boven komt. Er is niemand anders die mij gaat loodsen om de vraagtekens van mijn leven, er is niemand die bepaald hoe of het nu moet. Ik heb in alles de regie, ook in het laten dobberen van mijn schip, mijn roer staat al even vast. Bestemming is ergens. Om mij heen is het stil, doodse stilte, ik heb deze gerealiseerd, zonder dit geen doorgang. Er ligt nog steeds een blokkade, waar ik nog geen idee van heb. Het houd mij hier in het leegte. Wie iets zegt wees wijs. Ik vertrouw nog niet op mij.

Hoog bezoek

Dat is feitelijk niet juist, maar gezien mijn stand, die van de arbeidersklasse, deed ik precies wat deze dame altijd had gewenst. De moeder van het volk zijn! Ik vereerde haar met een bezoek. Ze heeft er zelf geen weet van, maar uit alle hoeken, gaatjes, magazijnen en paleizen zijn haar bezittingen tot openbaar goed verklaard.

Ik heb het natuurlijk over niemand minder dan….

Zoooooo…jjjjjuisssssssst.

Precies onze koningin werd princes en gaf haar gouden appel, de scepter door aan haar oudste dochter. Princes Juul.

Ik ben niet echt Koninklijk gezind, maar dat maakt hen niet onbemind. Ik begrijp het instituut. In de nieuwe kerk, een eeuw Juul. Wij waren wel even benieuwd en wilde graag eens zien, horen en vooral veel lezen wat onze vorst zoal gedaan had, om zo onderdeel te blijven van het volk. Deels van onze belastingcenten.

Spreekt geheel voor zich.

Toch heeft deze vrouw iets, waardoor ik haar erg graag mocht. Een beetje wereldvreemd, onnozel en helaas ook een slachtoffer. Die man van haar, komt maar mondjes in beeld, maar goed ook. Ik ben niet zo blij met dit figuur. De leider van de Binnenlandse strijdkrachten en ondertussen gewoon overal zijn Duits lidwoord insteken.

Van de site van de Nieuwe Kerk in Amsterdam valt het volgende te lezen:

In een spectaculaire paleissetting reis je terug in de tijd en zie je Juliana volwassen worden, van jong prinsesje tot standvastig vorstin, in de roerige wereld van de 20stee eeuw. Haar leven, persoonlijkheid en idealen worden gespiegeld aan deze bijzondere eeuw. Aan de hand van meer dan 400 objecten leer je de vorstin en de veelbewogen eeuw kennen. Bewonder bijvoorbeeld de beroemde Kroningscalèche, de koningsblauwe inhuldigingsjapon of waan je in een glamorous staatsbanket met een compleet gedekte dinertafel.

Je zal er je hoofd door verliezen!
Een bontje…was toch heel gewoon?

Mijn grootmoeder droeg er ook een, in Doorn. In 1945, droeg een buurvrouw deze nadat in de razzia het huis werd leeggeroofd. Toch was het gewoon mode, niets bijzonders. Het paleis op de achtergrond, ook in de tuin heb ik gelopen. Daar woonde ze. Mooi ding.

Opmerkelijk samen met de Ex duistere keizer. Ze was niet bepaald gesteld op dit verre familie lid. Doorn, ook hier was ik te gast.
Een vorstelijk huwelijk, 1937. In Doorn stond een herdenkingsboom voor het huwelijk.

Uit de krant uit de oorlog valt te lezen, dat onverlaten ene G.P deze uit strijd deze omhaakt. Na de oorlog, ontdekking…de G.P. Blijkt mijn grootvader. De wereld is klein, ik zeg het je.

Toch is ze mijn koningin, als ik in haar ogen kijk, ik zie steeds het juiste. Een hart dat groot is voor ieder. Toegankelijk en kordaat. De nagebouwde settings, ik heb ze op teevee gezien. Alles klopt, mooie details.

De vorst , by Willink

Papi waarom ben je eigenlijk met mij getrouwd? Zinnen woorden die voor altijd in mijn gehoor liggen.

Zo juissssttt…de kerk is stil…kan ook eraan liggen dat de gemiddelde leeftijd van de bezoekers boven de mijne ligt.

Het was mij een genoegen even in uw wereld te stappen. Ik hoop dat het even duurt, dat wij er weer een overzicht tentoonstelling krijgen maar dan van uw dochter. Onze tweede vorstin.