Het vlaggetje is ook lekker.

Tja, wat hebben mensen toch met die lapjes stof. Om zichzelf of een land uit te drukken. Dat laatste duid ook meestal op het onder drukken ervan.

Je ziet mensen een uitzonderlijke haat tonen bij het verbranden ervan. Waar je vandaan komt of hoe je je voelt, vloeit maar zelden positief. Dat is alleen aan de houder ervan, zich trots te voelen en verbonden. Maar een ander kijk heel anders naar je vlag moment.

Collectief vlaggen snap ik ook niet helemaal. Dat wat goed is, is in de ander zijn ogen dat juist niet. Niet alle daden zijn helden daden. Neem maar eens Prins Bernard in gedachten, zijn keuzes en zijn leven erna, het kan inderdaad raar lopen. Verlogenen

Zo was er een paar jaren geleden in Utrecht iemand die een Palestijnse vlag voor zijn raam had gehangen, op de stoep is vervolgens een joodse vlag gekalkt.

1) waarom moet je in een ander land vlaggen voor een ander land?

2) wie haalt het in zijn bolleke om er dan voor hetzelfde huis een vlag van een ander land te kalken?

Met nadruk wil ik aangeven dat ik mij niet meng in het conflict dat al jaren aan de gang is. Ook dat de berichtgeving vaak wel eenzijdig overkomt. Het blijft lastig als buitenstaander er een neutrale mening over te vormen.

Greta, werd vergruist toen ze een Palestijnse vlag aan haar balkon hing. Ze wilde aandacht vragen, voor zaken waarin zij ook de andere zijden belichten wilde.

Haar oude huis staat nu te koop btw

Van de week, gruwelijke beelden een ongelofelijk relaas, die zijn weerga niet kende. Brut, ongelofelijk onmenselijk acties. Maar het blijft richel lopen, het dubbeltje valt wellicht al jaren aan de ene kant van het hek. Om zo’n ongelofelijke explosie van geweld te tonen, daar moet wel iets heel groots onder de oppervlakte leven. Het stemt mij erg verdrietig dat er ergens op de wereld al weer een deel in de brand staat.

Ook heb ik al eens geschreven over de LHBTI + vlaggen door de stad, dat schiet ook zo hun doel voorbij. Ja tonen dat je solidair bent, is eigenlijk hetzelfde als een duimpje zetten op FB. Kijk ons een tolerant zijn. Het is niet het tonen maar het doen en uitdragen.

Landen jurk, waar rechten niet gewaarborgd worden.

Waarom toch altijd de nadruk leggen op de verschillen. Niemand wint zo een gevecht, in deze alleen verliezen.

In Amsterdam, wat beticht wordt als Joods, wapperde ook de Joodse vlag, wat zegt dat in feite, je solidariteit tonen aan de een, is de ander provoceren. Getuige de persoon die voor het gemeentehuis de Palestijnse vlag plaatst klopt elk woord wat ik zojuist heb getikt.

Een conflict versterk je alleen met provocatie. Daar komt alleen verwijdering door.

Wij samen zijn een wereld, wij moeten er samen voor zorgen. Wie het licht niet gunt in de ogen van de ander, zal zelf merken dat het licht zal doven.

Wat geeft het als wij anders zijn en denken, wat zou het je kosten om naast elkaar te leven en elkaar te erkennen in elkaars verschillen!

Ja, er zijn door de verschillende volkeren vele oorlogen geweest, maar zijn wij inmiddels ook dommer geworden? De wereld zoals wij deze kennen zal er niet zo lang meer zijn, terzij wij als geheel voor de wereld en elkaar gaan zorgen.

En dat vlaggen uit naam van de natie, stop daar eens mee. Toon berouw, zoek de ruimte om het op te lossen, het conflict kan ook de wereld uit.

Ik wil ook graag dat ene zinnetje kwijt, dat sinds mijn jeugd in mijn hoofd schiet als iemand zegt Hamas…. Het was er jaren niet. Stop en het kan.

Gemeente hijst internationale vredesvlag: ‘Steunbetuiging aan alle onschuldige slachtoffers’

10 oktober 2023, 09.50 uur · Aangepast 10.09 uur · Door AT5

De gemeente heeft vanochtend de internationale vlag voor de vrede gehesen op de Stopera. De vlag hangt als steunbetuiging aan alle onschuldige slachtoffers. Kijk dat was dus na het maken van mijn blog. Invloed jonge 🙂

Parents trap… PARENTIFICATIE ⭐️

Het was een uitdagend pad dat ik bewandelde als kind. Niet dat ik er voor koos, maar het was de rol die in het gezin voor mij was weggelegd. Ik maakte mijzelf wijs dat ik verantwoordelijk was voor het geluk van mijn ouders. De loyaliteit was groots maar ging vaak ten kosten van mijzelf.

Al even geleden ben ik dan met mijzelf aan de slag gegaan. Dat even komt wel stukke later, mijn beide ouders zijn al jaren uit de tijd. Toch is er nog altijd overwicht van hun manieren en zo moet het momenten. Ik voel dat ik nog altijd hen moet dragen. Ik ben dan ook nog steeds co-independent van hun mening. Mijn persoonlijke keuzes, berusten nog steeds grotendeels op hun waarde. Altijd zoek ik de regie, zo houd ik controle, maar spontaan iets doen is op deze manier heel lastig.

PARENTIFICATIE – DE ONGEZONDE ROL VAN EEN KIND

Zo heet dat, daar was ik mijzelf dan ook niet van bewust en vervulde als het ware de ouderrol en was een steunpilaar. Het kan ontstaan omdat de komst van een kind ook ook de wens is om het beter te doen dan hun ouders. Vriendinnen van mijn moeder zeiden ook omdat ik een nakomertje ben, hij zal je jong houden. Maar het draaide eigenlijk niet om mij, ik kwam alleen op de verkeerde tijd op de wereld. Mijn familie zo weet ik nu heeft zoveel trauma in zich, die ook weer door hebben gewerkt in mijn ouders. Ik nam als het ware eerst de plek van mijn vader in, maar zowel ik als mijn vader hebben juist weer het geluk van mijn moeder op de eerste plaats gezet. Omdat de rollen waren omgedraaid, kwam de hechting nooit goed tot stand. Daarvoor was het voor mij als kind niet veilig. Zowel op fysiek als emotioneel vlak is er geen hechting met mij aangegaan. Alleen co-depending.

Als volwassene heb ik dan ook de grootste moeite gehad goede veilige hechting aan te gaan met anderen en natuurlijk ook met mijzelf. Dit kan nooit meer juist worden aangeleerd. Wat je er in stopt komt er ook uit. Wat niet meegegeven wordt kan leiden tot angsten. Ik ben al jaren deze angsten voorbij, het is niet ingeschakeld. Maar een relatie aangaan, daarvoor moet ik heel wat extra werk verzetten. Intimiteit kan ik pas bieden als ik heel zeker weet, de regie los is gelaten, ik rechtop sta. Dat dan door vier keer. Natuurlijk ingebakken angsten, de drang om iemand tevreden te houden. Moeten zorgen voor, altijd de ouder zijn, de bemiddelaar tussen mensen. (Ouders&Kind)

Ik had jaren het gevoel dat ik AAN stond, nooit eens even in de relaxed stand. Geven, geven, heel goed geleerd hebben wat de behoefte van de ander is. Daarin tegen moeite hebben met ontvangen, het herkennen en uiten van mijn eigen gevoelens ervaar ik als lastig. Of grenzen aangeven, tot hier en niet verder. De interne paniek als de zaken niet gaan zoals die behoren te gaan, pas op het allerlaatste moment sla ik aan of uit.

Men vind mij over het algemeen heel sterk over komen. Geen zwakte tonen. Omdat vasthouden van regie inhoud dat ik veel alleen doe en regel, geeft het ook een gevoel van leegte. Altijd op mijn hoede, weet altijd precies waar ik de noodstop kan vinden.

Intieme relaties en diepe vriendschappen zijn eng omdat er altijd een gevaar in dreigt om verlaten te worden. Ik voerde mijn trauma’s mee, zitten in mijn lijf, mijn gedrag en houding.

Ik ben met hulp begonnen te benoemen wat ik vind. Dat ik grenzen heb, het allemaal eigenlijk niet kunnen dragen aangeven. Ik kan je zeggen dat ik versteld van mijzelf soms sta, hoe ik mensen bij mij binnen laat komen. Dat grenzen heel belangrijk zijn om te stellen. Je mag met recht zeggen dat ik mij een stuk eenzamer voel, pijn, angst en het vele verdriet plaats maakt voor een boosheid naar de situatie. Maar het is goed.

Maar langzaamaan leer ik te stoppen met dragen, de last van anderen. Er komt af en toe een jongetje met blonde krulletjes om de hoek kijken, ik ken hem maar hij was er zo’n lange tijd niet. Hij wachtte geduldig.

Ik ben er nog niet verlost van, van het trauma wat ik met mij meedraag, misschien kan dat ook helemaal niet. Soms kan een trauma gewoon te groot zijn geweest, op de verkeerde plaats en tijd ontstaan. Maar het is de erkenning die je het eraan geeft, dat het er mag zijn.

Van mijn vader heb ik reeds op zijn plek kunnen zetten. Mijn moeder, dat is een van de moeilijkste hoofdstukken die ik nog onder ogen moet komen. Maar ik weet, dat het gewoon zo is geweest en ik er vrede mee heb.

Het heeft mij ook veel goeds gebracht. Ik was al op vele vlakken een volwassen persoon. Het is natuurlijk ook heerlijk zo’n rol van redder in de nood. Die zal er altijd zijn, maar niet meer in de regie of deze niet van mij is.

Alleen nu pas leer ik het ook op mijzelf toe te passen dat met wisselend succes lukt. Knap staaltje omdenken niet.

Gisteren 29 mrt, op zoek naar Geluk.

Nummer 46

Via een bekende kreeg ik een naam door, als er iemand zou willen praten is dat mijnheer Geluk wel. Het huisnummer wist deze persoon niet meer. Dus reed ik maar gewoon naar de straat toe in Doorn. Want iemand in de 90, die zal toch wel makkelijk te vinden zijn. De eerste deurbel die ik probeerde, speelde een waar orkestje af en kwam er een alleraardigst vrouw persoon aan de deur. De familie Geluk? Maar ze bleek deze niet te zijn, ze wees naar de overkant, of het hoekhuis of die ernaast. Wij spraken nog even over haar collectie tuinkabouters en over haar ziekte zoon, die nu zijn klus maatje in zijn eentje een afdakje stond af te timmeren. Het was alsof zij mij al jaren kon. Ik dankte haar voor het gesprek en vergat vooral niet te benoemen dat ik juist bij haar had aangebeld omdat het er zo gezellig uit zag. Het kost niets en deze mevrouw deed met een zachte duw en brede glimlach haar deur dicht.

Daar stond het, op nummer 46, Geluk. De over buurvrouw had het juist, niet het hoekhuis maar daarnaast. Ik keek even vluchtig door het venster, zag opgezette vogeltjes, een mooie Friese hang klok en meubels die in de jaren 50/60/70 al waren aangeschaft. Er woont hier in ieder geval een ouder persoon. Ik druk op de bel, geen reactie. Dit keer ga ik voor het venster staan en zie achter in de door zon kamer een ouder echtpaar, druk aan het sjorren aan een meubeltje. Maar ook de glinstering van de rand van een gehoorapparaat. Ze hebben de bel vast niet gehoord! Nogmaals druk ik, nu wat langer op de voordeur bel. Achter de ruit in de voordeur, verschijnt een gestalte die amper boven de brievenbus uit komt welke in het middel van de deur zit. Ze rammelt aan de voordeur, op slot. Onwillekeurig moet ik denken aan mijn ouders, daar kwam ook niemand voor om. En de kleine gestalte verwijderd zich weer, om terug te keren met de sleutel.

Goedemiddag mevrouw, bent u mevrouw Geluk vraag ik. Een voorzichtige glimlachen ontsnapt haar vriendelijke gezicht. Maar jongen het staat daar toch op het bordje. Das waar antwoord ik haar, maar kon ook zijn dat u op visite was bij mijnheer geluk. Nou zegt ze daar ben ik al meer dan 60 jaar mee getrouwd. Dan zit ik waarschijnlijk goed en zeg haar dat ik haar man wat wilde vragen, maar het is geen gemakkelijke vraag. Kom er dan maar in, zo op de stoep is dat ook zo wat.

Ik volg haar naar de woonkamer waar mij meteen opvalt dat alles een beetje raar staat. Sorry voor de rommel zegt ze, maar ik wilde de lage zit voor hebben en de hoge zit eettafel achter. Tja dat mag niet van mijn zoon, dat slepen, daar krijgt ik morgen natuurlijk voor op mijn donder. Zo ging het bij ons thuis ook, de winter en zomer opstelling. Ik help een beetje met rechtzetten. Zo kunt u zeggen dat u hulp hebt gehad.

Al die tijd zit haar man op de bank naar mij te kijken. Hij observerend mij en zegt zo is het wel goed, kom zitten. Ik ken jou zegt hij…verbaast kijk ik naar hem. Jij komt uit Driebergen, de Zonstraat. Ik zet mijn breedste glimlach op, dat klopt. Het verbaast mij, hoe helder deze twee personen samen zijn, zo blijkt beide flink in de negentig.

Hij vertelt dat hij een kameraadschap had met mijn oude overburen en dat hij mijn moeder kent die er altijd op de koffie kwam. En dat ze samen het huis hebben gebouwd. Veertig jaar verschillen wij in leeftijd, hoe bijzonder dat hij mij dan herkend. Je vader en moeder, harde werkers zegt hij, genoeg ellende ook, waar ze helemaal geen malle moer om kon doen.

Waarvoor ben je hier vraagt zijn vrouw en leg hen uit. De geschiedenis van mijn familie brengt mij naar u en ik hoop dat gezien uw leeftijd u het verhaal misschien kent en hij knikt instemmend. Ik heb je grootvader ook nog gekend, je grootmoeder ook. Wij woonde om de hoek. Een snelle rekensom, hij is 4 jaar ouder dan mijn moeder. Hij noemt mijn grootmoeder Cien, en daar spreekt liefde uit. Clasina heette ze voluit. En hij je grootvader was geen beroerde man. Het was arremoe in die tijd. Hij kon hard werken en zat ik het grondwerk. Hij was geen kwaaie als sommige in het dorp. Ja, hij koos voor de NSB en later SS, waar Cien het totaal niet mee eens was. Ach arme Cien, die zat tussen wal het het schip. Ze hebben hem omgelegd, wat had dat nou voor zin. Ik heb hem nooit op vuiligheid kunnen betrappen. Heel anders dan zijn vrienden en noemt de namen welke ik al wist. Hij zat ondergedoken jongen en Cien bracht hem soep. Tot op die dag, precies weet ik niet jongen. Dat ze terug werd gestuurd, dat het geen zin meer had.

Ik maak gebruik van de stilte en benoem zijn schuilplaats, ook die ik recent heb gehoord. Ja, bij de moerbei en de kaap, maar hierboven op Hoog Moesbergen hebben ze hem vermoord, want dat is het jongen. Weet je zegt hij, ik mannen gesproken die gevangen zaten in Kamp Amersfoort, die spraken over Gerrit Pitlo, dat was geen beroerde, hij liet voedsel over de hekken gooien. Zag veel zaken door de vingers. Hij heeft daar zich niet schuldig gemaakt aan het doodschieten van gevangenen.

In mij brand er opeens een vuur, alle losse details welke in had zijn ineens aan elkaar geregen door hoe deze man over mijn grootvader spreekt. Hij deserteerde destijds, niet omdat hij laf was, maar te zacht en liet te veel door. Als straf zou hij moeten gaan naar het Oostfront. Daarom dook hij onder jongen.

Weet u, waar hij is misschien, vraag ik voorzichtig en wie de mogelijke daders zijn? Dat is wat ik probeer te achterhalen, voor mijn moeder. Leeft je moeder nog? Nee, schuld ik, ik ben het enige kind dat de oorlog heeft meegekregen. En heb haar beloofd te proberen wat de waarheid is en heel misschien hem terug te vinden. Ik

Vertel hem dat Cien na de oorlog is ook is opgepakt, het doet hem zichtbaar wat. Hij kent zoveel mensen in de dorp, omdat hij meeging als loop jongen met de boodschappen. Ze heeft niets gedaan was geen lid en er flink op tegen, zegt hij. En ik vertel over het kinderkamp waar mijn moeder in zat met haar zus. Mijn moeder en de hare waren vervreemd van elkaar juist daarom ook. Je moeder had een gouden hartje jongen. De razzia in a Doorn zegt hij ik heb het gezien, hoe vrouwen werden kaalgeschoren en waarom nu. De Duitsers waren nog niet zo verkeerd, ze zaten overal ingekwartierd. Hadden discipline, heel anders dan de los bondige Canadezen.

Voor het gesprek wist ik dat zijn familie goed was, maar nu proef ik toch iets heel anders. Zijn buurman was fout maar blijkt ook familie door een stiefvader. Deze man, nog een tiener na de oorlog, laat mij in een familie twee kanten van de oorlog zien. Maar zonder het oordeel. Wat een mooi inzicht.

Ik vraag hem, als hij het wil vertellen, of hij weet heeft van mogelijke daders. En ik benoem de twee namen welke mijn moeder mij genoemd had. Meteen slaat hij aan op de commandant. Dat was geen lieverdje, sadist bijna, veel leed veroorzaakt. Hij moest dan zogenaamd goed zijn. En hij vertelde dat ze aan hem deze vraag als een gesteld was, waar ligt eigenlijk die Pitlo. De verzetsman, was voor familie bezoek en de bijeenkomst oud verzetsstrijders vanuit USA naar Nederland gekomen. Hij heeft het gezegd, hier boven zei hij, kopje kleiner gemaakt. Hij wijst naar het landgoed achter zijn huis. Precies daar waar een van zijn laatste schuilplaatsen is geweest.

Dit is een uit tweede hand bekentenis en hij spreekt over meerdere daders, ook twee broers die erbij betrokken waren. En Jan, vraag ik? Hij gaat op de punt van de bank zitten…dat was een echte kwaaie, geen respect. De zoon van de kolenboer. Wat een raddraaier. Hij is er zeker toe in staat geweest. De namen jongen, het zijn er zoveel en je moet weten dat ik op de grote vaart ging. Dus was amper in Doorn, dat zei ik toen nog tegen je moeder, die antwoorden dan had je geluk.

Hij noemt mij nog zoveel namen en stukjes geschiedenis en zijn vrouw zegt dan ook, hij zou een boek moeten schrijven, hij heeft er nu de tijd voor. Hartelijk lachen wij en ik geef aan graag nog eens op de thee te komen. Wat zijn deze mensen goud, een leven vol herinneringen en gewoontes, maar trouw aan zichzelf. Hun berusting voelt als thuis komen.

Een verscholen hol onder de grond.

Mijn volgende stop is het bos in, wandelen waar hij mogelijk zichzelf schuil hield en ook de dood vond. Iedereen wist dat hij dood was, maar iemand bracht hem thuis of gaf aan waar hij begraven is. Een vermissing die zijn stempel van de ontzegging van rouw, als een sluier over ons heen heeft gelegd.

Uitgepakt 2022

Jump

Het einde van 2021 is in zicht, dus ook de tijd van bezinning en alvast een terug blik. Wat waren de successen en wat laat je het liefste achter. Nu de wereld zo klein is geworden schuiven de vele momenten eigenlijk in elkaar. Je merkt dat de geest er ook wel moeite mee heeft, alles terug te zetten in de tijd. Weet jij bijvoorbeeld nog wat je deed in januari?

In 2019, begon de ellende die covid heet, daar had ik behoorlijk last van waardoor ik tot minstens halverwege 2020 nodig had om terug te komen en te herstellen. Ik ben niet meer de oude, energie staat nog laag, mijn denkvermogen is gelukkig bijna weer terug op mijn oude niveau. Geen woorden die niet hoorde bij het voorwerp. De tafel is gewoon weer tafel ipv kast. Mijn rechterbeen, tja die wil nog niet goed. Ik heb nog echt tijd nodig voor de opstart van de dag. Dat merk ik ook wel aan mijn longen. Gelukkig is het leven ook op een lager pitje geweest. Dat de druk daardoor stukke lager lag ook op het werk heeft ervoor gezorgd dat ik kon blijven staan en gaan.

Daarnaast heb ik een ongelofelijke reis gemaakt door het verleden, mijn familie banden leren kennen en hierdoor eindelijk ontdekt dat iedereen betitelde als aard van je beestje, niet zo bleek te zijn. Al deze tijd geloofde ik hen niet, dit ben ik niet.

Mijn vlammetje brand, ik zie hem nu. Het vergeten en verloren kind in mij. Ik mocht dragen voor de generaties voor mij. Dat was mijn taak kennelijk. Maar nu loop ik geheel voor mijzelf. Tja, dat kon natuurlijk al jaren alleen ik zag het allemaal niet. Alles was bedolven onder de wetten van een familie systeem. Een van de mooiste dingen is erkenning geven aan hen, die altijd verzwegen werden. Daarmee is mijn vechten tegen onrecht beantwoord en heeft rust deze plaats ingenomen.

In de liefde is alles mooi, hoe klein wij ook moeten leven nu, wij kunnen het. Wij hebben al het andere niet nodig gehad. De power en kracht die mij elke dag laat groeien is fantastisch. Ik voel dat ik 200% geliefd ben, mijn man mijn leven is. Dat deze basis mij drijft! Als ik leef dan is het wel hiervoor en door. Ons geluk, onze onbenulligheden, ONS.

Ook kwam er een lief viervoetertje terug in ons leven. Ze is nu 9 maanden, ze ging van terroristische trekjes naar super lief en knuffelbaar. Het helpt, wij mogen weer steeds grotere rondjes lopen en de stappenteller tikt steeds hogere getallen af.

Bewegen is goed, het hardlopen lukt nog niet, dat verrekte been en niet voldoende longinhoud nog. Maar steeds het gevoel het komt goed. Niet kunnen hardlopen. Maar fietsen gaat, gewoon wandelen gaat. De natuur helpt, soms is stilstaan helemaal zo gek nog niet. Luisteren naar je lijf, je pijnen voelen het geeft heel precies aan, dit kan je wel. Rust.

Wij hebben ook nog kunnen reizen, stukjes Nederland ontdekt en een keer naar Spanje. Wat was het vreemd om daar weer te kunnen zijn, maar ontdekken dat je er wel thuis komt. Misschien dat ons tweede thuis in Spanje er voor dit jaar, als de kers op de taart, nog inzit.

Ik heb mijn familie ontmoet, nieuwe en oude banden zijn aangehaald. Wie van enige betekenis is is gebleven het zij op afstand. Ik wilde niet de nep rondjes koffie, feesten om 19.00 uur omdat de boel dicht moest om 24.00 uur. Uit eten ging naar mondjes maat, terrasjes pakken voelde niet meer als gewoonte. Spullen of liever gezegd ontspullen, bagage wat overbodig bleek overboord om plaats te maken voor bewustzijn.

Ik focus op wat kan, maar niet om het moeten maar om te willen. Motto, waarom mijzelf druk maken om iets. Kan ik het veranderen of aanpassen, zo niet, dan ga ik mijzelf er niet meer druk om maken. Makkelijker gezegd dan gedaan, tenslotte vind ik overal wel wat van natuurlijk. Iets in mij zal altijd vurig zijn, de scherpte is er wel wat af. De driftbuien steeds meer duidelijk, ik lach deze steeds vaker weg. Ik mag ook deze hebben, ze vertellen mij. Kijk eens dieper, past deze emotie wel bij de situatie.

Ik heb mij opnieuw opengesteld, bereikbaar en minder de perfectie opgezocht. Ook ik maak fouten, dat mag. Mijn gevoel en intuïtie staan aan. Allemaal ++

Al met al, ben ik ontdaan van alles dat minder diep is. Wat niet kan is de jus van de leuke dingen over het leven gieten. Dat zal moeten wachten op het nieuwe jaar of dat allemaal nog waarde heeft.

Voor 20 22, de transitie is klaar, opties open 🙂

◦ Het leven zelf

◦ Mooie mensen ontmoeten

◦ Genieten van de kleine momenten

◦ Liefde

◦ Hoop

◦ Een tweede thuis in Spanje

◦ Samen

◦ Gezondheid

◦ Covid kilo’s vrij

◦ Mijn manuscript invulling geven

◦ Een nieuwe werkrichting vinden

◦ Familie

◦ Een mooi jaar vullen met wat spontaan op mijn pad mag komen

Bring it on. Het leven is mooi ook met alle beperkingen, je moet, ja moet er gewoon boven staan. Er kan veel meer dan je denkt! Geloof in jezelf en je eigen kunnen.

Iedereen heb een mooi 20 22 en hoop jullie op een of andere manier te ontmoeten.

Porchetta dealer

Tja, ik en koken. Laten wij zeggen dat de hemel er niet bij kwam kijken, ik en koken. Tenminste mocht er iemand van boven mee willen kijken, te laat! Probeer jij maar eens door de blauwe rook heen te kijken.

Blauwe rook is toch als er een nieuwe Paus is? Oh wacht dat is witte. Anyways, eerst moet je het vlees buiten de koeling zetten, dat vind het kennelijk lekker. Ja, ik eet nog vlees en ja ik weet ook dat het beter is om niet meer te doen. Maar hè, mijn footprint is minder groot, pak weinig het vliegtuig, op mijn balkon staat een prachtige dennenboom. In huis een 30 jaar oude kunst boom en ik heb geen Co2 verbruikende kids op de wereld rond laten lopen.

I’m wel aan het minderen natuurlijk, eerlijk is eerlijk dat Vega vlees is ook best te pruimen. Maar terug naar uw keuken prinsje. Ik dacht kan ik ook wel, mijn man dacht van niet! Man komt man te hulp, oven instellen. Ik ben nu eenmaal niet goed met apparaten!

Mijn recept bleef plakken! Hoe moet deze ‘leek’ het dan doen!

Gescheurd en er mis een stukje.

Op hoog vuur, standje 9 bakken, 5 minuten rondom. Tot zover gaat het goed, vleesje krijgt een mooi korstje. Lekker bakken, maar denk dat het toch ietsje te snel gaat. Erin houden, eruit halen. Paniek. Maaaaan, is het zo goed? Die vond het meer dan goed en zet te blowers standje 10. Nu de thermometer erin en de bak in de oven. 90 minuten of het pikkie moet omhoog springen.

Zie je het groene pikkie, die moet omhoog springen.

Goed, dus daar zit ik dan, in mijn blauwe kamer, op een stoel te wachten op een groen pikkie wat moet opspringen. Want man denkt dat de tijd veel te lang is welke aangeven wordt op de verpakking. Wie ben ik om man tegen te spreken, ik heb leren koken van mijn vader, type andijvie staat uren op, gehaktballen horen die knapperige korst te hebben. Hoezo brood, alweer? Ik zou iemand willen omleggen om nog eens zijn gehaktballen te mogen eten! Dan neem ik de andijvie wel voor lief. En dan mag mijn oudste broer er een komen stelen uit de jus pan, net zoals vroeger als hij even naar thuis kwam.

Het is je misschien wel duidelijk, mijn man koos mij niet voor de liefde die door de maag gaat! Natuurlijk voor de looks, ben nu eenmaal nog steeds armcandy!

Het ruikt wel lekker naar braad in huis, de blauwe rook is weg. Het wordt vast of gort droog vlees of super sappig. Maar morgen doen we een schijt aan vlees dag, Vega. Het zijn de kleine dingen die het ahum doen.

Gepland bezoek. Mijn grote broer.

Het is zeven jaar geleden dat wij contact hadden. Alle redenen van afstand zijn in deze niet meer belangrijk. Ik heb er reeds vaker over geschreven. Voorzichtig pols ik zijn zoon, zou hij open staan voor opnieuw contact? Even gaat het mij dan ook te snel omdat zijn antwoord positief blijkt te zijn. Nog dezelfde avond hebben wij app contact, wij hebben het over de bekende koetjes en kalfjes maar zeker niet over het heden. Dan volgt de eerste uitnodiging, welke ik afsla, ik vind ons app en mail contact zo inderdaad even goed. Gelukkig had ik ook al een trip gepland precies op deze datum want het zou zomaar zo kunnen zijn dat dit de enige uitnodiging zou blijken.

Nu ik in mijn vaders geschiedenis aan het rondneuzen ben geweest, ben ik als het ware verder gegaan in de van mijn moeder. Ik heb contact gemaakt met verre neven en nichten en hier en daar nog met levende tantes en oom. Dit alles voor informatie, stemmen uit het verleden. Maar vergeet dat ik bronnen veel dichterbij mij ook zou kunnen aanwenden.

Nu, ik mijn eigen rode draad aan het oppakken ben en ontdoe van alle gedragingen welke mij hebben leren overleven, vaak ten koste van elke band die ik kon opbouwen. Zo beland ik opnieuw in de fase, ik heb broers. Maar door ons leeftijdsverschil voelt het meer als bloedverwanten. Al mijn handelingen stonden in het teken van blijven staan, ten kostte van alles er zorg voordragen dat ik en bovenal mijn moeder kon blijven staan. Een huzarenstukje al schrijf ik dit nu zelf.

Ons app contact gaat over vroeger, omdat hij achttien jaar ouder is, dacht ik dat hij veel meer kennis had. Maar niets van dit al, ook hij heeft dezelfde slachtoffer rollen moeten spelen en heeft kans gezien samen met zijn vrouw een nieuw eigen leven te starten en te behouden. Precies dezelfde wens welke ik altijd had, loskomen, achter laten en verbranden. Ik vind mijn oudste broer juist terug in de overeenkomsten. Dezelfde aanpak, motivatie, gedienstigheid, slagvaardigheid en overtuigingskracht. Vanuit de stilte opereren tot een hogere bewust zijn.

De ontwikkeling en ontmoeting.

Ik heb een volle dag, waarin ik trips maak door de plaatsen waar mijn opa en oma hebben geleefd, gevochten voor hun bestaan. Waar verdriet een nog grotere schaduw werpt, waar ik later nog op terug zal komen. Maar heb ook om 15.00 afgesproken om op de koffie te gaan bij mijn oudste broer nu acht jaar na het overlijden van onze moeder. Misschien was het geen goed idee, op deze volle dag!

Daar draai ik het andere deel van mijn geboortedorp weer in, ik weet zijn straat vanuit gewoonte te vinden. De wijk is gegroeid, herken het amper meer. Met als ik de hoek op draai met de auto staat er een man met bladblazer de weg schoon te blazen. En meteen zie ik wie de man is, daar staat mijn oudste broer, een kriebel in mijn buik. Verdikkeme, ik steek wat aarzelend mijn hand op, ik wilde de auto nog draaien, zodat ik wanneer het toch niet goed gaat meteen weg kon draaien. Op het zelfde moment denk ik, ach gut, hij moet hetzelfde hebben gevoelt en zichzelf bezig zijn gaan houden met bladblazeren om de tijd te vullen en niet te veel in zijn hoofd ermee bezig zijn. In mijn handen een bos bloemen voor mijn schoonzus en een doos gebak in de andere. Zo staat er iets tussen ons in. En hij zijn bladblazer, de eerste momenten zijn dan ook het lastigste. Daar ben ik dan. “Je, bent welkom”. Hij is een stukje kleiner geworden, zijn gezicht mijn vader, mijn gezicht in een oudere versie.

Hun huis kan ik nog uittekenen, de meubels zijn anders, maar foto’s hangen er nog incl mijn trouwfoto. Het ontvangst is hartelijke en bemerk ook hun spanning wel. Want wat zal er op tafel gelegd worden. Over en weer, open kaarten, eerlijkheid en eindelijk voel ik mijzelf vrij het juk dat op mij lag los te laten en hen te laten zien hoe mijn intenties werkelijk zijn. Natuurlijk is de enige manier om hier doorheen te komen, open en eerlijk ook je boetekleed aan te trekken.

De inhoud van ons gesprek privé en al gauw klopt het. Ik kijk naar mijn broer, zie zijn lijnen, verdriet, wijsheid. Berusting en ook zijn zorgen. Hij laat af en toe het aan mij zien. Ik heb maar een half woord nodig dat zijn emmertje voller is dan hij laat blijken. Zo af en toe schieten wij vol, verbijten het weg op onze lippen. Dat wat komt komt!

Nadat ik vertel wat mij zo bezig houd in de geschiedenis van onze familie, bied hij mij iets bijzonders aan. Hij blijkt en hele verhuis doos vol te hebben van mijn moeder. Heel even weet ik precies wat erin moet zitten, het enige kastje dat al leeg was, voordat ik haar persoonlijk spullen na het overlijden moest weghalen. Hij hoopt dat ik er misschien nog antwoorden in mag vinden. En ik krijg het trouwboekje en ringen van onze ouders, wat een groots gebaar is dit. Overdonderd.

Net voordat ik wil gaan komt hun zoon thuis, ook hem heb ik al deze tijd niet in het echt gezien. Ik bedank hem voor de bemiddeling maar ben ook zo vol van de indrukken dat ik besluit dat ik nu moet gaan. Met ons afscheid geef ik mijn broer een stevige knuffel, wat voelt dat powerfully. Bij de auto, hij en ik alleen. Het hoeft niet te worden uitgesproken, herhaling ja broer, welkom.

Het was 2008, hier trouwde ik. Samen met mijn broer op de foto. Ik heb geen foto gemaakt van deze ontmoeting. Dat komt misschien wel.

Om de hoek, parkeer ik even de auto. Wat heb ik vandaag weer grote stappen gemaakt, mijn ogen vullen zich. Even wachten voordat je gaat rijden. Ik kijk naar de doos, een teken van moeders. Kijk mam, ik verbind en dit keer voor mijzelf. Vol, tekst ik mijn baas, mag ik aub morgen even vrij. Ik heb zulke stappen gemaakt.

Into the woods

Daar ging ik, eindelijk was er plaats in mijn drukke agenda. Hoe toevallig dat ik opeens een gat ontdekte. Zomaar overheen gelezen of doelbewust? De telefoon gaat. Ik hoor hem wel, maar probeer deze te negeren. De aanhouder probeert en probeert. Nee, dit gat in mijn agenda is van mij. Mijn linker oog kijkt op de displayed naam: Robert.

Robert, even wachten jongen ik probeer mijn aandacht te focussen op de slapende hond, bloeiende Lotus of hoe die yoga oefeningen ook mogen heten! Opnieuw gaat de telefoon over, weer Robert. Tjonge hij houd wel aan.

Mijn nieuwsgierigheid wint het van de yoga. “Hallo, dag Marjo. Ik dacht jij bent vast thus!” Hoezo zeg ik, ik had een gat in mijn agenda en ben nu bezig met yoga! Haha haha hoor ik door de telefoon…yoga..jij! Ik probeer zijn negatieve gedachtes te negeren, hij bedoelt het goed.

Wat is er? “Weet je waar je huis is gebouwd? Ja op de klif, aan de rand van een prachtig bos. “Ja, ja dat ook, maar wat er vroeger was, daar in het bos, daar achter je nieuwe villa!”

Ik laat Robert maar even uitrazen, ik ken dat van hem. Het duurt een uur, zijn uitleg. Even koffie zetten, ja zeg ik, tuurlijk antwoord ik vol automatisch op zijn gesprek.

“De deur!”. De deur vraag ik? Stom, dat kost nog een uur! “In de cirkel, weet je waar wij van de zomer nog hebben gezeten?” Wat man, deur, een cirkel met boomstammen om op te zitten. Daar zit geen deur! “Jaaa welll, de bast van de boom, das een deur!”

Robert, ik wil door met Yoga, ik heb een vrije middag! Kom tot de punt! “Kom naar buiten ik ben daar”. Wat ben je achter mijn huis? “Hoezo! Kom nou, ik laat het je zien!” Hoe kom je erbij? Deur, gekkie, het is gewoon een cirkel met boomstammen om een vuurtje te steken in het midden! Tuiuiiit… hij heeft opgehangen. Nou ja…ik Tuur de tuin door, in de richting van waar de cirkel is.

Hey, vreemd ik zie mensen, het lijkt zo! Hij is niet alleen. Ik open de tuin deuren, Robert, Robert! Er antwoordt geen, alleen een ekster kiest al krijsend het luchtruim. Aan de andere kant gekomen van het gazon, open ik het tuinhek, grappig ik wist niet eens dat er hier een deur in het hek was gemaakt.

Wat een troep hier, zal de boswachter eens zeggen dat het zo’n troep is achter mijn terrein. Ik kijk eens achterom, een perfect uitzicht op mijn nieuwe huis! De rillingen lopen opeens over mijn rug. Ik kijk naar de cirkel, het afval. De wikkels, chocolade wikkels, dit is recent. Er bekruipt mij een raar gevoel. Wordt ik in de gaten gehouden? Robert, ben je hier? Ik ben er zo langzamerhand klaar mee. Roberrrrrt!

Ik hoor hem opeens lachen, heel hard. Dit is niet grappig, waar ben je! Opeens hoor ik een deur openen, net naast de cirkel…verdomd een deur midden in het bos! Robert, springt naar voren. “Verrassing…”

Bedankt jongen..ik ben mij een hoedje geschrokken. Het lijkt of mijn huis in de gaten wordt gehouden. Ik ben er niet gerust op. “Wat om die paar wikkels?” Ja, ik woon hier alleen hè. In de middle of no where! “Dat was je eigen keuze!” Zeg aan wiens kant sta je eigenlijk!!!

“Marjo, daar gaat het niet om.” Niet! Ik begin mijn geduld te verliezen! Ik wordt op mijn zomaar vrije middag…uit mijn yoga gehaald, door jou voor een deur! Welke ik niet wist dat deze er was! “Ik had ook een gat in mijn agenda! Daarom ging ik wandelen en kom bij je huis uit, bij deze cirkel. Ik zat hier wat en dacht laat ik je bellen. Toen ik de deur zag, ik ben er door geweest.”

Door geweest? Waar gaat deze heen! “Kom.” Samen openen ze de deur. Erachter bevind zich een trap, steil naar beneden met een scherpe bocht naar links. De gang is verlicht. Maar deze gang gaat naar mijn huis! Dat kan niet, ik heb het huis zelf laten bouwen.

Robert lacht en toont mij een document. “Broederschap der verlatende”, ja dat lees ik. Vol onbegrip kijk ik naar Robert en zeg hem weer dat ik er een beetje klaar mee ben! “De broederschap stamt uit 1530.” “Elke twee jaar komt deze samen. Ze besproken alle leed, de verlatende. Jouw huis Marjolein, staat bovenop de oude heuvel. De heuvel van het vergane.”

Ja en, wij leven niet meer in 15..nog wat! Robert gebied mij tot stilte, iets waar ik een schofterige hekel aan heb. Luister!!! “ Zwijg!”

Opeens hoor ik voetstappen, kleine vlugge voetstappen alsof iemand haast heeft. Het klinkt als een kind. Spitsig en snel. Het geluid groeit, het zijn er vele. Dit alles onder mijn huis…fluister ik nu.. “Ja zegt Robert. Jouw huis, staat op de poort naar het vergane. Hier dolen de zielen rond, voordat ze door mogen. Wachten op eeuwige rust.”

Mijn hoofd tolt, de geluiden, de stemmen en voetstappen. Nu pas realiseerde ik mij, het was niet mijn drukke agenda, vermoeidheid of mijn wil om maar te blijven door gaan. De geluiden zijn echt! Ik heb ze eerder gehoord.

Ik wil weg…Robert! Robert! Ik voel een wind, een deur slaat dicht! Robert, waar ben je? Robert…ik vind de trap naar boven… alleen. Buiten sta ik in het bos, de cirkel is er nog, de deur verdwenen. Ik kijk op mijn telefoon, zoek het nummer van Robert. Daar is het signaal en dan een stem. Dit nummer is niet meer in gebruik. Vreemd, hij heeft mij toch net nog gebeld!

Verward keer ik terug naar huis. Mijn huis op de heuvel, voelt niet meer als thuis. Ik zit in de kamer, hoor de voetstappen, stemmen en geluiden. Er is hier niemand! Ik besluit te gaan, naar mijn volle agenda, zo’n vrije middag kost mij te veel. Zelfs yoga helpt niet! Weg wil ik…ver weg..

Nooit een eigen ingevuld leven.

Het Alkmaarder meer, een speciaal plekje.

Opeens herken ik ook zijn patroon, weer een is aan mij doorgegeven. Het zijne en de hare uitgewist, het mijne gestopt in groei. Weer blijk ik een nieuwe laag te ontmoeten. Inmiddels ben ik voorbij het gevoel van verdriet en vind een nieuwe haven. Hier dopper ik gewoon wat rond.

Het is nog steeds zo bijzonder hoe “de fontein” blijft werken in mijn zijn. Waar ik therapie voor onderging, mij liet wandelen door het land van mijn vader. Ik steeds meer ontdekte waarom ik zo verdomde moe ben van het leven van andermans levens. Steeds opnieuw stond ik op een plek van een ander. Vulde en vervulde ik steeds hun plekjes op. Juist om anderen te laten staan, laten zijn en kracht te hebben gegeven.

De zeemeer mijn

Langzaam kom ik uit bij het jongetje dat er altijd was, veel zag en hoorde. Opgewekt, opgewonden en zeer ontdekkend. Ik werd stiller en op sommige momenten vergat men soms dat ik er was. Ik deed maar was niet meer. Zoveel personen die ontbreken en ontbraken in de levens van de mensen om mij heen. Ik heb geleerd zoveel te geven, precies dat te zien en te dienen. Ik speelde alle rollen, als een groots toneelstuk.

Als er Oscars uitgedeeld zouden worden, voor wat nu zichtbaar is geworden. Zijn al mijn rollen inspiratie geweest. De reis duurt nog even voort, de rollen moet nog steeds worden terug gegeven aan hen die mij voor gingen. Ik kan niet meer boos zijn op hun reizen, fouten en verwensingen. Ik wordt steeds meer klaar voor mijn eigen leven en vooral zijn. Gewoonweg benoemen wie ik ben en als iets mij niet zint uiten. Het is voor een handje vol mensen wel even wennen, maar mijn grens is meteen duidelijk.

Durven te blazen, volg de wind.

Ik sta, besta! Op naar de toekomst, de leegte is ruimte, een prachtig meer. Het was er ook voor mij, na het bos van mijn vader zoek ik het water. Of ik ga zwemmen of een bootje ga pakken? Nog steeds geen doel, voor nu is dobberen al heerlijk.

De reiziger…Oom Rink

Hallo lezer, het is zondag, prima dag om weer eens een stukje leesvoer te verwerken. :-). Nee, hè, is het weer zo’n lange? Sorry, ja! Geniet, lach, huil, bid en bewonder…

Kom oet Losser: Toch is de afkomst van die bijnamen in sommige gevallen aardig om te achterhalen. Wie uit Losser komt, weet zogenaamd van niks. Waar het vandaan komt? Losser was ooit berucht om smokkelroutes van en naar Duitsland. Betrapte smokkelaars ontkenden voor de rechtbank met de woorden: ‘Wie komt oet Losser en weet van niks’. Zo werd een gevleugelde uitspraak geboren.

Ome Rink

Als oudste zoon, zie je kind na kind geboren worden bij je ouders. Voor hem was het de gewoonste zaak van de wereld. In zijn leven kreeg hij 14 broers en zusjes. Allemaal monden om te voeren, met recht een huis vol. Ome Rink is geboren in 1909 in Losser. Hij was dus eigenlijk geen Fries. Hij is overleden in 1977 te Amsterdam. Hij trouwde met Janke de Vries.

Ome Rink, ontpopte zich als een echte familie man. Familie was alles voor hem. Alleen hij was erg goed in het maken van kinderen, maar hoe je deze nu precies moest opvoeden was toch een hele opgave. Samen kregen ze maar liefst 11 kinderen. Tante Janke wist zich eigenlijk geen raad en raakte, zoals je dat nu zou noemen, van de ene in de andere postnatale depressie.

Als ik zo naar het gezin kijk, is dit een gezin waar ik gillend gek van zou worden. Eentje hangende aan je enkels, de ander ingewikkeld op je borst en dan zo de vloer boenen. Terwijl in een ander kamertje kinderen aan het janken waren. Tante kreeg gewoon haar rust niet meer.

Altijd onderweg, weer ergens heen. Alles inpakken, al de kinderen in de kleren. Dat kan niet goed gaan. Hoe de andere broers en zussen van ome Rink het ook probeerde, het was water naar de zee dragen. De hulp die je gaf door de voordeur, verdween zo weer doorverkocht door de achterdeur. Ome Rink zag overal wel brood in. Wat hij niet goed zag is dat het gezin hulp nodig had, stabiliteit. Hoe ik ertegen kijk, is dat hij zelf eigenlijk het kind was gebleven. Op zich moet hij wel een lieve man zijn geweest, ook bespeur ik die kenmerkende humor die ik ook vond bij andere ooms en tantes. Altijd in voor een geintje, lekker rap van tong. Zich pas veel later in het leven richting vinden. Denk dat hij best een fijne grappige oom moet zijn geweest. Het alles hoort natuurlijk gezet te worden terug in de tijd, waar grote gezinnen een manier van leven was. Wel meer monden om te vullen maar ook meer handen om te laten werken. Het bestaan eenvoudig, maar net genoeg om te kunnen blijven staan. Daarnaast een rotsvast vertrouwen “ooit komt het goed”.

Ome Rink, leerde al vroeg hoe hij aan extra inkomsten kon komen, maar daar dacht de rechterlijke macht heel anders over. Paar voorbeelden wil ik jullie niet onthouden, het is allemaal al zo lang geleden.

De gedaagde 16 jaar oud, Koopman in vodden. Leeuwarden actie 26-01-1926, …….De gedaagde 20 jaar oud, Terwispel, boerenknecht. Leeuwarden actie 22-01-1930, oplichting. Ook was er wel eens wat te halen in de kerk, het kerkblok bijvoorbeeld. Of er meer voorbeelden zijn, zeer zeker Hihi boefje.

Zijn oudste dochters, geld verdienen.

Na het zevende kindje ging het dan ook mis. De druk op de oudere kinderen moet groot zijn geweest. De familie probeerde de boel nog te redden, maar de kinderbescherming besliste anders. Moeder moest opgenomen worden en de kinderen werden ergens onder gebracht, een aantal zelfs in kindertehuizen. Wat een pech hadden deze kinderen zeg, ik geef het je te doen. Waar je eerst zo goed als je kon hielp, besliste opeens een wild vreemde dat dit niet gezond voor je was. Nu, was dit de werkelijkheid, je wist nog niet wat liefde was. Je dacht dat liefde een klap voor je kop was. De chaos en waanzin als voedingsbodem voor een nieuw bestaan. Het heeft voor een aantal kinderen zeer grote schade opgeleverd en hebben door dit alles het leven gelaten.

Ze zochten naar een uitweg, het criminele pad, louche handeltjes, drugs en drank komt allemaal voor. Kwamen, nu gemakkelijk gezegd, de verkeerde mensen tegen en hebben veel leed moeten doorstaan.

Maar een aantal hebben een bestaan opgebouwd en zijn door de ervaringen juist rijker geworden. De kinderen die ik heb gesproken vertelde mij elk in hun eigen bewoordingen hoe het hen gevormd heeft. Wat mij opviel is hun ongelofelijke kracht en doorzettingsvermogen er iets uit te willen halen. Het was zwaar, heel zwaar en laat diepe sporen na. Tante heeft later ook haar rust terug gevonden.

Een huis VOL

De hele familie van Ome Rink.

Hoe was het om op te groeien in zo’n groot gezin? Het was zeker niet voor iedereen een lolletje om zo op te groeien. De oudere kinderen werden vaak ingezet om op de kleintjes te passen, het huishouden te doen of moesten zelfs vroeg van school om mee te draaien in het gezin. Sommige broers en zussen bleven goed contact houden toen ze zelf volwassen werden, maar anderen konden niet wachten om weg te komen en hebben ook niet veel behoefte meer aan contact met de enorme familie.

Verschil tussen stad en platteland

Wel opvallend dat deze verhalen plaats vinden in de generatie van mijn eigen ouders, maar dat de ervaringen die zij hebben mij veel meer aan de generatie van mijn Pake en Beppe doet denken. Als wanneer tante Janke wordt opgenomen en ome Rink, zijn kinderen kwijt raakt. Raakt ook hij in een isolement, wat moet hij nu nog. Aan de ene kant is daar de familie, het oordeel, het schuldgevoel hij krijgt het maar moeilijk op orde. Hij besluit zijn geluk te zoeken in Amsterdam, het vrije Amsterdam. Maar hij wordt op dat moment meer een reiziger, met een busje daar waar het fijn is. Een hippie voor op de tijd. In Amsterdam is vrijheid, langzaamaan komt hij los van het gevoel van falen.

En zo zie je maar hoe verschillend families kunnen zijn. Wat voor de een heel normaal is, is voor een ander nauwelijks voor te stellen.

Nadenken over je eigen familie

En datzelfde geldt ook wel een beetje voor de achtergronden. Onderwerpen als de invloed van de kerk, gezondheidszorg, straffen uitdelen en het vernoemen van de kinderen zijn erg interessant om te lezen en zet de persoonlijke verhalen van mijn familie wat meer in perspectief. Deden die het ook zo? Ging het er dan heel anders aan toe? Hoe ging het nog weer een generatie eerder?

Een zonnige jeugd in een hechte volksbuurt, geen carrière en al helemaal geen harmonieus gezinsleven, steeds lijkt er maar zand in de tandwielkasten gestrooid te worden. Een nachtmerrie verdringt de zon uit de mooie jeugdherinneringen.

Ik had mijzelf voorgenomen te focussen op de positieve verhalen, verhalen over hutten bouwen, bomen klimmen en fikkie stoken. Maar steeds als ik meer leer en lees slaat hun lot in als een bom. Waarom ze het niet redde, waarom konden ze nergens goed terecht hoe de overige familie ook steeds aangaf, waar er vijf eten kunnen er ook zes mee eten. Hoe ze keer op keer bij moesten springen.

Wie waren er nu de slachtoffers en wie de daders? Lang verborgen geheimen rusten achter ieders voordeur en hoewel iedereen wilde helpen toch deels hun ogen ook sloot. Eigenlijk hebben de kinderen leren overleven, hoe de jeugdtrauma’s van hun ouders hun lot zo hebben bezegeld. Hoe kinderen ondanks alles van hun ouders houden en wat dat met je doet. De schuld weg wil nemen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik heb al eerder geschreven over wat je onbewust mee krijgt, het zit verankert in je zijn, afkomst en opvoeding. Het was leven in armoe en werk vasthouden was in die tijd ook niet makkelijk. Voor niemand niet.

Maar moeder Janke vecht en komt boven, ze gaat waar de liefde is, haar Rink. Opnieuw zijn ze samen en Amsterdam wordt hun thuis. Steeds meer van de kinderen volgen, maar er is iets stuk. Er mist een deel dat nooit meer terug kan komen. Liefde heet hier overleven, hoe de overige familie het ook probeerde goed te doen en zo goed en zo kwaad extra opvang te bieden. Toch vinden ze een weg en creëren ze een eigen wereld. De oudere kinderen in het gezin betalen een prijs, het kost hun kindertijd en moeten snel als volwassen mensen leren denken en handelen om te overleven. Zij zagen het huis met elke nieuwkomer drukker en voller worden. Meer broertjes en zusjes betekende meer ruzie en meer delen. En minder ruimte en ouderlijke aandacht. Wat privacy betreft veranderde er voor hen weinig; die bestond toch al niet.

Bij ons ging er veel mis.

Met zoveel kinderen en een vader die altijd haast heeft, wordt er bijvoorbeeld wel eens iemand over het hoofd gezien. Maar als dat gebeurt op het moment dat de familie op vakantie gaat en er een kind per ongeluk achterblijft, is het een ander verhaal. Dan mag er wel even worden gehuild.

……………..

Hoe prop je een gezin met 11 kinderen in een busje? Ieder moet dan wel zijn of haar eigen plekje hebben gehad. Op en tussen elkaar. De oudere kinderen hadden de jongere op schoot. En roken als ketters, dus ook de as zou wel ergens landen dan in de asbak. Want roken was de trend in de families. Op vele foto’s zie je dan ook sigaretten. Het heette wagenziek, maar in werkelijkheid tolden je altijd misselijk van de nicotinedampen uit de auto als je op de bestemming aankwam.

Wat wel grappig is te vermelden dat het bekende busje bij meerdere ooms en tantes voor de deur kwam en dan men soms snel achter de bank ging zitten. Of als je het te laat door had, angst had hoeveel van de kinderen er dan weer uit kwamen rollen. Je huis was meteen gevuld en tja, ze zaten werkelijk overal. Toch was Rink graag gezien, een goede lobbes, maar geslepen als een vos en zag en pakte genoeg zijn kansen. Tante tja, die volgde, daar hadden de mensen dan ook wel eens medelijden mee.

Ik weet dit alles niet, mogelijk heb ik zelf een keer zo’n moment beleefd, maar zeker weten doe ik het allemaal niet. Ik was zeven jaar toen hij stierf.

Ik krijg een gezinsfoto toegezonden, ze staan er allemaal op. 11 kinderen, het lijkt de familie Von Trapp wel of het huishouden van Jan Steen. De firma bed en bulster. Maar de foto heeft iets, hij ontroerd en is een mooie tijdsbeeld van de grote gezinnen die er vroeger veel waren. Ik weet nu hun namen, heb met een aantal contact gemaakt. Er zijn er ook waar het contact niet tot stand komt. Ook weer het feit, wie is deze gast welke opeens zoveel wil weten? Wat als hij teveel weet, ook zaken die beter kunnen rusten. Ook zijn er de kinderen van de kinderen, welke de sporen dragen van het verleden van hun opa en oma. Voor mij geen reden tot verder onderzoek, feiten liegen niet. Verhalen kleuren en neem ook hier het besluit hun levens te laten zoals ze zijn. In Amsterdam is niet veel te halen jongen, zomaar een uitspraak van mijn ouders. Nu begrijp ik de inhoud. Tenslotte wilde ik alleen mijn oom Rink leren kennen, weten wie de oudste broer van mijn Va was.

Pas nu weet ik delen, de bende van elf :-), maar elk geslaagd in zijn of haar manier. Dat is toch goed?

Ik geniet van het familieportret. Kinderen nam je niet, die kwamen gewoon en verder werd er niet nagedacht. Die drukke thuissituatie vroeg naast om veel flexibiliteit en incasseringsvermogen van alle gezinsleden maar ook om duidelijke regels. Zelfs de geringste vorm van organisatie, regelgeving of structuur zou de leefbaarheid al enorm ten goede komen. Maar die structuur ontbrak volkomen. Ome Rink hield wel van het leven, liet zich bij geen enkel feest verstek gaan. Had hij eigenlijk wel voldoende tijd voor zijn kroost?

Gedoe

Met elf kinderen tussen nul en zegge elf jaar, een vader die nogal uithuizig is en een moeder die huishoudelijk werk maar niet onder de knie kreeg, zou het wel zeer bijzonder zijn als het geen chaos was. Die chaos was er dus wel. Altijd was er gedoe. En dat kwam niet omdat ze- vader uitgezonderd – van nature allemaal zo druk waren. Maar vanwege de enorme groepsgrootte veranderde elke kleine onderlinge vorm van interactie in een onoverzichtelijke heksenketel. Daarna duurde het nooit lang of de woordenwisseling, waarvan al snel niemand meer wist waar die over ging, werd uitgebreid met fysieke middelen. Soms was de volgorde omgekeerd – eerst daden, dan woorden – maar het eindigde altijd hetzelfde: veel tranen en veel vermoorde onschuld. Zoals een van de kinderen aangaf, liefde was een klap in je gezicht.

Ome Rink, zag overal (zwarte) handel en zorgde ook wel dat hij werk vond op bepaalde locaties en schakelde zijn zoons in voor een handeltje hier en daar. Je moet het hem nageven vindingrijkheid bezat hij zeker. Grenzen zijn er om verlegd te worden, niet waar?

Nu, in deze tijd leer ik mijn grote familie voor het eerst kennen, ook hier ondervind ik het harde werken om boven te komen. Het raakt mij ook wel, hoe het lot van al deze kinderen hen ten deel is gevallen. Ik geeft het je te doen en ik heb lang moeten denken hoe ik het verhaal positief kan afsluiten. Voor mij was het erg lastig kan ik toevoegen, zoveel verhalen, zoveel ellende, generatie op generatie. Ik heb een aantal kinderen gesproken, welke ik graag wil toevoegen aan dit verhaal. Dat wat het hun heeft gebracht past in een roman, maar ik kies ervoor de meeste details te laten in het verleden en het te laten rusten. Toch ervoer ik hun hoop en de wil om boven te komen, wat naar mijn bescheiden mening echt is gelukt. Mijn hart huilt voor mijn neven en nichten die het minder hebben getroffen.

Zoon

Hij is nu in de 70, heeft zelf ook bij Pake Reinders en Beppe Janke gewoond. Net zoals meerdere kinderen werd ook hij uit huis geplaatst en belande in een kindertehuis. Hij moet zo’n 5 a 6 jaar oud zijn geweest. Hij heeft nog met een paar van zijn broers en zusters contact. Dit is ook een bewuste keuze. Niet iedereen heeft het getroffen in de familie en het is ook wat je ermee doet. Eigenlijk was het tehuis een zegen, hij leerde er een ambacht in Amersfoort en heeft jaren gewerkt als schoenmaker. Hij is daarop vier en trots, heeft vele collega’s ingewerkt. Hij is getrouwd en heeft zelf twee zoons. Hoewel hij zelf in Amsterdam is geboren trok Friesland hem en werkte jaren in Leeuwarden bij de grootste schoenmakerij. Helaas heeft hij meerdere beroertes gehad en kan hij daardoor zijn lichaam minder gebruiken. Ondanks dit alles wilde hij even niet meer, maar vond toch opnieuw de energie om weer door te gaan. Dat doorgaan en de possitiiviteit die straalt ook echt door. Hij heeft geleerd wat werken is en trouw blijven aan je partner. Niet zoals zoveel tegenwoordig doen. Hij heeft het over oude waardes en normen. Eigenlijk zo terug kijken best een prestatie gezien het gebroken nest. Hij heeft ook wel weer thuis gewoond en had respect voor zijn ouders. Maar hoe er met de kinderen werd omgegaan niet. Zijn moeder was ook meer het sloofje van zijn vader. Zijn vader was het liefste aan het reizen, ging daardoor vaak langs familie, die daar niet altijd op zaten te wachten. Een andere broer woont nog in het wat je nu noemt ouderlijk huis in Amsterdam, vertelt over zijn moeder en hoe ze helemaal doordraaide in de bedstee op de boerderij. Ze werd opgenomen. Hij kent wel neven en nichten in en om Leeuwarden, hij is ook regelmatig bij tante Aaltje op de koffie geweest. Van mijn vader en moeder weet hij eigenlijk niet veel, behalve dat mijn Va ook kinderverlamming heeft gehad, net zoals hij zelf. Ome Siebe, in Duitsland kwamen ze ook en heeft hij ook moeten mee melken. Vroeger was er geen steun, je moest gewoon werken, geen werk , geen geld, dan leer je wel en pak je aan wat je kunt krijgen. Zo werkte hij eerst ook bij een boer, maar zegt er niet slechter van te zijn geworden. Hij reist het liefste in Nederland, dat buitenland heeft hij wel gezien. Spanje was het land en ze reden er altijd naar toe. Let wel. dat was net nadat Franco was afgezet. Zus Jannie en haar man, dat waren wel vrienden en we gingen samen op reis. Lekker met de tent eropuit. Zeeland de mooiste provincie. Terug kijkend vind hij het leuk om mij te spreken en voelt ook weer vertrouwd, geschiedenis delen. Ook hier krijg ik een uitnodiging en zegt hij zelfs neem mijn zus mee! Hij heeft geen foto’s, daarvoor moet je bij mijn zuster zijn jongen maar verhalen genoeg. Ik geloof hem meteen en zijn mooie Amsterdamse accent met een vleugje Fries maakt dat ik hem geloof. Mocht ik weer eens naar Friesland gaan zoek ik hem misschien wel op, als was het maar om zijn Hoekstra hoofd te zien en wellicht zelfs zijn vader in hem herken. Tja zijn vader, daar was hij dan wel kort over, dat was een klaploper. Hij koos om afstand te houden, als je dat doet kan je er ook geen ruzie mee maken en lacht. Dus eigenlijk kan ik met iedereen wel door een deur. We worden allemaal ouder en er zijn er ook best wel een aantal die er niet meer zijn. Mooi mens kan het niet anders verwoorden.

Dochter

Op de koffie geweest. Ze heeft veel fototjes, ze oogt onvermoeibaar. Ze heeft best wel veel meegemaakt waaronder uit huis plaatsing en heeft in kindertehuizen gezeten. Dit heeft haar weerbaar gemaakt. Haar vader was een soort zigeuner, reisde heel het land af met een camperbusje, zo gingen ze ook langs de familie, familie stond boven aan bij Rink. Ze hadden het zwaar, inkomen dat was iets voor later. Leven bij de dag, Omdat er zoveel kinderen kwamen kon het in leeuwarden niet meer en werden deze uit huis geplaatst. kort daarop is Rink naar Amsterdam gegaan. zomers woonde hij met een deel in een camper en in de winter woonde hij bij haar met een aantal van haar broers en zussen. Bij Jannie kon je altijd terecht, haar huis stond altijd open voor ieder die hulp nodig had. Ze woonde eerst in de jordaan later op de korenbloemstaart, hier hebben haar ouders altijd gewoond. Ze heeft haar man Henk leren kennen op de pond. Ze kregen 1 kind. Er was veel drank in de familie, ze heeft ook een aantal broers eraan al vroeg verloren. Als ze over haar jeugd begint te praten dan was het hard werken, meewerken. Als moeder het liet afweten, werken zij bij de boer en de koeien melken. Echt liefde dat was er voor haar gevoel niet, knuffelen nee, je keek wel uit, je kreeg eerder iets naar je hoofd of een tik op je gezicht. Haar man Henk was glazenwasser van beroep en je kreeg haar huidige woning die totaal was uitgewoond, weken van klussen om het nu in een paleisje te veranderen. Meubels werden speciaal voor hun huisje gemaakt. Henk was een doerak, kwam ook wel in aanraking met de politie, maar kon moeilijk van de drank af blijven, dit werd hem fataal. Hanny heeft altijd hard gewerkt, zo had ze ook een baan bij de politie als schoonmaker. Ze heft zelfs een inval in haar huis meegemaakt, omdat de vorige bewoner iets had gedaan, nou dat hebben de heren agenten geweten..ze nam wraak door met de hoofdcommissaris de dienstwapens die niet niet opgeborgen werden te verstoppen. Dus de agenten tja, die moesten aangifte doen van diefstal…dan moet je ze maar juist opbergen…ze namen natuurlijk haar op de hak en sloegen haar in de boeien..boeien dat deed haar natuurlijk niks, ze had al meer gezien :-). Maar zogenaamd het sleuteltje kwijt dus moest ze geboeid naar een andere locatie waar de hoofdsleutel lag. Ze verteld het met zoveel power en energie die aanstekelijk is. Ze houd van echte mensen, je kunt altijd bij haar terecht, de hele buurt weet ook wie ze is, dat merk je ook omdat haar goede arm steevast omhoog gaat naar iemand die langs komt. Ze verontschuldigt zich voor het feit dat haar trots de tuin een rommeltje is..maar je kunt gewoon zien dat deze daarvoor altijd goed is onderhouden. Ze toon een bescheidenheid in een wolk blauw, mijn meegebrachte gebakje eet ze niet op, maar roken dat doet ze als een ketter. Iets wat er ook niet meer uit gaat. Ze heeft een rijk leven gehad, heeft veel kunnen doen voor anderen. Als ik een voorzichtige conclusie mag trekken is dat haar ogen veel hebben gezien, haar geheimen en de geheimen van anderen nog steeds vasthoud. Ze een leven heeft gezien, waar menig een geen weet van heeft. Maar ze straalt met zoveel prachtige power dat je niet anders wilt dan haar in je hart sluiten. Haar vader had geen band met zijn vader, hij was een te wildebras en zocht die vrijheid. Van baan naar baan, huis naar huis, altijd leven met een onrust in zijn lijf. In dit alles moet ook Tante Janke zijn geweest, ze was eigenlijk veel te lief en soms misschien zoals je dat nu netjes noemt eenvoudig. Na het overlijden van haar Henk, kreeg ze iets met de huisvriend, maar moet gezegd worden dat ze um nooit naakt heeft gezien. De relatie was er een van delen, samen ondernemen een maatje hebben. zo hebben ze reizen gemaakt met een camper en hebben de mooiste dingen gezien. Die humor, ik herken het weer, ze kwam ook bij mijn ouders, opeens kwam dan ook het besef dat mijn vader voor haar een echte oom was. Grappig zo had ik hem nog niet gezien.

Is ze geen schatje!

Vakanties, nee juist niet de grote sjieke plaatsen maar het pitoreske, dat is waar haar hart sneller van ging kloppen. Over mijn vader kan ze mij helaas weinig vertellen, ik vertel haar dat dit andersom ook zo was. Hoewel mijn moeder contact had met haar, hield ze er ook de afstand tussen. Ze is zelfs geweest op het afscheid van mijn vader, iets waar ik geen idee van heb gehad. Ze herkend veel van mijn moeder in mij, meer dan in mijn vader. Een leuk verhaal over mijn vader gaat over kanaries die kreeg ze dan mee van mijn vader, hij kweekte deze. “Dan moet je maar op visite komen om te zien hoe ze het hebben zei ze”. Toen mijn Va erachter kwam dat dit 5 hoog was vroeg hij om foto’s, dat ga ik niet redden meisje. En daarmee gaf ze mij toch weer een cadeautje, heel even sta ik weer als kind voor zijn vogelvuliere, herken de verpakkingsdoosje, en zijn knal gele en oranje kanaries. Wat maken die beesten een herrie haald ze mij uit mijn gedachten. “Ik had geen gordijnen op 5 hoog, niet nodig jongen…van smorgens tot laat… Ze is zo trots op haar dochter en haar kinderen en verteld honderd uit.”

Het voelt een beetje als thuis komen, de meubels, de rooklucht, het gemoedelijke huis. Ik voel mij hier gewoon thuis en merk dat ik al een tijdje bij haar zit en leer. We kijken foto’s sommige stopt ze vlugger weg, het is nog geen tijd om deze te delen, dat begrijp ik, het is natuurlijk ook best raar om na 45 jaar je volle neef te zien onder normale omstandigheden en niet op een begrafenis. Ze deelt foto’s en krijg zo een beeld van het gezin van haar vader en moeder en hoe groot deze wel niet is. Ze is 81, maar als je zou zeggen die is in de 60 zou je mij zo geloven, zoveel energie proef ik en steeds kijk ik naar haar gezicht haar ogen, ze stralen, haar contouren ik zie haar vader en voor heel even de mijne. Haar leven was van niets tot iets gekomen, wat een rijkdom.

Ook vertelde ze over haar broer Siebe. Hij is een tijd bij tante Hinke in huis geweest, Een mogelijk ook nog bij Tjalke en Jetroet, maar moest uiteindelijk toch naar een kindertehuis. Ome Tjalke hadden hem graag een thuis geboden en waren gek op hem. De kinderbescherming toen bij hun gekomen maar Siebe was toevallig bij tante Hinke toen de inval kwam en dus zo voorlopig gered was. Het was ook raar, de hele familie wou wel een kind in huis nemen tot tante Janke weer beter was, maar nee ze moesten van de instellingen in een tehuis of pleeg gezin.

Jannie is een beetje de lijm waar alles op draaide en heeft het zelf ook niet makkelijk gehad. Jannie rookt als een ketter, de kamer staat blauw. Maar wat moet ik dan nu nog jongen. Ze heeft groot gelijk. Roken en drinken is wel een thema in deze familie. Jannie heeft een possiteve flow, optimist. Hoekstra’s pesten elkaar graag een beetje.

Ome Rink.

Van de elf kinderen leven er nog zes, ieder op eigen wijze. Er spreekt hoop uit en hartelijkheid. Bedankt aan hen die mij te woord hebben gestaan. Mij een beeld hebben gegeven van mijn graag reizende oom. En Spanje, tja dat was het vakantie land bij uitstek in de jaren en is dus ook meegenomen in mijn leven. Mijn hart klopt ook voor Spanje en wie weet komt mijn droom dan ook nog eens uit. Camper trips heb ik al doorstaan, vrij voelen en zijn. Je eigen keuzes volgen. Dag familieleden in Amsterdam. Hoe stomtoevallig ik van sommige op nog geen drie kwartier fietsen woon. Maar voor nu is het gewoon goed zo. Bedankt.

Bericht uit Losser

Ik ben er nog niet geweest, zoals mijn voorouders dat wel deden. Natuurlijk moet ik wel onderzoek doen naar de omstandigheden mijn familie deze weg bewandeld hebben. Een uitstapje naar Losser was bitter noodzaak. Welkom in…

“De hoop op een betere toekomst en gaan. Nu was het niet dat je vrijwillig ging maar je eigenlijk geen keuze had. Geen werk was geen eten en geen huisvesting”

Vanaf 1875 kreeg de boerenstand te maken met een enorme crisis die veroorzaakt werd door de import van grote hoeveelheden goedkoop Amerikaans graan. Dit had grote gevolgen voor het hele land. De meeste inwoners werkten in de landbouw.

De textielindustrie in de omliggende steden/streken in Duitsland was sterk in opkomst maar niet in Friesland en zo is de trek naar de fabrieken begonnen naar Twente/Overijssel en Duitsland.

De gemeente Losser bestond uit enkele geïsoleerd liggende boerenplaatsjes in een weinig bekende oosthoek van Nederland, zonder groeikracht, zonder handelsgeest en zonder vertier. Losser was met de buitenwereld verbonden door een slechte keiweg naar Oldenzaal, waar bovendien nog tol werd geheven. Dat waren niet meer dan karrensporen.

Toch was er in 1890 wel enige nijverheid. In veel huizen in het dorp was het geluid van weefgetouwen te horen. Tegen het einde van de 19de eeuw was de textielindustrie in het Westfaalse Gronau in opkomst. De vraag naar arbeiders was groot. De textielfabrieken boden zoveel werk dat er rondom 1890 een grote trek ontstond van werkzoekenden naar deze streek. Zo kwamen de eerste “vrömden” naar het Overdinkelse Veld. Zij vestigden zich aan de weg van Losser naar Gronau, een weg die niet meer was dan een karrenspoor. Daar ontstond lintbebouwing. De mensen werden gedreven door armoede, grote werkloosheid en slechte woonomstandigheden in de noordelijke veenstreken. Ze woonde in een soort keten, huizen kon je het niet echt noemen. De Friezen hebben er hun huisjes gebouwd, later werden dit natuurlijk stenen huisjes.

Een stukje van een historische site:

‘Langs welke weg men Losser ook binnentreedt, men is na de flinke wandeling prettig gestemd’, aldus een reisgids uit 1889. ‘Aan de westzijde is het dorp het schoonst en het netst. Het eigenlijke dorp heeft een zeer eigenaardig voorkomen; de huizen liggen zeer onregelmatig verspreid, zoodat de meeste dateeren van den tijd, toen men nog aan geen rooiïng dacht; vele staan met de achterdeur naar de straat en hebben eene vergaarplaats van faecaliën aan de straatzijde’. De mesthopen lagen dus voor de deur. Mest was zeer belangrijk, ook voor de ontginning van de woeste gronden in de marke. ´Er is weinig vertier; geen enkele tak van nijverheid vindt men er zoo vertegenwoordigd, dat het een vermelding waard is.

Precies dat moet mijn Pake Klaas ook gedacht hebben, wat heb ik nog in Friesland te doen, zijn ouders overleden, geen werk. Hij had gehoord, in Duitsland is werk, daar wacht een toekomst. Het was natuurlijk niet zo dat je even de trein pakte en hoppa. Een reis van dagen en volg het karrenspoor.

Ik heb nog niet veel gevonden over zijn betrekkingen behalve als hij huwt met een Fries meiske, die samen met haar ouders ook hetzelfde plan hadden opgevat. Op naar een nieuwe toekomst. Dat Friese meiske is mijn Beppe Janke. De familie de Jong vertrok in 1906 uit Friesland met de kinderen. Ze werken als fabrieksarbeider en Beppe als Spoelter. Ons Janke was minderjarig toen ze trouwde.

De wevers

Of het echte liefde was, is geheel de vraag. Ze vond hem zeker aantrekkelijk en raakte zwanger. Hij op zijn beurt moet gevallen zijn voor haar ravenzwarte haren, vrolijke oog opslag. Maar ik denk dat het ook gewoon goed zat. Twee weten meer dan één, samen bereik je meer. Raakte je zwanger dan was het enige nette wat je te doen stond, trouwen in die tijd. Als echte migranten in een nieuwe toekomst. Toch neem je je waarde mee. Eens een Fries altijd een Fries toch?

Tikje terug in de tijd.

Het r.k. kerkje met de stompe toren is nog aanwezig uit die tijd. Onder in de toren vindt men een hok, dat als passantenhuis en als gemeentegevangenis dienst doet. Het is nu een van de gezichtsbepalende bouwwerken van Losser. Wie weet heeft mijn opa en de zijne er ook wel eens de binnenkant van gezien.

Vóór 1890 was daar niets dan een grote heidevlakte. Veel landarbeiders vanuit Drente, zuid-oost Friesland en uit de ‘kop’ van Overijssel, die door de landbouwcrisis zonder werk kwamen te zitten, trokken naar de steden. Naar Enschede, maar ook naar Gronau dat jarenlang de grootste spinnerij van Duitsland binnen haar grenzen had.

Voorbeeld van de vele fabrieken.

Steeds meer van deze mensen wilden liever in hun eigen land blijven wonen. Zo ontstond Overdinkel, dat toen nog het Achterveld of Lossersche Veld werd genoemd.

De lange arbeidsdagen, het eenzaam wonen in primitieve behuizingen op het heideveld, alcoholmisbruik – dit alles leidde tot toestanden waar ‘men’ niet langer vrede mee kon hebben. Het klassenbewustzijn van de arbeiders ontwaakte. Men kwam in opstand tegen de lage lonen en de lange werkdagen. Er was over het algemeen een grote angst voor sociale onrust. Socialisten en anarchisten joegen de burgerij de stuipen op het lijf. Gezien het karakter van mijn Pake, kan ik mij levendig voorstellen dat hij ook deelnaam, zo ook de ouders van Beppe.

Maar omdat mannen in de fabrieken gingen werken, leerden steeds meer vrouwen om ook met het weefgetouw om te gaan. De was werd gedaan met behulp van een teil en wasbord. De vrouwen in het dorp konden het wasgoed spoelen en te bleken leggen op de dorpsbleek, die alleen voor hen toegankelijk was. Het was hard werken voor de doorgaans ‘schrale’ kost, zowel op het land als in de fabrieken. Het tijdperk van de uitvindingen had al wel de telefoon en de elektrische gloeilamp voortgebracht, maar in Losser kwam het licht nog van een kaars of een petroleumlamp.

In 1903 kwam er een tramlijn naar Losser Deze lijn verbond Losser met Oldenzaal en Gronau. Afgemeten aan de groei van het inwonertal hebben de tramlijn en andere verkeersverbindingen inderdaad veel voorspoed gebracht. En verbond de regio en zo ook het vervoer naar Gronau, maar door de sluiting van de grens gedurende de Eerste Wereldoorlog was daar abrupt een eind aan gekomen.

De Eerste Wereldoorlog werd in Duitsland gevolgd door de devaluatie van de Mark en omdat met name de gemeenten in de grensstreek heel sterk van Duitsland afhankelijk waren betekende dit dat er grote werkloosheid bleef bestaan.

Neen, hoe men het ook wendt of keert de toestand blijft weinig hoopvol en ‘wat de toekomst zal brengen is op geen stukken na te zeggen.

Met andere woorden, het werk hield op voor de vele werknemers, migranten kregen massaal hun ontslagen er zat niets anders op om terug te keren naar Friesland. De mensen werden gedreven door armoede, grote werkloosheid en slechte woonomstandigheden.

De drie kinderen geboren in Losser

Het gezin van mijn Pake en Beppe, keerde terug naar Friesland. Hun drie eerst geboren kinderen met hun mee. Wij schrijven 1911-1912 en landen terug in Friesland in Gorredijk waar kindje vier zich al aandiende.